74% van de bevraagde consumenten is voorstander van statiegeld op blik en plastic flesjes. Dat is een flinke stijging ten opzichte van de twee-derde van de consumenten in de enquête van Test-Aankoop vier jaar geleden. Het draagvlak blijft dus groeien. 89% van de Belgische consumenten zal zijn lege drankverpakkingen terugbrengen naar de supermarkt wanneer statiegeld wordt ingevoerd. 82% vindt het zwerfvuil in zijn leefomgeving een (groot) probleem.

De enquête van Test-Aankoop toont dat de Belgen deze maatregel massaal steunen. Statiegeld bestaat al lang in 8 Europese landen. Nog eens 10 landen werken aan wetteksten voor de invoering of uitbreiding van statiegeld in hun land. Deze week was in het nieuws dat de Spaanse en Oostenrijkse regeringen flinke stappen zetten. En de Europese federaties van drankenproducenten (UNESDA en NMWE) vroegen woensdag samen met milieubeweging Zero Waste Europe aan de Europese Commissie om minimumcriteria op te stellen voor nationale statiegeldsystemen.

Milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux reageert op de enquête van Test-Aankoop: “De Belgen steunen het statiegeld op plastic blikjes en flesjes massaal. Zelden zijn milieumaatregelen zo populair. De Europese federaties van Coca-Cola, Pepsico, Unilever en Danone hebben duidelijk gemaakt dat zij willen meewerken aan de invoering van statiegeld, mede omdat verschillende Europese doelstellingen alleen kunnen worden bereikt met statiegeld”.

“Daarnaast zijn 307 Vlaamse, Brusselse en Waalse steden en gemeenten, meer dan de helft van alle Belgische gemeenten, al lid van de Statiegeldalliantie. 3 op de 4 Belgen zijn voor de maatregel. Wanneer zullen de gewestregeringen van Vlaanderen, Brussel en Wallonië de decreten voor de invoering van het statiegeld op plastic blikjes en flesjes indienen?”

Een enquête van GfK toonde in 2018 dat binnen de kiezers van elke politieke partij een grote meerderheid voorstander is van statiegeld. Ook de enquête van het Belang van Limburg in april dit jaar toonde massale steun voor de invoering van statiegeld. “Wat houdt de politiek nu nog tegen?”, besluit Recycling Netwerk Benelux.

In veel landen waar over statiegeld gediscussieerd wordt, worden de drankenproducenten vaak publiek vertegenwoordigd door tegenstanders van statiegeld, zoals het Afvalfonds in Nederland en Fevia en Fost Plus in België.

Dit staat in schril contrast met de eensgezindheid die vandaag op Europees niveau getoond wordt. De twee grote Europese drankenproducenten federaties, UNESDA Soft Drinks Europe en Natural Mineral Waters Europe (NMWE), met bekende namen zoals Coca-Cola, Pepsico, Danone, Nestlé Waters en Red Bull als lid, publiceren vandaag een gezamenlijk persbericht met milieubeweging Zero Waste Europe (ZWE). Hierin onderstrepen zij het belang van statiegeldsystemen in de transitie naar een circulaire economie. Ze presenteren bovendien verregaande gezamenlijke ideeën over de inrichting van statiegeldsystemen aan de Europese Commissie.

Deze Europese eensgezindheid tussen industrie en milieubeweging zet de nationale standpunten van Afvalfonds in Nederland, en Fevia en Fost Plus in België onder druk.

 

Minimumvereisten voor nationale statiegeldsystemen

NMWE, UNESDA en ZWE presenteren samen een lijst van minimumvereisten voor efficiënte statiegeldsystemen aan de Europese Commissie. Een statiegeldsysteem moet volgens hen onder andere:

 

Implicaties voor Nederland

In Nederland zit er sinds 1 juli 2021 statiegeld op kleine plastic flesjes. De blikjes volgen per 31 december 2022. Het ontbreken van een terugnameplicht voor verkooppunten zorgt voor beide verpakkingen voor problemen.

Er zijn enkele grote verkooppunten, zoals pretparken of bioscoopketen Pathé, die momenteel wel miljoenen statiegeldflesjes verkopen, maar hun klanten geen statiegeld teruggeven.

Wat betreft de blikjes weigeren de supermarkten tot op heden om straks als terugnamepunt te fungeren: ze willen blikjes buiten de supermarkten om inzamelen in de publieke ruimte. Dit ondermijnt de goede werking van het statiegeldsysteem. Recycling Netwerk en ook andere milieuorganisaties pleiten al vanaf het begin voor een wettelijke terugnameplicht voor verkooppunten.

Met het persbericht vandaag pleiten nu ook de Europese federaties van drankenproducenten voor die wettelijke terugnameplicht voor retail. Het draagvlak voor de wettelijke innameplicht wordt hierdoor nog groter. Daarom roept Recycling Netwerk de Nederlandse regering wederom op om alsnog een terugnameplicht op te nemen in de statiegeldwetgeving.

 

Implicaties voor België

In België laten de bedrijven die verpakkingen op de markt brengen, via Fost Plus, Comeos en Fevia verzet horen tegen statiegeld.

Nochtans  zijn Coca-Cola, Pepsico, Nestlé, Danone en Unilever zowel lid van Fost Plus en Fevia, die tegen statiegeld lobbyt, als van de Europese drankenproducentenfederaties UNESDA en NMWE, die met het persbericht vandaag hun steun uitspreken voor “statiegeldsystemen als één van de meest efficiënte opties om de inzamelings-en recyclingsdoelstellingen van de EU (…) te halen.”

De contrasten in de boodschappen en standpunten van de Europese federatie en de Belgische federaties zijn een probleem aan het worden. Recycling Netwerk Benelux roept de Belgische afdelingen van de drankenmultinationals die lid zijn van UNESDA en NMWE dan ook op om zich in België uit te spreken voor de invoering van statiegeld.

Dit artikel beschrijft het nut en noodzaak van ambitieus overheidsbeleid om herbruikbare verpakkingen te stimuleren.

Één van de doelen van de Europese richtlijn over wegwerpplastics (SUPD) is het bevorderen van het gebruik van herbruikbare producten en met name verpakkingen. De Europese richtlijn verplicht lidstaten specifiek om ambitieuze en aanhoudende consumptievermindering van plastic wegwerp- drinkbekers en voedselverpakkingen te bereiken in 2026 ten opzichte van 2022. Dit type verpakkingen zijn een dagelijks voorbeeld van verspilling en komen veelvuldig voor in het zwerfafval. Daarom stelt federaal minister van Leefmilieu Khattabi in het concept Koninklijk Besluit (zie onderstaand kader) een verbod voor op plastic wegwerpdrinkbekers en maaltijdcontainers voor take-away consumptie teneinde duurzame alternatieven te stimuleren.

 

Implementatie van de SUPD in België

Officieel had de Single Use Plastic Directive op 3 juli moeten worden geïmplementeerd in alle Europese lidstaten. België is één van de landen die deze deadline niet heeft gehaald daar het wetgevingsproces vertraging heeft opgelopen. Om een inbreukprocedure te voorkomen dient er nu vaart te worden gemaakt.

De SUPD omvat meerdere maatregelen om plastic wegwerpproducten aan te pakken die deels ook op regionaal niveau zullen worden geïmplementeerd. Op federaal niveau wordt de EU Richtlijn omgezet via het Koninklijk Besluit betreffende producten voor eenmalig gebruik en ter bevordering van herbruikbare producten (hierna: het Koninklijk Besluit, KB). Het overkoepelende doel van het Koninklijk Besluit is: “de effecten van bepaalde producten voor eenmalig gebruik op het milieu te voorkomen en te verminderen, en herbruikbare producten en de overgang naar een circulaire economie met innovatieve en duurzame bedrijfsmodellen, producten en materialen te bevorderen”. Verwachting is dat het KB in september in de Ministerraad zal worden afgeklopt. Het verbod op wegwerp- drinkbekers en maaltijdcontainers vormt nog onderwerp van discussie.

 

Wat is het probleem? 

De afgelopen 10 jaar steeg de hoeveelheid huishoudelijke eenmalige verpakkingen met 10%, naar 877.000 ton in 2019 (OVAM, 2021). De impact van de COVID-crisis op de hoeveelheid verpakkingen is nog niet gekwantificeerd, maar er is ongetwijfeld een significante toename aan afhaal- en bezorgmaaltijden in eenmalige verpakkingen. Het merendeel van deze verpakkingen komt terecht in het restafval, bestemd voor verbranding, of belanden in het zwerfvuil (Schmid, 2018; Morales, 2021). Kortom, een verspilling van grondstoffen die niet past bij de Belgische plannen voor een circulaire economie.

Terwijl de hoeveelheid wegwerpverpakkingen stijgt, daalt het aandeel huishoudelijke herbruikbare verpakkingen. Dit blijkt uit het Activiteitenverslag over 2020 van de Interregionale Verpakkingscommissie (IVC). Al lang vóór de SUPD zijn er wettelijke afspraken gemaakt over herbruikbare verpakkingen in het Samenwerkingsakkoord betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval. Dit akkoord stelt dat het aandeel van herbruikbare verpakkingen voor dezelfde goederen niet mag verminderen in vergelijking tot het voorgaande jaar. Het aandeel herbruikbare verpakkingen op de markt dient zelfs te worden verhoogd. Deze bepalingen blijken echter een dode letter want in de praktijk worden ze helaas niet nageleefd door de verpakkingssector. Herbruikbare verpakkingen op de markt zijn op dit moment zeer beperkt en slechts beperkt tot glazen flessen voor bier, frisdrank en water (zie onderstaande grafiek). De IVC moet namens de Vlaamse, Brusselse en Waalse Gewesten toezien dat het Samenwerkingsakkoord betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval wordt nageleefd. Maar ondanks de dalende trend wordt er niet gehandhaafd. Kortom, het is hoog tijd dat er eindelijk actie wordt ondernomen om het aandeel herbruikbare verpakkingen te verhogen.

Wat zijn de voordelen van hergebruik?

Om de transitie naar een circulaire economie te realiseren dient te worden ingezet op preventie en hergebruik. Het vervangen van wegwerpverpakkingen door herbruikbare verpakkingen leidt namelijk tot minder grondstoffenverbruik, minder CO2-uitstoot en minder (zwerf)afval (UU, 2020, LCI, 2021; OVAM, 2021). Hergebruiksystemen bieden volgens het rapport Realising Reuse van Rethink Plastics ook economische voordelen en opportuniteiten voor nieuwe businessmodellen en werkgelegenheid op lokale/regionale schaal. Volgens het rapport kan door het Vvervangen van 50% van de wegwerp drinkbekers en maaltijdbakjes met herbruikbare alternatieven in Europa tot 27,1 miljoen ton grondstoffenk; 7,4 miljard m3 water; 2,6 miljoen ton CO2 equivalent, en 10,4 miljard euro worden bespaard (in 2030).

Herbruikbare maaltijdbakjes zijn in eerste instantie duurder in de aanschaf dan wegwerpverpakkingen, maar de investering kan snel terug worden verdiend omdat er wordt bespaard op de kosten voor nieuwe eenmalige verpakkingen.

 

Wanneer is een verpakking “duurzaam”?

Veel bedrijven presenteren hun verpakkingen als duurzaam. Dit zijn echter vaak ongefundeerde claims die niet aan strikte criteria voldoen (ECOS, 2021). Verpakkingen zijn pas echt duurzaam wanneer ze niet alleen zijn ontworpen op basis van ecodesign principes maar ook onderdeel zijn van een hergebruiksysteem. We spreken van een hergebruikssysteem wanneer een verpakking én het systeem eromheen ontworpen zijn om de verpakking een minimum aantal keer te gebruiken voor het oorspronkelijke doel. Doorgaans geldt dat hoe vaker de verpakking wordt hergebruikt (dus langere levensduur), hoe meer wegwerpverpakkingen worden vermeden (dus minder grondstoffenverbruik), en hoe groter de milieuwinst (en kostenefficiëntie) per gebruikscyclus.

 

Hoe denkt de consument/burger over hergebruik?

Uit een enquête uitgevoerd door RNB onder 950 Vlaamse consumenten blijkt dat consumenten open staan voor hergebruik. Maar liefst 96% zou positief antwoorden wanneer bij de bestelling gevraagd wordt of de maaltijd in een herbruikbaar bakje mag worden meegegeven. De meest genoemde reden is dat dit zorgt voor minder afval en beter is voor het milieu. 91% van de respondenten vindt het een goed idee als voortaan restaurants alleen nog maar herbruikbare bakjes voor afhalen en bezorgen gebruiken. 93% vindt hergebruik ook een goed idee voor festivals en evenementen.

Een ander voorbeeld van draagvlak voor hergebruik is de We Choose Reuse campagne die de afgelopen maanden door talloze burgers, bedrijven en gemeenten is ondertekend, om overheden op te roepen om meer in te zetten op hergebruik.

 

Welke hergebruikinitiatieven zijn er al op de markt?

copyright TiffinEr zijn al meerdere circulaire pioniers die herbruikbare verpakkingen aanbieden, zoals Billiecup, Goodless en Tiffin. Het succesvolle reCIRCLE project had in 2019 zo´n 70.000 herbruikbare containers in omloop in heel Europa. Deze voorbeelden worden nader beschreven in het Handboek Hergebruik dat praktische aspecten beschrijft waar rekening mee moet worden gehouden bij het opzetten van hergebruiksystemen voor afhaal- en bezorgmaaltijdbakjes (zoals logistiek, waarborg en reiniging). Het bevat daarmee niet alleen belangrijke inzichten voor horecaondernemers maar ook beleidsmakers. Het blijft namelijk een uitdaging voor circulaire start-ups om te concurreren met wegwerpverpakkingen en aanvullend overheidsbeleid is nodig om hergebruiksystemen te ondersteunen en op te schalen. Dit rapport over best practises toont aan dat het kan.

 

Wat is de rol van overheidsbeleid?

In een overleg met de Kamercommissie voor Leefmilieu erkent Minister Khattabi dat het probleem van wegwerpplastics bij de bron moet worden aangepakt, en dat alle problematische en onnodige kunststofartikelen dienen te worden geëlimineerd via de omzetting van de SUPD.

Het ontwerp Koninklijk Besluit stelt daarom een verbod voor op eenmalige take-away plastic drinkbekers en voedselverpakkingen voor eten dat bestemd is voor onmiddellijke consumptie, ter plaatse of om mee te nemen. Deze maatregel sluit aan bij de ambitie van België om koploper te zijn in de circulaire economie, wat een intensievere inzet op preventie en hergebruik van verpakkingen vergt. Indien de maatregel ook geldt voor niet-plastic verpakkingen zal het de transitie van wegwerp naar herbruikbare verpakkingen effectief versnellen. De oplossingen zoals beschreven in het Handboek Hergebruik tonen aan dat het mogelijk is om af te stappen van wegwerpverpakkingen.

In hetzelfde overleg stelt de Minister dat het beleid rondom kunststoffen en herbruikbaarheid in het nieuwe federale actieplan inzake circulaire economie zal worden uiteengezet. Betere implementatie en handhaving van het huidige beleid op zowel federaal als regionaal niveau (zie Samenwerkingsakkoord) is echter nu al nodig.

Op regionaal niveau worden al maatregelen getroffen tegen wegwerpverpakkingen, zoals het VLAREMA verbod op wegwerp drankverpakkingen (en voedselcontainers) bij publieke overheden en evenementen. Daarnaast heeft Vlaanderen ook een Uitvoeringsplan Kunststoffen 2020-2025 en Green Deal “Anders Verpakken” (zie tekstkader).

 

Stimuleringsprogramma’s in Vlaanderen

In 2020 is het Uitvoeringsplan Kunststoffen 2020-2025 uitgebracht door de OVAM. Het doel van het plan is om de plastic afvalberg te verkleinen en hergebruik van kunststoffen te stimuleren. In totaal zijn er 37 acties, die worden uitgevoerd door de OVAM of door andere betrokken stakeholders. Slechts 2 van de acties (acties 3 en 4) gaan expliciet over preventie (en indirect hergebruik), de rest gaat vooral over recycling. Het is op dit moment niet bekend in hoeverre hergebruiksystemen daadwerkelijk worden gestimuleerd noch wat de concrete impact is qua grondstoffenreductie.

Daarnaast is recent een Green Deal “Anders Verpakken” opgetuigd met als doel om door ketensamenwerking proefprojecten voor duurzame (herbruikbare) verpakkingen op grotere schaal te ontwikkelen. In het kader van de Green Deal zullen onder meer de Vlaamse overheid, bedrijven en kennisinstellingen samen naar alternatieven zoeken voor eenmalige verpakkingen, door verpakkingen te vermijden of te hergebruiken en daarbij ook de milieu-impact van het verpakte product te verkleinen.

 

Welke beleidsmaatregelen zijn er verder nodig?

Het huidige beleid is ontoereikend om de hergebruiktransitie effectief te versnellen. Ook met een eventueel verbod op plastic wegwerpbekers en maaltijdcontainers zijn er additionele maatregelen nodig op zowel federaal als regionaal niveau om hergebruiksystemen op te schalen. Ambitieuze kwantitatieve doelstellingen voor hergebruik moeten voorkomen dat het probleem verschuift naar andere wegwerpmaterialen. RNB stelt voor als doelstellingen voor hergebruik:

Daarnaast pleit RNB voor het beprijzen van alle wegwerpverpakkingen voor afhalen en bezorgen van dranken/maaltijden; het verplicht aanbieden van herbruikbare verpakkingen in de horeca (zoals in Frankrijk en Duitsland); nationale richtlijnen/standaarden m.b.t. praktische aspecten (om ondernemers te helpen met o.a. circulair ontwerp, reinigingssystemen, statiegeld en logistiek); het opzetten van een daadkrachtig transitieprogramma zoals Mission Reuse waar ook milieuorganisaties bij zijn betrokken, en actieve (financiële) ondersteuning vanuit Fost Plus.

 

Wat doen andere landen om hergebruik te stimuleren?

Het beste voorbeeld dat als inspiratie kan dienen voor nieuw beleid rondom herbruikbare verpakkingen is de Franse circulaire economie wet die meerdere maatregelen omvat om het gebruik van plastic wegwerpverpakkingen terug te dringen, waaronder:

Daarnaast heeft de Franse overheid een convenant gesloten met diverse marktpartijen waaronder maaltijdbezorgers om gezamenlijk te werken aan herbruikbare verpakkingen en pilotprojecten. Streven is bezorgingen zonder plastic verpakkingen voor eenmalig gebruik in 50% van de gevallen voor 1 januari 2022 en 70% voor 1 januari 2023.

Ook in Duitsland is dit jaar wetgeving aangenomen die de horeca verplicht vanaf 2023 herbruikbare verpakkingen aan te bieden voor zowel on-site als on-the-go consumptie.

Nederland overweegt momenteel om het aanbieden van wegwerpbekers en –maaltijdverpakkingen op evenementen of in restaurants, kantines, cateringfaciliteiten te verbieden, en het aanbieden van herbruikbare verpakkingen voor consumptie on-the-go en bezorging aan huis verplicht te stellen. Ook wordt het waarschijnlijk verboden in koppelverkoop (door producenten/merkeigenaren) wegwerpbekers en –maaltijdverpakkingen gratis aan te bieden.

 

Het Handboek Hergebruik en de rekentool zijn handig voor eenieder die herbruikbare verpakkingen voor afhaal- en bezorgmaaltijden wil toepassen of stimuleren. Dat kunnen individuele horeca-uitbaters zijn, maar ook lokale overkoepelende initiatieven of gemeentes.

Met deze instrumenten helpt milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux de horecasector om hun afhaal- en bezorgdienst met herbruikbare maaltijdverpakkingen zo milieuvriendelijk mogelijk in te richten.

Het handboek zet gedetailleerd op een rijtje welke keuzes er in elke stap van de keten gemaakt kunnen worden, en wat daarvan de voor- en nadelen voor het milieu zijn.

De handige rekentool kan je ondersteunen om bij het  inrichten van je hergebruikssyseem snel en inzichtelijk uit te rekenen welke milieu-impact de herbruikbare verpakkingen hebben in vergelijking met wegwerpverpakkingen. Zo helpen we horeca-uitbaters dus om die keuzes te maken die het beste zijn voor het milieu.

Steeds meer afhaal- en bezorgmaaltijden

delivery take away herbruikbaar reusable credits-brett-jordan-phUtWl8RyFE-unsplashVooral sinds de corona-pandemie maken steeds meer Belgen en Nederlanders gebruik van afhaal- en bezorgmaaltijden. Zo wordt één op de twintig Nederlandse avondmaaltijden inmiddels buitenshuis besteld. In Vlaanderen biedt 55% van de restaurants afhaal aan. Helaas zitten al die afhaal- en bezorgmaaltijden meestal in eenmalige verpakkingen. Dat zorgt voor meer afval en  zwerfafval. Daarom groeit zowel in België als Nederland de interesse voor herbruikbare alternatieven.

In Duitsland besliste de regering al dat horeca-uitbaters vanaf 2023 verplicht een herbruikbaar alternatief voor wegwerpverpakkingen voor take-away moeten aanbieden aan hun klanten. Ook de Nederlandse overheid bekijkt momenteel hoe ze herbruikbare maaltijdverpakkingen kan stimuleren, en wegwerpverpakkingen kan tegengaan. In België loopt de besluitvorming nog over de omzetting naar lokale implementatie van de Europese single use plastic richtlijn met als doel hergebruik te stimuleren. In Vlaanderen worden vanaf 2022, na bekers, ook wegwerp maaltijdbakjes verboden voor de eigen werking en evenementen van Vlaamse overheden en lokale besturen.

 

Het Handboek Hergebruik

Handboek HergebruikHet Handboek Hergebruik van Recycling Netwerk Benelux is de perfecte tool voor ondernemers die de stap van wegwerp naar hergebruik willen maken. Dit handboek geeft antwoord op al de praktische vragen voor wie aan de slag wil met herbruikbare verpakkingen.

Het is geschreven vanuit concrete ervaringen met pilootprojecten voor het afhalen en bezorgen van herbruikbare bakjes. Dit handboek helpt je om belangrijke beslissingen te nemen: hoe zorg je dat de herbruikbare verpakkingen terug komen, hoe kan je ze (laten) reinigen en hoe zit het met voedselveiligheid? Maar ook: wat is de business case van herbruikbare verpakkingen? Is dat betaalbaar?

Waarom hergebruik? Er is een grote evolutie bezig. Dankzij een Europese richtlijn die het gebruik van wegwerpplastics beperkt voor onder meer afhaalmaaltijden, komen er in alle EU-lidstaten nieuwe regels om wegwerpverpakkingen te verminderen en het hergebruik te stimuleren. Om van hergebruik de nieuwe norm te maken, willen we horeca-ondernemers ontzorgen en helpen bij het opzetten van een betaalbaar systeem.

Hergebruik wordt de norm. Zo zullen de Vlaamse gemeenten volgend jaar ook allemaal het verbod op wegwerp bekers op events moeten waarmaken. Bovendien gaat er een verbod in op wegwerp cateringsmateriaal binnen de Vlaamse gemeenten en OCMW’s. Het is dus het ideale moment om in deze duurzame evolutie mee te stappen.

Naast het overzicht van de beschikbare maaltijdbakjes en systemen licht het Handboek Hergebruik ook de bevindingen uit onze bevraging bij consumenten en restaurants toe. Twee zaken zijn zeker: hergebruik biedt een economisch en duurzaam alternatief voor wegwerp. Maar er is niet één zaligmakende oplossing. Daarom biedt het handboek een leidraad door alle opties.

Hergebruik tool: Bereken het effect van herbruikbare verpakkingen bij afhaal- en bezorgmaaltijden 

Herbruikbare verpakkingen voor afhaal- en bezorgmaaltijden zijn meestal beter voor het milieu dan wegwerpverpakkingen. De manier waarop het hergebruiksysteem is ingericht is wel bepalend voor de milieu-impact. Zo is niet aan te raden dat consumenten ook nog thuis handmatig of in de afwasmachine afwassen. Beter is om ze hooguit te spoelen met koud water, en het echte schoonmaken over te laten aan restaurants of een professionele afwasser. Ook bezorgen en afhalen per fiets zijn milieuvriendelijker dan vervoeren per scooter. En natuurlijk moeten de herbruikbare verpakkingen wel in voldoende aantallen terugkeren naar de restaurants. Kortom, de hele keten van restaurant naar klant en terug bepaalt of herbruikbare verpakkingen voor het milieu beter zijn of niet dan wegwerpverpakkingen. Die aspecten worden meegenomen in deze rekentool die de impact van de verpakkingskeuzes berekent.

Het handboek en de tool komen voort  uit het Deliveround-project dat Recycling Netwerk Benelux opzette met Deliveroo in de stad Hasselt (België). Dit project werd gefinancierd door Vlaanderen Circulair. Zowel het Handboek als de tool zijn toepasbaar op alle horecazaken in Nederland en België. Recycling Netwerk Benelux heeft milieu-innovatie student Timo Verburgt gevraagd om de rekentool te ontwikkelen in het kader van zijn gecombineerd afstudeervak en stage. Zijn managementsamenvatting en rapport zijn ook openbaar toegankelijk.

Met vragen om informatie over het Handboek Hergebruik of de rekentool kan u terecht bij jose.potting@recyclingnetwerk.org.

 

De campagne werd gecoördineerd door het Plastic Peuken Collectief, een landelijk samenwerkingsverband van milieuorganisaties, bedrijven en burgers dat een verbod wil op de plastic filters.

Sigarettenpeuken zijn plastic. Met de actie Plastic PeukMeuk vraagt het Plastic Peuken Collectief  om een verbod op plastic filters. Ook willen zij dat de tabaksindustrie verantwoordelijk wordt gemaakt voor het voorkomen en het opruimen van dit plastic afval.

Want de filters van de peuken breken niet af. Bijna alle filters zijn gemaakt van celluloseacetaat, een soort plastic. Maar buiten de tabaksbedrijven weet bijna niemand dat. Daarmee dragen zwerfpeuken sterk bij aan de wereldwijde vervuiling door plastics. Ze leiden ook tot hogere opruimkosten voor gemeenten. Ze ontsieren de leefomgeving.

“In de landelijke discussie over vervuiling door plastic komen sigarettenpeuken nauwelijks aan bod, terwijl er elke dag een volle vuilniswagen aan plastic peuken op straat belandt in Nederland’’, zegt campagneleider Karl Beerenfenger.

“Opruimacties alleen lossen het probleem niet op. We moeten het product zelf aanpakken. We willen af van de plastic sigarettenfilter. Deze filters zijn niet goed voor het milieu.’’ Filters zijn giftig gebleken voor vissen en ook de groei van bepaalde grassen wordt belemmerd wanneer er peuken tussen liggen. ‘’We vragen dan ook aan de regering om sigarettenfilters met plastic te verbieden, en zich hier ook in Europees verband voor in te zetten. De eerste stap is een onderzoek naar de mogelijkheden om een verbod in te stellen”, zegt Beerenfenger.

Artikel 8 van de Europese Single Use Plastics Directive (SUPD) voorziet dat tabaksproducenten alvast de opruimkosten voor peuken met plastic filters moeten betalen.

Rob Buurman, directeur van milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux, zegt: “We roepen de Nederlandse overheid op om het aantal zwerfpeuken scherp te monitoren, en realistische opruimkosten per peuk vast te stellen. Zo kan de overheid de tabaksproducenten motiveren om te voorkomen dat peuken in het milieu terechtkomen. Als stok achter de deur stellen we voor dat een wettelijke doelstelling van -70% peuken in het milieu tegen eind 2023 wordt opgenomen.”

Constance Steenkamp van Amsterdam Plastic Smart City benadrukt de omvang van het probleem: ”Bij de gemeente Amsterdam is het op dit moment lastig om aparte aandacht voor het opruimen van peuken te hebben vanwege de hoge kosten die het met zich meebrengt.”

Ook op het Noordzeestrand is vervuiling van sigarettenfilters een probleem. Ewout van Galen van Stichting De Noordzee: “Het strand is geen asbak, maar op toeristische stranden zijn sigarettenfilters al jaren het meest gevonden soort afval. Dieren kunnen de filters aanzien voor voedsel. Eén enkele sigarettenfilter kan wel 8 liter water vervuilen. Daarom staat sigarettenfilter vervuiling en de aanpak ervan deze zomer centraal in onze jaarlijkse Boskalis Beach Cleanup Tour waarbij we van 1 tot en met 15 augustus met duizenden vrijwilligers de héle Noordzeekust opruimen.”

Deelnemers legden de geraapte peuken vast via de app Litterati. GoClean stelt net als in 2020 een rapport op, dat verwacht wordt eind juli.

Sinds 2019 bundelen de volgende organisaties de krachten in het Plastic Peuken Collectief om zwerfpeuken aan te pakken: The Ocean Movement (voorheen: By the Ocean we Unite), Seavents, Sea Going Green, Save Your Butt, Recycling Netwerk Benelux, Ecomondo, Peukenmeisje, The Bamboo Brush Society, Smyle, Plastic Soup Surfer en Straw by Straw. In 2019 en 2020 gingen mensen ook de straten op en raapten respectievelijk 51.000 en 142.000 peuken.

Contact – interviews: Karl Beerenfenger | Campagneleider & projectleider We Are Nature | +31 6 18 632 023

Foto credits: Jerry de Mars

In de media:

Trouw, Rapers plukken half miljoen peuken van straat, 12 juli 2021

BNNVara, Half miljoen giftige peuken geraapt, pak dit product aan! – Vroege Vogels, 12 juli 2021

Nature Today, Actie tegen plastic peuken in de natuur, 12 juli 2021

Online:

Website: www.plasticpeukencollectief.nl

Facebook: https://www.facebook.com/PlasticPeukenCollectief

Instagram: https://www.instagram.com/plastic_peuken_collectief/

Gezamenlijk persbericht van Recycling Netwerk Benelux, Plastic Soup Surfer, Plastic Soup Foundation, Greenpeace Nederland, Natuur & Milieu en Stichting De Noordzee

Staatssecretaris Stientje van Veldhoven heeft op 3 februari 2021 beslist dat er met ingang van 31 december 2022 ook op blikjes statiegeld zit. Gisteren kwam het bedrijfsleven met een plan om die blikjes niét via de supermarkten in te gaan zamelen. Een heel slecht plan volgens diverse milieuorganisaties. “Alle drankverpakkingen met statiegeld worden via de supermarkt ingezameld, behalve blikjes? Dit is geen serieus voorstel”, reageert Rob Buurman, directeur van Recycling Netwerk Benelux.

Dinsdag 6 juli 2021 kondigden brancheorganisatie van de supermarkten CBL en koepel van de levensmiddelenindustrie FNLI gezamenlijk aan dat zij een uitvraag gaan doen naar een landelijk dekkend “innamesysteem voor blikjes buiten de supermarkt”. Buurman: “Het uitdenken en opzetten van zo’n heel nieuw systeem, bovenop het huidige statiegeldsysteem, is onnodig ingewikkeld, omslachtig en veel duurder dan de blikjes toevoegen aan het bestaande systeem in de supermarkt. Het valt onmogelijk te realiseren binnen de wettelijke deadline. En de consument begrijpt er niks meer van.”

Daarom vraagt Recycling Netwerk Benelux samen met Plastic Soup Surfer, Plastic Soup Foundation, Greenpeace Nederland, Natuur & Milieu en Stichting De Noordzee een krachtige reactie van staatssecretaris en Tweede Kamer zodat supermarkten hun verantwoordelijkheid niet ontlopen.

 

Zoveelste vertragingsmanoeuvre

Met dit geheel nieuwe systeem zullen de betrokken bedrijven de wettelijke verplichting in de statiegeldwetgeving niet op tijd nakomen. Zo zijn er voor het landelijk inzamelen van blikjes via automaten op openbaar terrein vergunningen nodig in alle Nederlandse gemeenten. Het is onrealistisch om te denken dat die vergunningen op tijd verleend worden.

“Wanneer de supermarkten door hun eigen ingewikkelde procedure in tijdnood komen, gaan ze dit als drogreden gebruiken om opnieuw uitstel van statiegeld op blikjes te vragen. Het gaat hier dan ook om de zoveelste vertragingsmanoeuvre zoals we al zo vaak hebben gezien in het statiegelddossier”, voorspelt Rob Buurman.

 

Goedwerkende systemen kennen inzameling via supermarkt

De eerste fase van de statiegelduitbreiding, de kleine flesjes, startte vorige week 1 juli. Het enthousiasme in de maatschappij voor deze populaire, effectieve en broodnodige milieumaatregel is overal zichtbaar. Het is duidelijk dat men uitkijkt naar de blikjes, waar per 31 december 2022 statiegeld op zit.

Veruit de meeste plastic flesjes en blikjes, zo’n 80 procent, worden verkocht in supermarkten. Het is dan ook logisch dat supermarkten een verantwoordelijkheid hebben voor de inname daarvan. In het buitenland zamelen de supermarkten ongeveer 90 procent van de statiegeldverpakkingen in. In bijna alle andere landen met statiegeldsystemen zoals bijvoorbeeld Duitsland, Noorwegen of Litouwen staat er daarom een innameplicht in de wet. Ook in Schotland, waar vanaf 1 juli 2022 statiegeld wordt ingevoerd, is een innameplicht verankerd in wetgeving.

In Nederland was in de oude wetgeving, het Besluit Beheer Verpakkingen, via artikel 12 een innameplicht voor supermarkten voorzien. Recycling Netwerk Benelux, Natuur & Milieu, Plastic Soup Foundation, de Plastic Soup Surfer, Greenpeace en Stichting De Noordzee, hebben meermaals benadrukt dat een innameplicht voor supermarkten een cruciaal onderdeel is van een goedwerkend statiegeldsysteem, en werden hierin bijgestaan door verschillende gemeenten, de Consumentenbond en Metalen Verpakkingen Nederland (MVN).

In de onderhandelingen met het bedrijfsleven heeft de regering echter besloten om deze innameplicht voor verkooppunten te schrappen, waardoor supermarkten nu kunnen weigeren om als innamepunt te fungeren.

 

De politiek en de drankproducenten aan zet

“Decennialang heeft het bedrijfsleven onterecht beweerd dat statiegeldsystemen “zeer duur” zijn. Maar nu komen de supermarkten zelf aanzetten met plannen voor een omslachtig en duur systeem, met de bedoeling de invoering van statiegeld op blikjes te frustreren. Het is een cynische sabotagepoging”, zegt directeur Rob Buurman van Recycling Netwerk Benelux.

Grote drankproducenten zoals Heineken en Coca-Cola zouden zich expliciet moeten uitspreken tegen het plan van inzameling buiten de supermarkten. Naast de consument hebben zij hier het meeste bij te verliezen: zij moeten het inzamelsysteem immers financieren en zij zijn verplicht een doelstelling van 90% gescheiden inzameling te halen.

“We roepen ook de supermarkten zelf op: maak het niet moeilijker dan het is, en zamel gewoon de blikjes eind volgend jaar in, op dezelfde plek waar jullie de plastic flessen nu al inzamelen: in de supermarkt”, zeggen milieuorganisaties Recycling Netwerk Benelux, Plastic Soup Surfer, Plastic Soup Foundation, Greenpeace Nederland, Natuur & Milieu en Stichting De Noordzee in een gezamenlijk persbericht.

Ook de overheid is aan zet. Staatssecretaris Van Veldhoven heeft een besluit genomen dat statiegeld invoert, in eerste fase plastic flessen en in tweede fase voor blikjes. Het zou een smet zijn op dat resultaat als blijkt dat de wetgeving niet solide genoeg is om nieuwe vertragingstactieken te voorkomen “We roepen de staatssecretaris op om zo snel mogelijk maatregelen te treffen om vertraging van de invoering van statiegeld op blik te voorkomen”,  besluiten de milieuorganisaties in een gezamenlijk persbericht.

 

Rob Buurman, directeur Recycling Netwerk Benelux rob.buurman@recyclingnetwerk.org
Merijn Tinga, Plastic Soup Surfer
Maria Westerbos, directeur Plastic Soup Foundation
Diederick van den Ende, plastic campaigner Greenpeace NL
Jelmer Vierstra, programmaleider circulaire economie Natuur & Milieu 
Ewout van Galen, programmaleider Schone Zee Stichting De Noordzee

 

In de media:

Distrifood: Nieuws ‘Weer vertragingsmanoeuvre van supers in statiegeld’, 7 juli 2021

AfvalOnline, ‘Zoveelste vertragingsmanoeuvre in statiegelddossier’, 7 juli 2021

Plastic Soup Foundation, Milieuorganisaties: blikjes met statiegeld niet via de supermarkten inzamelen is een slecht idee, 7 juli 2021

FoodBusiness.nl, Blikjes straks inzamelen buiten supermarkt, 1 september 2021

Foodlog, Milieuorganisaties boos op supers en fabrikanten – Statiegeldinzameling blik buiten supers om is ‘poging tot sabotage’, 7 juli 2021

AfvalOnline, Zoveelste vertragingsmanoeuvre in statiegelddossier?, 14 september 2021

EenVandaag, Statiegeld op kleine plastic flesjes: een goede zaak volgens supermarkten, maar het levert wel enorm veel werk op, 8 september 2021

Distrifood, Statiegeld: Kabinet stelt CBL deadline voor alternatief plan , 18 november 2021

 

 

1 juli start in Nederland het statiegeld op kleine plastic flesjes. Gisteren gaf een vrolijke Nederlandse staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) samen met de Statiegeldalliantie het startschot op het strand van Scheveningen.

In Antwerpen vroegen CD&V-voorzitter Joachim Coens, het Algemeen Boerensyndicaat ABS, Groen-voorzitster Meyrem Almaci, manager Tom Domen van het bedrijf Ecover, de Brusselse kajakkers van Canal it Up, de vrouwenorganisatie Ferm, Bond Beter Leefmilieu en Régine Florent dat de Vlaamse, Brusselse en Waalse regeringen het voorbeeld van Nederland zouden volgen.

“De Nederlanders krijgen vanaf nu een mooiere en schonere leefomgeving, dankzij het statiegeld dat vandaag ingaat op plastic flesjes en volgend jaar op blikjes. De vervuiling en de kosten van de gemeenten zullen sterk dalen. De risico’s voor dieren worden kleiner. Dit is dus een grote overwinning voor iedereen die hiervoor gevochten heeft.” Recycling Netwerk Benelux nam in 2017 het initiatief om de Statiegeldalliantie op te richten. Intssen voeren al meer dan 1.100 partners campagne voor statiegeld in België én Nederland, onder de vlag “Statiegeld, Yes We Can”.

De Staatssecretaris voor Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven besliste voor statiegeld op flesjes in april 2020 en statiegeld op blikjes in februari 2021. Het statiegeld op blikjes gaat in op 31 december 2022.

“De positieve impact op de Nederlandse leefomgeving zal historisch zijn”, zegt directeur Rob Buurman van Recycling Netwerk Benelux: “Momenteel belanden er elk jaar circa 200  miljoen flesjes en blikjes in het milieu. Dus elke dag 4 vuilniswagens vol flesjes en 5 vuilniswagens vol blikjes in de natuur. Statiegeld reduceert het aantal flesjes en blikjes in het milieu met 70 tot 90 procent. Wanneer ook de tweede fase met blikjes start, zullen ook de Nederlandse koeien minder risico lopen op kwetsuren door stukjes van blik”. In Duitsland zijn blikjes vandaag slechts 0,03 procent van het zwerfafval. De Duitse regering besliste op 20 januari om het Duitse statiegeldsysteem uit te breiden met de drankverpakkingen van sappen, wijn en zuivel.

De Statiegeldalliantie bestaat van bij de oprichting uit Nederlandse en Belgische leden. Nu het statiegeld op flesjes en blikjes in Nederland beslist is door de politiek, en de samenleving de maatregel bovendien met enthousiasme onthaalt, wordt de druk op de Belgische ministers van milieu (in Vlaanderen Zuhal Demir (N-VA), in Brussel Alain Maron (Ecolo) en in Wallonië Céline Tellier (Ecolo) logischerwijs groter. De zwerfvuilberg groeit immers sterk de laatste jaren, bleek uit de recentste tellingen van Ovam.

Gerelateerde artikels

Het Laatste Nieuws, Statiegeldalliantie wil dat België Nederlands voorbeeld volgt, 1 juli 2021

MSN, Statiegeldalliantie viert feest vandaag, 1 juli 2021

AD, Vanaf 1 juli ook statiegeld op kleine plastic flesjes, 30 juni 2021

Test Aankoop, Test Aankoop pleit voor statiegeld op blik en petflesjes

Distrifood, Innocent wil statiegeld op eigen smoothieflessen, 1 juli 2021

Telegraaf, Pakketjes duurder, wegwerpplastic verboden en rookruimtes dicht: dit verandert er vanaf 1 juli, 1 juli 2021

RTV Drenthe, Stelling: Fijn dat er statiegeld zit op kleine flesjes

Hart van Nederland, Kleine flesjes kunnen vanaf vandaag ook ingeleverd worden, maar welke precies en waar?

NOS, Minimumloon omhoog, huur bevroren, statiegeld op flesjes: dit gaat veranderen per 1 juli, 27 juni 2021

EenVandaag, Vanaf nu ook statiegeld op kleine plastic flessen, 1 juli 2021

BN De Stem, Sportclubs profiteren van statiegeld op plastic flesjes, nieuwe manier van doneren

Noot: We hebben de rechten op alle foto’s, uw redactie mag deze vrij gebruiken. 

De coalitie, bestaande uit Recycling Netwerk Benelux, Stichting De Noordzee, Plastic Soup Foundation, Plastic Soup Surfer en Natuur & Milieu, roept het huidige én nieuwe kabinet op om steviger in te zetten op preventie en hergebruik.

Nederland staat op de vierde plek van landen die wereldwijd het meeste plasticafval produceren, volgens recent onderzoek. Naast de lijst kunststofproducten die vanaf 3 juli worden verboden, zijn er volgens de coalitie nog veel meer vervuilende producten zoals plastic confetti, spatplastics en plastic vuurwerk die in de natuur belanden. Daarom vraagt de coalitie aan het nieuwe kabinet om zo snel mogelijk de lijst van verboden kunststofproducten uit te breiden. Inspiratie hiervoor biedt de Franse circulaire economiewet die nu al verder gaat dan de minimumvereisten van de Europese richtlijn. Zo verbiedt de Franse wet onder andere plastic theezakjes

Hergebruik staat centraal in de aanbevelingen van de milieuorganisaties, niet alleen om zwerfafval tegen te gaan maar ook om grondstoffenverbruik te verminderen. Jaarlijks worden in Nederland zo’n drie miljard koffiebekers na eenmalig gebruik weggegooid, en ongeveer 876 miljoen verpakkingen voor afhaal- en bezorgmaaltijden.

Het is daarom niet verrassend dat wegwerpdrank- en voedselverpakkingen (of fragmenten daarvan) worden aangetroffen in de top 5 van zwerfvuil langs Nederlandse rivieroevers, maar ook op stranden en in zee waar ze bijdragen aan de wereldwijde plasticsoep. De coalitie roept daarom de huidige regering op om ambitieuze reductiedoelstellingen op te nemen in een ministeriële regeling die nu in voorbereiding is. Door wegwerpverpakkingen te vervangen door herbruikbare alternatieven kan tegen 2026 het aantal wegwerpdrinkbekers op de markt gehalveerd worden en het aantal maaltijdcontainers met minimaal 30% verminderd worden.

Een eerste concrete stap in de hergebruiktransitie is het stoppen met wegwerpverpakkingen binnen overheidsinstellingen en tijdens publieke evenementen, zoals ook de Vlaamse regering vorig jaar al besliste. De milieuorganisaties stellen voor om, net als in Duitsland, wetgeving in te voeren die de horeca verplicht om herbruikbaar eet- en drinkgerei te gebruiken voor consumptie ter plekke, en herbruikbare verpakkingen aan te bieden voor takeaway. Tot slot pleit de coalitie voor een verbod op het gratis aanbieden van plastic drinkbekers en maaltijdcontainers voor eenmalig gebruik. Recent onderzoek van CE Delft toont aan dat het beprijzen van wegwerpdrinkbekers met €0,25 effectief is om consumenten te stimuleren om te kiezen voor herbruikbare bekers.

Dat schrijven de milieuorganisaties Bond Beter Leefmilieu, Recycling Netwerk Benelux en Zero Waste Belgium in een gezamenlijke nota die ze aan de federale regering stuurden.

Op 3 juli moet de Europese richtlijn over wegwerpplastics geïmplementeerd zijn in het Belgisch recht. De federale regering buigt zich momenteel over de maatregelen die in een Koninklijk Besluit (KB) worden vastgelegd.

Ongeveer de helft van het plastic afval dat in zee belandt bestaat uit take-away verpakkingsafval. De milieuorganisaties steunen daarom voluit het voorgestelde verbod op wegwerp plastic tasjes, drinkbekers en maaltijdcontainers dat in het ontwerp-KB van minister Zakia Khattabi voorzien is. Dit is een cruciale maatregel in de strijd tegen plasticvervuiling van rivieren, zeeën en oceanen.

Om te vermijden dat het verbod op plastic drinkbekers en maaltijdcontainers leidt tot een vervanging door andere wegwerpmaterialen, zullen herbruikbare verpakkingen verplicht moeten worden aangeboden in de horeca vanaf 2023. Daarom vragen we aan de federale regering om ook scherpe doelstellingen voor het aandeel hergebruikverpakkingen te formuleren in het KB. De Belgische regering kan maatregelen overnemen van de Franse Circulaire economie-wet die in 2040 alle overbodige wegwerpplastics verbiedt. Als opmaat daarnaartoe mogen horecabedrijven in Frankrijk vanaf 2023 enkel nog herbruikbaar servies aanbieden voor in-house consumptie. Ook in Duitsland is dit jaar wetgeving aangenomen die de horeca verplicht vanaf 2023 herbruikbare verpakkingen aan te bieden voor zowel on-site als on-the-go consumptie.

Om de doelstelling van de Europese richtlijn voor gescheiden inzameling van drankflessen te bereiken, moet de federale regering een statiegeldsysteem invoeren. Het federaal regeerakkoord voorziet die mogelijkheid via de hervorming van de verpakkingsheffing.

9 op 10 Belgisch Limburgers willen snel statiegeld op blikjes en plastic flessen in België. Dat titelt Het Belang van Limburg vandaag op haar voorpagina, op basis van een grootschalig onderzoek bij meer dan 6.000 respondenten.

De Statiegeldalliantie, waar Recycling Netwerk een stichtend lid van is, reageerde deze ochtend meteen met een persbericht:

De Statiegeldalliantie schrijft: “Het grote aantal respondenten toont dat het thema sterk leeft, ook in deze coronatijden. Het aantal voorstanders van statiegeld stijgt sterk, tot 88 procent. Dat is 11 procentpunten méér dan de peiling van Het Belang van Limburg drie jaar geleden. Daarmee wordt statiegeld stilaan de populairste milieumaatregel ooit. Wij merken de steeds dringender vraag naar statiegeld ook in de sterke toename van gemeenten, organisaties en bedrijven die zich aansluiten bij ons”

Door een sneeuwbaleffect van aansluitingen telt de Statiegeldalliantie nu reeds 1.139 partners. Daarbij zwaargewichten zoals Ferm, Algemeen Boeren Syndicaat, Test Aankoop, Ecover en Limburg.net.

Meer dan 2 op 3 Vlaamse gemeenten zijn lid van de alliantie. Ook in franstalig België is er nu veel beweging. Brusselse jongeren startten een petitie die op 31 maart tot een hoorzitting in het Brussels Parlement leidde. Onder meer de Waalse steden en gemeenten Dinant, Ciney, Baelen, Olne, Thimister en Saint-Hubert sloten zich de voorbije weken aan. In Hannut, Jalhay, Dison, Ans, Roeulx buigen de gemeenteraden er zich dezer dagen over. Waalse vrijwilligers bekwamen via een petitie ook een hoorzitting over statiegeld in het Waals parlement op 11 mei. Zowel de Brusselse als de Waalse regering schreven in 2019 statiegeld in hun respectievelijke regeerakkoorden.

De recentste Vlaamse zwerfvuilcijfers zijn desastreus. Het probleem is dus groot. Het statiegeldsysteem is geen theoretisch concept, maar werkt al jaren in de dagelijkse praktijk in 40 landen – en met groot succes. Statiegeld vermindert de aanwezigheid van plastic en blik met 70 tot 90 procent, concludeert het onderzoek van CE Delft in opdracht van de Nederlandse overheid.

De Statiegeldalliantie benadrukt : “Extra Vlaamse ‘onderzoeken’ of ‘tussentijdse evaluaties’ zijn dus pure tijdsverspilling. Het kan toch niet zo zijn dat 3 belangenverenigingen Comeos (supermarkten) Fevia (voedselmultinationals) en Fost Plus (hun filiaal voor afval) deze milieumaatregel waar 9 op de 10 mensen om vraagt nog langer kunnen tegenhouden? De oplossing van statiegeld kan makkelijk gekopieerd worden uit het buitenland, zodat de regering kan ingaan op de bijna unanieme vraag van de mensen en meer dan 1.100 bedrijven, organisaties en gemeenten”.

De grote populariteit van statiegeld in deze peiling verhoogt dus de druk op milieuministers Celine Tellier (Wallonië; Ecolo), Alain Maron (Brussel; Ecolo) en Zuhal Demir (Vlaanderen; N-VA) om met concrete decreten te komen. De Statiegeldalliantie roept de drie gewestelijke milieuministers op om snel Statiegelddecreten in te dienen in hun respectievelijke parlementen. Daarnaast verwach ze van de federale regering dat ze haar regeerakkoord concreet maakt door een statiegeldregeling te incorporeren in de verpakkingsheffing.

In Nederland bracht de grote druk uit de samenleving de Nederlandse regering Rutte III tot het besluit dat er per 1 juli statiegeld zit op alle plastic flessen (behalve zuivel en sappen). Dat is dus binnen 9 weken. Volgend jaar ook op de blikjes. De regering van Angela Merkel (CDU) breidt het bestaande Duitse statiegeldsysteem voor plastic en blik uit naar alcoholische dranken, zuivel en sappen. Onder meer Belgisch voormalig premier Yves Leterme en VN-topexpert Jean-Pascal Van Ypersele dringen er op aan dat de Belgische regeringen snel hetzelfde doen.

De Statiegeldalliantie verenigt de 1.139 heel diverse partners achter 1 eenvoudige vraag aan de Nederlandse en Belgische regeringen: “Voer snel statiegeld in op blikjes en alle plastic flessen”. De alliantie waardeert dan ook het engagement van de voorzitter van regeringspartij CD&V, voorzitter Joachim Coens, om de statiegeldbesluiten van Nederland snel te volgen. De Statiegeldalliantie besluit: ”Nederland, Yes We Did It! België, Yes We Can!”

Artikels van het Belang van Limburg

9 op de 10 Limburgers zijn voor statiegeld

 

Extra info
Lijst van alle partners van de Statiegeldalliantie
Lijst van de gemeenten en steden aangesloten bij de Statiegeldalliantie
Kaart met de aangesloten gemeenten

Persbericht van de Statiegeldalliantie op : https://statiegeldalliantie.org/2021/04/9-op-10-limburgers-is-voorstander-statiegeld-stilaan-de-populairste-milieumaatregel-ooit/

Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard onder de titel “Oude wijn in nieuwe blauwe zakken”

In 2019 telde de Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij 22,6 miljoen kilo zwerfvuil, een desastreus resultaat. De Vlaamse regering beloofde (in 2016) dat het zwerfvuil volgend jaar ‘slechts’ 14 miljoen kilo zou bedragen. Ze is dus jaarlijks 860 tientonners vol zwerfvuil verwijderd van dat doel. Steeds meer mensen vragen dan ook om het Nederlandse voorbeeld te volgen. Statiegeld reduceert de drankverpakkingen in de natuur met zeventig tot negentig procent volgens onderzoek in opdracht van de Nederlandse overheid. Tot tien keer minder troep op straat.

 

Wie is er nog tegen statiegeld? De voedingsindustrie en de supermarkten, via Comeos en Fevia, lobbyen er tegen. Ook Fost Plus, de vzw die ze samen runnen, protesteert. Maar dat is het zowat. Dat de supermarkten al decennia lang probleemloos de bakken bier met statiegeld innemen, daar zwijgen ze zedig over.

 

Wie is er voorstander van statiegeld? Intussen 1.125 Nederlandse en Belgische organisaties en bedrijven, waaronder 205 Belgische steden en gemeenten. Boeren, burgemeesters, milieuactivisten en bedrijfsleiders, zij aan zij. En 8 op de 10 Belgen, van links tot rechts. Nooit eerder was er zo’n groot draagvlak voor een milieumaatregel.

 

De Duitse en Nederlandse circulaire ambities 

 

De Nederlandse regering keurde het statiegeldbesluit goed hoewel ze al in lopende zaken was na de Toeslagenaffaire. Ook de Duitse regering besliste vorige maand de uitbreiding van statiegeld naar sappen, wijn en zuivel. Onze buurlanden zijn de thuishavens van wereldspelers Aldi, Lidl, Ahold Delhaize en Heineken. Dat hield liberaal Mark Rutte en christendemocrate Angela Merkel niet tegen. Ze stelden een propere leefomgeving boven de bezwaren van de supermarkt-CEO’s.

 

Maar er zit meer achter. De regeringsleiders willen hun bedrijven ook voorbereiden op de circulaire economie. De Europese richtlijn over wegwerpplastics eist 90% gescheiden inzameling van plastic flessen tegen 2029. Enkel statiegeld haalt die hoge percentages. Statiegeld komt er dus sowieso dit decennium in alle EU-lidstaten. Door het nu al in te voeren stimuleren Rutte en Merkel de know-how van hun bedrijven zodat die klaar staan wanneer die markt zich uitbreidt tot de 400 miljoen Europese consumenten.

 

Zwerfvuilboetes en zwerfvuilcharters

 

CD&V-minister Joke Schauvliege wou in 2018 statiegeld invoeren. Maar onder druk van Comeos, Fevia en Fost Plus besliste de regering-Bourgeois om het ‘nog eens zonder statiegeld te proberen’. Het schrijnende resultaat is na drie jaar bekend. Het zwerfvuil daalde niet, maar stijgt dramatisch tot jaarlijks volle 22.64 tientonners. De bordjes, de sensibilisering en de boetes leverden nul resultaat op.

 

De mayonaise pakt niet. Nu stelt milieuminister Zuhal Demir (N-VA) voor om de GAS-boetes voor een weggegooid flesje of blikje te verhogen van 350 euro naar 500 euro. Boetes hebben geen afwerend effect als de pakkans laag is. Een blikje weggooien is op een seconde gebeurd. Het is veel moeilijker te betrappen dan bijvoorbeeld een auto die een half uur verkeerd geparkeerd staat. Of de boete nu 500 of 1000 euro is, dat maakt dus geen verschil.

 

Daders identificeren is arbeidsintensief en duur. Een verkeerd geparkeerde auto heeft een nummerplaat. Maar niemand hangt zijn naamkaartje aan een weggegooid blikje. Zo riskeert de Vlaamse belastingbetaler dubbel te betalen: éénmaal voor de werkuren van politieagenten die camerabeelden analyseren. En een tweede keer voor de opruimkosten die blijven stijgen tot er statiegeld wordt ingevoerd. Boetes en charters zullen het zwerfafval niet doen dalen. En al zeker niet met de 8.600 ton die nodig is om het doel te halen. Méér van hetzelfde, falende, beleid zal geen trendbreuk veroorzaken.

 

Daadkracht 

 

Het probleem is zo klaar als een klontje en de oplossing ook. Er hoeft niks meer ‘bestudeerd’ of ‘geëvalueerd’ te worden. Alle noordelijke landen gebruiken nu het beproefde recept van statiegeld. De Belgen lusten er ook pap van. Acht op de tien Belgen is voor, of ze nu links of rechts stemmen. En 205 burgemeesters vragen om Vlaanderen en België met statiegeld weer proper te krijgen.

 

Ministers zitten niet op hun post om af te wachten. Wel om knopen door te hakken en beslissingen te nemen. Wat is belangrijker? De besognes van enkele supermarkt-CEO’s of de leefomgeving van alle Vlamingen? De Brusselse, Waalse en de federale regering schreven de mogelijkheid van statiegeld wel al in hun respectievelijke regeerakkoorden.

In Nederland start het statiegeld op alle plastic flessen op 1 juli. Op de blikjes eind volgend jaar. Dat heet daadkracht en leiderschap. De VVD van Mark Rutte en D66 van de staatssecretaris werden er electoraal helemaal niet voor afgestraft; ze wonnen de Tweede-Kamerverkiezingen met glans.

 

Samen vertegenwoordigen wij een Belgische consumentenorganisatie, milieuorganisaties en een boerenorganisatie. We zijn het zeker niet eens over alle milieudossiers. Hierover wel. En met ons ook 1.1.25 gemeenten, organisaties en bedrijven via de Statiegeldalliantie. Vlaamse regering, stop nu eens met rond de hete brij te draaien. Stop met oude wijn in nieuwe zakken te verkopen. Volg het model van het Noorden voor de aanpak van zwerfvuil. En beslis nu eens eindelijk die eenvoudige maatregel waar iedereen om vraagt. Zodat we na de coronacrisis weer kunnen buiten stappen in een veel properder Vlaanderen.

 

Tom Zoete, de Statiegeldalliantie en Recycling Netwerk Benelux

Eric Claeys, Algemeen Boerensyndicaat (ABS)

Tycho Van Hauwaert, Bond Beter Leefmilieu (BBL)

Simon November, Test Aankoop

GMF en RNB vragen Aldi om verantwoordelijkheid te nemen als internationale warenhuisketen en mee te ijveren voor statiegeld op blikjes en flesjes. GMF is na de actie in 2017 bij Coca Cola en de peukenraapacties niet meer aan haar proefstuk toe.

 

Golden Power award

Het Aldi-personeel uit de Dendermondsesteenweg werd vandaag op de middag kort opgeschrikt toen een vreemdsoortig verklede actievoerder van GMF een kar vol lege Golden Power-blikjes langs de kassa indiende. De blikjes kwamen uit de bermen rond de Aldiwinkel. Uit de megafoon schalde:’Proficiat! Aldi verkoopt het meest favoriete wegwerpblikje! Uit een steekproef blijkt dat Golden Power het meest gevonden wegwerpblikje is. Speciaal daarom komen we u deze blikjes teruggeven. Zo’n gewenste objecten laat je toch niet op straat liggen?De gerant van Aldi kreeg er een ‘Golden Power Award’ bovenop. De actie kadert in de campagne Back to Sender.

Aldi en verantwoordelijkheid 

De internationale warenhuisketen Aldi is de Ryanair van de supermarkten, met een hoog zakelijk rendement en een hoge ecologische voetafdruk. De blikjes, flesjes en winkelzakken van Aldi zijn dominant aanwezig in het straatbeeld. Aldiverpakkingen vertegenwoordigen helaas een disproportioneel hoog aandeel van het Gentse zwerfvuil en sluikstorten. Met deze actie vragen wij Aldi en andere supermarkten om hun verantwoordelijkheid te nemen. Het is te gemakkelijk om de paraplu op te steken en de vinger te wijzen naar hun eigen klanten. Wij vragen Aldi België mee te ijveren voor statiegeld, een bewezen middel om drankverpakkingen uit de natuur en de berm te halen zoals in moederland Duitsland. We vragen dat ook de andere supermarkten, onder leiding van handelsfederatie Comeos, hun gelobby tegen de invoering van statiegeld stoppen.

Statiegeld: na Duitsland, Nederland… ook België!

In Duitsland heeft een blikje een waarde van 25 cent. Aldi bezit dus al de knowhow om met statiegeld om te gaan en om dit in haar volledige keten te integreren. Wat in Duitsland en de rest van Europa kan, is hier ook mogelijk. 70 tot 90 procent vermindering van de flesjes en blikjes, tot tien keer minder afval dus langs onze straten, pleinen en parken, daar tekent toch elk redelijk mens voor? Uiteraard verwachten we dit van àlle warenhuisketens – niet enkel van Aldi. Als je weet dat statiegeld reeds in 39 landen en regio’s zorgde voor een daling van zwerfvuil tot 40 procent – dan is de keuze duidelijk! #StatiegeldYesWeCan!

Meer info:

 

Systeemverandering moet focussen op grondstoffenreductie

De “Dutch Sustainable Growth Coalition” (DSGC), geleid door de CEO’s van AkzoNobel, DSM, FrieslandCampina, Heineken, KLM, Philips, Shell and Unilever, pleitte vorige maand voor systeemverandering in de kunststofketen, maar gaat voorbij aan het feit dat er meer nodig is dan recycling. Een échte systeemverandering betekent een significante reductie in de hoeveelheid plastics, en daarmee grondstoffen, die in onze samenleving wordt ingezet. Ook al spreekt de coalitie de intentie uit om minder materialen te gebruiken en zero waste te opereren, ze gaat nauwelijks in op preventie of hergebruik strategieën. Terwijl daar juist de nadruk op zou moeten liggen. Anders zal het totale grondstoffenverbruik alsnog toenemen, in strijd met duurzaamheid.

Om de transitie richting een circulaire economie te realiseren zullen wegwerpplastics zoveel mogelijk moeten worden uitgefaseerd, overbodige verpakkingen vermeden, circulair ontwerp van producten verplicht en hergebruiksystemen opgeschaald (zie het werk van Mission Reuse).

R-ladder vraagt om innovaties gericht op productfuncties

De coalitie van multinationals lijkt het concept van circulair design en zero waste te omarmen. Ze maakt echter enkele cruciale denkfouten die maatregelen de verkeerde kant op sturen. Op pagina 7 verwijst het rapport naar de tien “R” strategieën in hun zero waste hierarchy.

zero waste hierarchy

Deze verschilt op belangrijke punten van de R-ladder die de Nederlandse  overheid hanteert (zie onderstaand figuur).

De Zero Waste Hierarchy van de DSGC begint ook met Refuse, maar past dit toe op de hoeveelheid materiaal die wordt toegepast, maar niet op het aantal producten. Dit betekent dat meer producten zouden kunnen worden geproduceerd, maar net iets efficiënter met minder grondstoffen (gelijk de tweede trede Reduce). Efficiënt omgaan met grondstoffen is belangrijk, maar lichtgewicht plastics is niet altijd de beste oplossing. Minder materiaal in een verpakking (indien te ver doorgevoerd) kan ten koste gaan van de robuustheid waardoor het niet meer kan worden hergebruik. Refuse in de R-ladder gaat om de vraag of we überhaupt een bepaald product nodig hebben? Dit roept op tot creativiteit om productfuncties radicaal anders in te vullen.

Een correcte R-ladder voor de circulaire economie stelt producten, en meer specifiek hun functies  centraal. De vraag is hoe producten verpakt kunnen worden met minimaal grondstoffengebruik en milieudruk per functie-eenheid “x-aantal keer verpakken van een product”. Dat betekent dat ook meermalige verpakkingen, of hele andere verpakkingsconcepten, als alternatief moeten worden gezien voor eenmalige verpakkingen.

Er zijn veel voorbeelden van R-strategieën waarbij overbodige/wegwerp verpakkingen effectief worden vermeden. Verse groenten hoeven niet te worden verpakt als de producent laser-merken gebruikt (strategie R0 in de R-ladder). De liter flessen voor frisdrank zouden kunnen worden vervangen door een smaak- en CO2-tablet (R1). De hoeveelheid materiaal in zowel meermalige als eenmalige flessen kan worden gereduceerd (R2) door vormgeving (bijvoorbeeld door een ‘fles met taille’). Voor bier worden al meermalige (glazen) verpakking gebruikt (R3), en dit zou kunnen worden uitgebreid naar andere dranken. Voor take-away drinkbekers en maaltijdcontainers zijn er innovatieve hergebruiksystemen die moeten worden opgeschaald. Houten pallets worden nu al vaak hergebruikt (R3) én gerepareerd voor hergebruik (R4) als ze kapot zijn. De strategieën Refurbish (R5), Remanufacture (R6) zijn vooral relevant in de bouw (bijv. voor kunststof raamkozijnen, deuren). Repurpose (R7) zou kunnen worden toegepast op sommige meubels van kunststof.

De zero waste hierarchy van de multinationals heeft daarnaast een aparte trede voor Redesign terwijl dat op zichzelf geen afzonderlijke strategie is. Redesign is essentieel voor alle strategieën die gericht zijn op preventie, hergebruik en recycling, maar dat maakt het zelf nog geen strategie. Het is juist een inherent onderdeel van iedere aanpak gericht op de circulaire economie.

 

Levenscyclusanalyses mogen geen achterpoortje worden voor verboden op wegwerpplastics

Het rapport stelt dat de keuze voor een bepaalde R-strategie zou moeten afhangen van een levenscyclusanalyse (LCA) dat een “objectief” instrument zou zijn. Volgens de coalitie van multinationals zou  in dat geval niet altijd ingezet moeten worden op hergebruik, maar zouden sommige wegwerpplastics die door de Europese Single Use Plastics Richtlijn (SUPD) worden verboden  geoorloofd zijn op basis van een LCA.

Hierbij gaan de auteurs echter voorbij aan het feit dat plastic vervuiling (zwerfafval en plastic soep, die de SUPD wil terugdringen) en microplastics niet worden meegenomen in een LCA. Bovendien wordt de uitkomst van LCAs vaak bepaald door de onderliggende aannames, die kunnen worden beïnvloed door de opdrachtgevers. Omdat die baat hebben bij een bepaalde uitkomst worden vaak gunstige aannames gemaakt voor wegwerpplastics. Een LCA en hoe de resultaten worden geïnterpreteerden gecommuniceerd, is dus niet altijd volledig objectief, dit is afhankelijk van hoe het precies is uitgevoerd. Kortom, de aanbeveling van de DSCG om de Single Use Plastics Directive aan te passen zodat bedrijven alsnog bepaalde eenmalige verpakkingen kunnen gebruiken op basis van een LCA is zeker niet wenselijk. Verboden in Europese Richtlijnen dienen in principe categorisch te worden doorgevoerd, waarbij  uitzonderingen mogelijk zijn voor medische toepassingen.

Design for recycling: plaats duurzaamheid boven marketing

Plastic designEén van de problemen die de DSGC centraal stelt in het rapport is dat er onvoldoende aanbod is van goede kwaliteit gerecycled plastic. De auteurs wijzen naar de sorteerders en recyclers aan het eind van de keten om dit probleem op te lossen. Het zijn echter de producenten (oftewel, de kunststofverwerkers) en brand owners (waaronder de leden van de DSGC) die de belangrijkste kaarten in handen hebben om de kwaliteit van recycling vanaf het begin van de keten te faciliteren, door circulaire principes te volgen tijdens de ontwerpfase of inkoop.

Het rapport stelt terecht dat er teveel verschillende soorten kunststof zijn en dat het nodig is om vooral in te zetten op kunststoffen die hun waarde behouden en makkelijk kunnen worden teruggewonnen. Factoren die het sorteer- en recyclingproces kunnen verstoren:  niet- of slecht-recyclebare kunststoffen (bijvoorbeeld onder de RIC-code 7), folies en laminaten, bepaalde additieven, lijmen, etiketten, verpakkingen met verschillende lagen of onderdelen van andere materialen (zoals drankkarton met kunststof en aluminium aan de binnenzijde) die niet (makkelijk) van elkaar kunnen worden gescheiden.

Brand owners als Unilever hebben echter zélf de mogelijkheid om te bepalen hoe ze hun producten maken en welke stoffen ze daarin verwerken. Bovenstaande factoren kunnen ze dus zelf elimineren door hun producten of /componenten circulair te ontwerpen en producteisen te stellen aan hun ketenpartners.

Op dit moment stellen brand owners vooral producteisen die gaan over de look van verpakkingen, zoals bijvoorbeeld transparante plastics of kleurstelling die niet (makkelijk) door recyclaat kan worden geleverd. Brand owners zullen in plaats van marketing juist de duurzaamheid voorop moeten stellen. Door simpele ontwerpen en monomaterialen (PE, PP en PET) voor te schrijven, ontstaan uniforme verpakkingen die hergebruik, inzameling, sortering en uiteindelijk recycling makkelijk maken. Dit is mogelijk voor productgroepen zoals drank-, maaltijd- en cosmetica verpakkingen.

De DSGC stelt wel dat de complexiteit van plastic producten moet worden teruggedrongen door middel van circular design richtlijnen, sectorspecifieke normen en roadmaps om bepaalde materialen uit te faseren. Maar zolang dit vrijwillig gebeurt zal het niet snel genoeg gaan. Marketing gaat voor bedrijven nog altijd boven duurzaamheid, ook al is dat slechter voor het milieu. Daarom is het noodzakelijk dat circulair ontwerp via regelgeving – met name de Packaging and Packaging Waste Directive – wordt afgedwongen. Design voor preventie of hergebruik zal hierbij voorop moeten staan. Nieuwe regelgeving, richtlijnen en normen zullen niet alleen in samenwerking met de industrie moeten worden geformuleerd, zoals het rapport stelt (p.9), maar ook met innovatieve middelgrote en kleine bedrijven en maatschappelijke partijen waaronder milieuorganisaties.

 

Pas op met end-of-pipe oplossingen zoals chemische recycling

De DSCG stelt veel vertrouwen in technologische recycling innovaties, oftewel “advanced” recycling, wat eigenlijk een eufemisme is voor chemische recycling. Het levert echter niet zoveel milieuwinst op als in het rapport wordt beweerd. Het is juist een energie-intensief proces dat gebruik maakt van schadelijke chemicaliën .

Wellicht dat chemische recycling kan worden ingezet voor reststromen die niet door mechanische recycling kunnen worden verwerkt, maar op dit moment vergt ook chemische recycling relatief schone plastic afvalstromen. Het meeste kunststofafval kan echter mechanisch worden gerecycled, zolang plastic producten in eerste instantie zijn ontworpen voor recycling en correct worden ingezameld.

Bovendien vergt chemische recycling hoge investeringen. Miljoenen euro’s subsidies pompen in deze route gaat al snel ten koste van andere strategieën hoger op de R-ladder. Hoge investeringen in dure installaties voor chemische recycling creëren bovendien een lock-in situatie omdat ze een continue aanvoer van plastic afval vergen. Dat betekent dat er minder incentive is om in te zetten op reductie, preventie en hergebruik.

 

Inzameling: zorg voor schone monostromen

Om hoge kwaliteit recyclaat te produceren is het zaak om bij de inzameling van (kunststof)afval zoveel mogelijk schone monostromen zonder vervuiling in te zamelen. Statiegeld is hiervoor het middel bij uitstek, maar er zijn ook andere inzamelsystemen mogelijk.

Voor bepaalde kunststof producten, waar mogelijk zorgwekkende stoffen in zijn verwerkt zoals elektronische apparatuur, zijn controlled loop systemen wenselijk. Dit zijn systemen waarbij kunststof producten (componenten en materialen) aan het eind van hun levensduur via een retoursysteem weer terugkomen bij de producent (of producenten uit dezelfde sector), na een verwerkingsketen met hoge mate van traceerbaarheid te hebben doorlopen. Het voordeel hiervan is dat producenten precies weten uit welke materialen en stoffen hun producten bestaan en ze opnieuw in hun productieproces kunnen verwerken.

In het rapport wordt verwezen naar nascheiding van plastic afval in plaats van bronscheiding. Het is inderdaad zo dat nascheidingstechnieken zijn verbeterd over de jaren heen en het rendementsverschil met bronscheiding momenteel niet heel groot is, maar dat komt vooral doordat de kwaliteit van bronscheiding ontoereikend is. Het verbeteren van bronscheiding, in combinatie met circulair ontwerp, blijft noodzakelijk voor die types kunststofafval waar statiegeld noch controlled loop systemen voor functioneren om schone monostromen te bereiken. Dit vergt onder meer duidelijke communicatie vanuit gemeenten richting burgers én een gecentraliseerde aanpak.

Conclusie 

De visie van de Dutch Sustainable Growth Coalition lijkt dus vooral een voortzetting van het huidige wegwerpmodel, waarin de keten wel beter wordt gesloten maar er geen sprake is van een significante reductie van plastic en dus grondstoffenverbruik. Sommige beleidsaanbevelingen worden door Recycling Netwerk Benelux verwelkomd, maar de voorstellen die in dit artikel aan bod kwamen zullen de transitie richting een circulaire economie alleen maar uitstellen. Als de leden van coalitie van multinationals écht werk willen maken van de transitie dan zullen zij hun eigen business modellen, productieprocessen en -ketens moeten herontwerpen volgens de officiële R-ladder. Dat zou pas écht systeemverandering in gang zetten.

 

 

Deze opinie werd op 16 februari ook op Joop, de opiniewebsite van BNNVARA gepubliceerd

Wanneer we de systemen slim inrichten, kunnen duurzame herbruikbare verpakkingen op grote schaal wegwerpverpakkingen vervangen. Dat gaat veel verder dan het voorbeeld van de koffiebeker. Er is geen enkele reden waarom de bezorgers van Deliveroo of Uber Eats hun maaltijden niet in herbruikbare verpakkingen zouden kunnen bezorgen. Of waarom de maaltijden in een restaurant van McDonald’s standaard nog in eenmalig bruikbare verpakkingen geserveerd zouden moeten worden. Dat klinkt als toekomstmuziek. Maar hergebruik was ooit heel normaal. En over een paar jaar gaat het weer de normaalste zaak van de wereld zijn.

 

De politiek ziet dat inmiddels ook. In een brief aan de Tweede Kamer pleitte  demissionair staatssecretaris Stientje van Veldhoven woensdag voor landelijke afspraken om wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen te vervangen door praktische, aantrekkelijke en herbruikbare alternatieven. De overheid zet onder meer een studie op om te verkennen of een halvering van de wegwerpverpakkingen mogelijk is. Wij denken van wel, juist omdat er goede alternatieven zijn.

 

Tal van initiatieven dagen de status quo van verspillende wegwerpverpakkingen al uit. Bij Pieter Pot bestel je je online boodschappen in herbruikbare statiegeldpotten. Investeerders geloven in hun project: Pieter Pot haalde eind vorig jaar 2,7 miljoen euro groeikapitaal op. Ecover, producent van duurzame schoonmaakmiddelen, werkt inmiddels ook met flessen die in supermarkten opnieuw gevuld kunnen worden. Wageningen Universiteit stapte vorig jaar in haar kantines over naar herbruikbare statiegeldbekers van BillieCup. Met de statiegeldbeker hoeft niemand meer z’n eigen koffiebeker mee te nemen. Afval en kosten worden bespaard. Begin dit jaar stapten ook de eerste horecazaken in de binnenstad van Wageningen mee in het systeem.

 

De focus van het Nederlandse afvalbeleid lag jarenlang teveel op recycling. Maar de milieuwinst van hergebruik is in potentie veel groter dan die van recycling. Met haar brief laat Van Veldhoven zien dat het moment is aangebroken om de focus te gaan verschuiven naar preventie van afval en hergebruik van materialen, voordat naar recycling wordt gegrepen.

 

Het is nu zaak dat er meer van deze initiatieven komen. Ze moeten de kans krijgen om te groeien, om te laten zien dat hergebruik duurzamer is en ook echt op grote schaal werkt. Van Veldhoven nodigt in haar brief koplopende partijen uit om dit jaar nog te starten met pilots en verschillende systemen te testen. Door te gaan doen en te ervaren, komen we erachter welke hergebruik systemen betaalbaar, makkelijk en toegankelijk zijn, voor de ondernemers en de consumenten. Vanuit Mission Reuse, een transitieprogramma van Recycling Netwerk, Natuur & Milieu en Enviu, werken we hier al aan. We testen hergebruik systemen in de praktijk. We delen onze geleerde lessen en doen beleidsaanbevelingen om van hergebruik het nieuwe normaal te maken.

 

Met haar brief aan de Tweede Kamer zet Van Veldhoven een stap in de goede richting. Het risico bestaat wel dat het volgende kabinet te lang blijft hangen in ‘onderzoeken en in overleg gaan met betrokken partijen’ en te weinig regie neemt. Terwijl het duidelijk is dat overheid de sturende rol moet spelen, en meteen kan beslissen om laaghangend fruit uit het buitenland te kopiëren. In Duitsland besliste de regering van Angela Merkel dat herbruikbare verpakkingen moeten worden aangeboden bij take-away. Vlaanderen verbiedt wegwerp in overheidsinstellingen en op publieke evenementen. En Ierland werkt een heffing op het verstrekken van wegwerp koffiebekers uit.

 

De ‘business as usual’ leidt tot een lawine aan wegwerpverpakkingen. We zijn massaal aan wegwerpverpakkingen gewend geraakt. Maar we kunnen ook massaal aan herbruikbare verpakkingen wennen. De enthousiaste initiatieven ontstaan al in de samenleving. Nu is de politiek aan zet. Met de Kamerbrief ligt er alvast een goede blauwdruk. De taak van de volgende bevoegde minister is helder: pak door en maak de plannen snel concreet.

 

Inge Luyten, Projectmanager bij Mission Reuse 

 

(Foto: Wikimedia Commons)

Deze opinie werd vorige week ook gepubliceerd door Knack, ‘Nederland en Duitsland kiezen voor statiegeld: contrast met België wordt steeds groter’

 

De regering van Mark Rutte besliste vorige week dat er volgend jaar statiegeld op blikjes zit. Voor plastic flesjes gaat het al in binnen vijf maanden. De regering van Angela Merkel breidde een week eerder het Duitse statiegeld uit naar alle plastic flessen en blikjes, ook die van sappen, wijn en zuivel. Het contrast met België wordt daardoor steeds groter. In België is er enkel statiegeld op sommige glazen flessen. Geen enkele supermarkt of consument klaagt daar trouwens over. Het glazen bierflesje, onze nationale trots, belandt dankzij het statiegeld vrijwel nooit in de bermen.

Europese race naar statiegeld

Nederland en Duitsland sluiten aan bij een Europese race, waarbij de voorbije vijf jaar zowaar 9 landen beslisten om statiegeld in te voeren of uit te breiden.

De Nederlandse staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat bewees vorige week ook dat je statiegeld perfect binnen de termijn van één enkele legislatuur kan besluiten. Statiegeld was niet voorzien in het regeerakkoord waarmee de coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie vier jaar geleden aantrad. Maar de druk uit de samenleving via de Statiegeldalliantie werd groot. En de zwerfafvalcijfers stegen. Dus het kabinet Rutte III besliste. Het gaat hier overigens niet om een bijzonder progressieve of groene coalitie. Ze bestaat uit twee liberale partijen, VVD en D66, en twee christendemocratische, CDA en ChristenUnie. Het CDA is op economisch vlak trouwens duidelijk liberaler dan de Vlaamse tegenhanger CD&V

In België blijft de afvalberg groeien

Brussel, Wallonië en de federale regering voorzien statiegeld in hun regeerakkoorden voor deze legislatuur. CD&V stelde statiegeld in 2018 voor aan de Vlaamse regering. De regering-Bourgeois koos er echter voor om het Noordelijke model van statiegeld niét te volgen en kwam met een ‘alternatief’: het Verpakkingsplan dat een noodgreep was om statiegeld te voorkomen met extra recyclagedoelstellingen en een klein beetje extra zwerfafvalbeleid.

De cijfers die in december bekend werden in het OVAM-rapport zijn dramatisch. 22.641 ton zwerfvuil in 2019. De Vlaamse regering had beloofd om het zwerfvuil tegen 2022 met 20% te verminderen ten opzichte van 2013. Maar er is dus 29,4 procent méér zwerfvuil gemeten in 2019 dan in 2013. OVAM veranderde in juni 2020 het referentiejaar van 2013 naar 2015. Omdat er in dat jaar meer zwerfvuil lag dan in 2013, wordt de doelstelling hiermee afgezwakt. Maar ook als we het gewijzigde referentiejaar 2015 hanteren, dan nog is er sprake van een stijging van 9,8% terwijl het zwerfafval in 2022 gedaald moet zijn met 20%. Ook de nieuwe doelstelling is zonder statiegeld volstrekt onhaalbaar. Decennia van ‘bewustmakingscampagnes’ en zwaaien met hogere boetes halen geen resultaat. Slecht bestuur. Waarop wacht de Vlaamse regering eigenlijk om net zoals de Nederlandse regering gewoon de enige logische conclusie uit de stijgende zwerfvuilcijfers te trekken?

Nederland-België: 2-0

Het contrast met de Duitse en Nederlandse politieke daadkracht is groot. Rutte III legde in 2018 voor kleine plastic flesjes vast dat statiegeld er sowieso kwam als de bedrijven geen daling van 70 procent van deze verpakkingen in het zwerfvuil realiseerden. Staatssecretaris Stientje van Veldhoven stuurde de wetsontwerpen al naar de Tweede Kamer. Zo kon de regering het statiegeldbesluit bij slechte monitoringsresultaten meteen van kracht laten gaan. En dat gebeurde, op 24 april 2020 voor de plastic flesjes. Later werd dezelfde afspraak gemaakt voor de blikjes.

Daardoor besliste het kabinet vorige week ook voor de blikjes statiegeld. De regering was nota bene gevallen op 15 januari over de Toeslagenaffaire. De coronacijfers waren bloedrood. Maar het kabinet Rutte trok de conclusie uit de zwerfvuilcijfers en publiceerde de statiegeldwet. Een knap staaltje van goed bestuur. Plastic flesjes en blikjes, twee statiegeldwetten: 2-0.

CD&V-voorzitter Joachim Coens stelt in Knack van 20 januari terecht dat statiegeld ons een heel stuk vooruit zou helpen. Hij pleitte er enkele uren na het Nederlandse statiegeldbesluit meteen voor om het Nederlandse voorbeeld te volgen. “Statiegeld op blikjes een feit in Nederland. Een goede zaak, hopelijk volgen wij ook snel. Het zwerfvuil neemt sterk toe. Het draagvlak is groot, 158 gemeenten sloten zich aan bij de Statiegeldalliantie”.

De lobby van de supermarkten of de vraag van 8 op 10 Belgen

In Nederland waren vooral de supermarkten nog tegen statiegeld. De Europese federatie van grote drankenproducenten verklaarde in september dat ze inmiddels wel voor statiegeld zijn. De argumenten van de supermarkten zijn niet transparant. De lobbyclubs van de verpakkingsindustrie Comeos en Fost Plus beweerden dat statiegeld “heel kostelijk” is, maar de Vlaamse overheid heeft berekend dat dit helemaal niet het geval is en dat het eerder een kostenneutrale verandering is, en gemeenten besparen uiteraard. Ze “vergeten” er ook bij te zeggen dat ze er wel al decennia in slagen om de bierflesjes met statiegeld vlot in te nemen. De “problemen” zullen dus heus niet zo immens zijn als ze met veel gevoel voor drama van de daken schreeuwen.

De Vlaamse regering komt voor de vraag te staan wat ze belangrijker vindt. Ze heeft de keuze uit twee opties. Ofwel buigt ze voor de macht van de supermarkten en Fost Plus en voert ze statiegeld niet in. Dan blijft de situatie zoals ze is: jarenlang dweilen met de kraan open. En steeds meer geld van de belastingbetalers uitgeven om blikjes en flesjes op te ruimen – die er binnen de week weer liggen.

Ofwel volgt de Vlaamse regering de vraag van 8 op de 10 Vlamingen, de boerenorganisaties, de milieuorganisaties, Test Aankoop, Ecover, bijna 200 Vlaamse steden en gemeenten, en de 1.115 partners van de Statiegeldalliantie. En zet ze statiegeld in de wet. Dan worden onze straten nog deze regeerperiode properder, de natuur gezonder en onze economie circulairder. Net als in Nederland en Duitsland. Zodat België in Europa niet meer alleen staat. Met zijn bierflesje.

Dat zeggen de milieuorganisaties Recycling Netwerk Benelux en Bond Beter Leefmilieu in reactie op onthullingen over machtsmisbruik en de oorlog van supermarkten, voedingsbedrijven en plasticindustrie tegen wetgeving die de milieuschade van verpakkingen effectief aanpakt.

De journalisten van EUObserver en Apache publiceerden vandaag hun onderzoek naar Fost Plus en nog 8 andere zogenaamde ‘green dot’ organisaties in Europa. Er is sprake van intense belangenvermenging, harde lobby tegen milieubeleid en een groot gebrek aan transparantie. Fost Plus wordt onder meer gefinancierd door supermarkten, voedingsproducenten en de plasticindustrie. Het controleert alle informatie over afvalverwerking. “Het is dus tegelijk rechter en betrokken partij”, zeggen directeur Rob Buurman van Recycling Netwerk en Tycho Van Hauwaert, expert circulaire economie van Bond Beter Leefmilieu.

De geïnstitutionaliseerde invloed van Fost Plus op het overheidsbeleid houdt al jaren een duurzaam afvalbeleid tegen. Zo wordt de afvalberg in België steeds groter. Veel vrijwilligers rapen vol goede moed zwerfvuil en noemen zichzelf ook Mooimaker, maar worden zo voor het karretje van Fost Plus gespannen. Het zwerfafval neemt ook niet af, integendeel, het steeg met meer dan 29 procent in de periode 2013-2019. Maar door de ‘samenwerking’ van Fost Plus met overheidsdiensten ontstond er wel een ontransparante vermenging van commerciële belangen en overheidsbeleid. De samenwerkingsverbanden “Mooimakers” (met de Vlaamse overheid) en “Be Wapp” (met de Waalse overheid), moeten daarom meteen stopgezet worden.

Het Vlaams parlement moet het initiatief nemen voor een onafhankelijke audit naar belangenverstrengeling en machtsmisbruik van Fost Plus. De organisatie is ooit opgericht om verpakkingen te verduurzamen door betere inzameling en recycling. Maar inmiddels functioneert Fost Plus vooral als een zeer invloedrijke lobbyclub namens het grote bedrijfsleven. De rol van Fost Plus moet beperkt worden tot de uitvoering van het beleid. Het verpakkingenbeleid zelf moet opnieuw door de overheden worden bepaald. De overheid moet dan ook eigen waarnemers en onafhankelijke waarnemers kunnen afvaardigen naar de Raad van Bestuur van Fost Plus, zodat ook de overheid en de samenleving opnieuw een stem krijgen in het afvalbeleid.

Alle informatie van Fost Plus moet meteen transparant en volledig openbaar gemaakt worden. “De controle van het verpakkingenbeleid mag niet langer in handen van de betrokken bedrijven zelf liggen. De overheid moet dringend opnieuw de regie in handen nemen”, besluit Recycling Netwerk Benelux.

 

Recycling Netwerk Benelux

Rob Buurman, directeur, rob.buurman@recyclingnetwerk.org

Perscontact: Tom Zoete, communicatie tom.zoete@recyclingnetwerk.org +32 497 04 27 96

Bond Beter Leefmilieu

Tycho Van Hauwaert, expert circulaire economie, tycho.vanhauwaert@bblv.be, 0493 73 86 36

 

Lees ook

 

EU Observer, The story of the EU’s plastic packaging conflict of interests, February 24, 2021

RTBF, Fost Plus accusée de conflit d’intérêts et d’abus de pouvoir par des ONG environnementales, 24 februari 2021

Trends, Recyclagebedrijf Fost Plus beschuldigd van belangenvermenging en machtsmisbruik, 24 februari 2021

Apache, Hoe Fost Plus zijn monopoliepositie inzet tegen milieumaatregelen, 24 februari 2021

Vlaams Parlement,  Plenaire vergadering woensdag 24 februari 2021, 24 februari 2021

Le Vif, L’organisme de recyclage belge Fost Plus accusé de conflit d’intérêts et d’abus de pouvoir par des ONG environnementales, 24 februari 2021

De Wereld Morgen, Politici, stop de oorlog van Fost Plus tegen milieubeleid, 24 februari 2021

Sud Info, Fost Plus accusée de conflit d’intérêts et d’abus de pouvoir par des ONG, 24 februari 2021 environnementales

 

De staatssecretaris voor Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven (D66) heeft besloten voor statiegeld op drankblikjes. Dat heeft ze zojuist gecommuniceerd. Het statiegeld op blikjes gaat in op 31 december 2022.

“Statiegeld zal de hoeveelheid blikjes in het zwerfafval met 70 tot 90 procent reduceren. Dit is een grote overwinning  voor het milieu en onze leefomgeving”, reageren de zes milieuorganisaties Recycling Netwerk, Stichting De Noordzee, Plastic Soup Foundation, Plastic Soup Surfer, Greenpeace en Natuur & Milieu verheugd.

Een deel van het bedrijfsleven heeft jarenlang statiegeld op kleine flessen en blikjes in Nederland verhinderd. De verontwaardiging over de plasticvervuiling en de urgentie voor de aanpak van zwerfafval groeide de voorbije jaren. De milieubeweging en de brede samenleving via de Statiegeldalliantie verhoogden de druk om statiegeld in te voeren. Statiegeld reduceert immers de aanwezigheid van blikjes en flesjes in het zwerfafval met 70 tot 90 procent.

De staatssecretaris voor Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven (D66) stelde de betrokken bedrijven voor een ultimatum: ofwel maakten ze hun belofte van 70% reductie van drankverpakkingen in het zwerfafval waar, ofwel zou er een beslissing voor statiegeld komen. In eerste instantie gold de afspraak enkel voor plastic flesjes. Het aantal plastic flesjes in het zwerfafval daalde niet, maar steeg met 7 procent. Daarom besliste het kabinet april vorig jaar dat er statiegeld op de plastic flesjes komt, met ingang van 1 juli dit jaar.

Na moties van Jan Paternotte (D66) c.s. en Carla Dik-Faber (ChristenUnie) c.s. in oktober 2019 besloot het kabinet in april 2020 om dezelfde afspraken ook te laten gelden voor blikjes. Toen de monitoringcijfers van Rijkswaterstaat over de eerste helft van 2020 geen daling, maar een stijging toonden van 19 procent van het aantal blikjes in het milieu, vroegen we in een gezamenlijke zienswijze het kabinet om nog voor de verkiezingen te beslissen statiegeld in te voeren. Het kabinet heeft deze wens vandaag gehonoreerd.

Het statiegeldsysteem voor flesjes en blikjes moet nu consumentvriendelijk worden ingericht. Veruit de meeste statiegeldverpakkingen worden teruggebracht naar de supermarkten. Het is daarom in ieder geval belangrijk dat zij nu meewerken zodat consumenten hun lege blikjes weer netjes terug kunnen brengen naar de supermarkt. Horeca en kleine bedrijven zijn overigens door de overheid uitgezonderd van innameplicht.

Het is nog onduidelijk of sappen en zuivel met zekerheid zijn uitgesloten van de statiegeldregeling voor blikjes, zoals voor plastic flesjes wel het geval is. De milieuorganisaties wijzen erop dat het goed zou zijn als ook op deze drankverpakkingen statiegeld komt, evenals op de knijpzakjes, die belanden ook in grote getalen in het zwerfafval. De Duitse regering besliste op 20 januari om ook de drankverpakkingen van sappen, wijn en zuivel op te nemen in het statiegeldsysteem.

Recycling Netwerk Benelux – Suze Govers

Stichting De Noordzee – Ewout van Galen

Plastic Soup Foundation – Jeroen Dagevos

Plastic Soup Surfer – Merijn Tinga

Greenpeace – Meike Rijksen

Natuur & Milieu – Jelmer Vierstra

 

 

 

Gerelateerde artikels:

Trouw, Ook blikjes krijgen nu echt statiegeld. ‘Er is geen realistisch alternatief gebleken’

RTL Nieuws, Boer Gerrit blij met statiegeld: ‘Vijf koeien dood door eten blikjes’

NOS, Kogel door de kerk: per 31 december 2022 statiegeld op blikjes

Het Laatste Nieuws, Nederland voert vanaf eind volgend jaar statiegeld op blikjes in

De Standaard, De tien nieuwsfeiten van de dag

NOS, Jaarlijks 150 miljoen blikjes op straat, hoeveel helpt statiegeld?

RTV Drenthe, Vanaf eind volgend jaar 15 cent statiegeld op blikjes

Het Nieuwsblad, Nederland voert vanaf eind volgend jaar statiegeld op blikjes in

GeenStijl, Vaarwel vrijheid. Nu ook statiegeld op blikjes

Business Insider, 15 cent statiegeld op blikjes vanaf 31 december 2022

NOS Jeugdjournaal, Er komt statiegeld op lege blikjes, 4 februari 2021

RTV Noord, Lopend Vuur: Terecht dat er statiegeld op blikjes komt, 4 februari 2021

NPO Radio 1, Statiegeld op blikjes wordt een feit – Langs de Lijn En Omstreken, 3 februari 2021

De Standaard, Hoeveel jaar zal mijn dochter zijn, wanneer zwerfvuil echt wordt terug­gedrongen?, 5 februari 2021

De Stentor, Boer Gerrit kent de dramatische gevolgen van blikjes in het weiland, hij is blij dat er statiegeld op komt

De Telegraaf, Uitslag stelling: ’Eerder statiegeld op blik’

De voornaamste conclusie is dat, hoewel dit zou leiden tot uitstel van de beslissing over statiegeld, het niet leidt tot uitstel van de invoering van statiegeld op blikjes. Dat is de conclusie van het beleid dat dit kabinet met VVD, CDA, D66 en ChristenUnie heeft afgesproken.

Het politieke proces tot dusver

Het kabinet Rutte III besliste op 24 april 2020 om voor het statiegeld op blikjes een gelijkaardig beslissingstraject te starten als voor de plastic flesjes. Als het aantal blikjes in het zwerfafval in het najaar van 2021 niet met 70% gereduceerd is of er geen 90% gescheiden inzameling van blikjes gerealiseerd is, dan “wordt er in 2022 ook statiegeld op blikjes ingevoerd”, aldus de Kamerbrief.

Het kabinet voert daarmee de vraag uit van twee zeer breed gesteunde Kamermoties, de motie Paternotte c.s. en de motie van  Carla Dik-Faber c.s. die vraagt om introductie van statiegeld per 2022. De ministerraad gaf op 9 oktober 2020 dan ook goedkeuring aan het Ontwerp Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen. “Daarmee ligt de benodigde wetgeving klaar als het aantal blikjes in het zwerfafval volgend jaar niet met minimaal 70% is afgenomen”, luidt de toelichting van het kabinet.

Bij de daaropvolgende internetconsultatie “pleit een groot deel van de reacties ervoor direct tot invoering te besluiten”, aldus de brief aan de Tweede Kamer met het overzicht. Onder meer gemeenten, LTO en de Consumentenbond vragen dat het kabinet het statiegeldbesluit nog voor de verkiezingen neemt.

Rijkswaterstaat staat in voor de metingen van het aantal blikjes in het zwerfafval. In de eerste jaarhelft van 2020 vond Rijkswaterstaat 19 procent méér blikjes in het zwerfafval dan in de referentiejaren 2016/2017. Deze maand januari komen de cijfers voor de tweede jaarhelft van 2020 er. Die toezegging aan de Tweede Kamer deed staatssecretaris Stientje van Veldhoven op het AO Circulaire Economie van 2 december. Daar vroegen de Tweede Kamerleden van CDA, GroenLinks, SP, ChristenUnie, PvdD en 50Plus unisono om de beslissing nog vóór de verkiezingen te nemen. De staatssecretaris verklaarde er dat ze op basis van de cijfers van januari in gesprek gaat met de branche en het dossier niet zal laten aanslepen.

Omdat het aantal blikjes bij de tussentijdse meting niet daalde richting -70%, maar steeg met +19% is het duidelijk dat de doelstelling in het najaar van 2021 niet gehaald gaat worden. Het enige wat nog hoeft te gebeuren, is dat het demissionaire kabinet op basis van de nieuwste, nog niet openbare zwerfafvalcijfers vaststelt dat de 70% reductie van blikjes zeker niet gehaald gaat worden en besluit om het Ontwerpbesluit statiegeld op blik te activeren zodat de belofte wordt vervuld om in 2022 statiegeld op blikjes in te voeren.

Uitstel van statiegeldbesluit zou bedrijven in problemen brengen 

Desondanks lobbyen sommige – zeker niet alle – supermarkten en drankenproducenten nog steeds tegen het invoeren van statiegeld op blik. Die bedrijven zouden er op kunnen aansturen om statiegeld op blikjes op de lijst met controversiële dossiers” te plaatsen. Dat is de lijst van dossiers waarover de Tweede Kamer oordeelt dat het demissionair kabinet zich moet onthouden van beslissingen. De vaste commissies van de Tweede Kamer stellen die lijst volgende week vast. Voor het dossier statiegeld gaat het meer bepaald om de Commissie Infrastructuur & Waterstaat.

Uit de analyse van het politieke proces blijkt dat statiegeld op blikjes er in 2022 gewoon komt: dat is de enige mogelijk conclusie omdat het aantal blikjes in het zwerfafval niet met 70% zal dalen. Maar als het onderwerp controversieel zou worden verklaard dan heeft dit wel grote gevolgen voor de praktische organisatie in aanloop naar de invoering van statiegeld. In de nota van toelichting bij het ontwerpbesluit stipt de regering het belang van de invoeringstermijn aan: “Gezien de noodzaak van een redelijke invoeringstermijn van minimaal 1 jaar zou daarmee statiegeld op blikjes op zijn vroegst op 1 juli 2022 in werking kunnen treden”. Vanuit het bedrijfsleven is aangegeven dat ze dit een korte implementatieperiode vinden. Als het demissionair kabinet het ontwerpbesluit in de komende dagen of weken definitief bevestigt, hebben de betrokken bedrijven minimaal 1,5 jaar om de nodige logistieke en operationele voorbereidingen te treffen. Dat is een ruime invoeringstermijn die hen in staat stelt het systeem volledig klaar te hebben wanneer het statiegeldsysteem op blikjes in 2022 ingaat.

Als statiegeld echter als “controversieel” zou worden verklaard, zou dat het definitieve regeringsbesluit sterk kunnen vertragen (verkiezingen, het samenstellen van een nieuw kabinet). De invoeringstermijn wordt dan sowieso ingekort met meerdere maanden. Dat maakt het lastiger voor de bedrijven die het systeem moeten opzetten met elkaar en daarover afspraken moeten maken. Ook de logistieke voorbereiding wordt moeilijker. Het verzet van enkele bedrijven tegen het per direct nemen van de beslissing zou hierdoor zeer nadelige gevolgen hebben voor het bredere bedrijfsleven dat juist wel duurzame stappen wil zetten.

Het uitstellen van de beslissing zou ook een miskenning zijn van de Tweede Kamermoties en de kabinetsbeslissingen van april en oktober. De woordvoerders van de partijen CDA, D66, GroenLinks, SP, PvdA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en 50Plus hebben zich uitdrukkelijk uitgesproken voor een besluit voor de verkiezingen. Samen vertegenwoordigen ze 89 van de 150 kamerzetels. Uitstel van beslissing zou tenslotte ook ingaan tegen de vraag van vrijwel alle Nederlandse gemeenten en honderden organisaties en bedrijven om statiegeld op blik per direct in te voeren.

De Duitse regering van Angela Merkel (CDU – SPD – CSU) heeft een nieuwe Verpakkingswet (Verpackungsgesetz) goedgekeurd. Statiegeld op verpakkingen van sappen en wijn zal volgend jaar ingaan, voor melk in 2024.

Duitsland kent al heel lang statiegeld (Pfand) op plastic flessen en blikjes, sinds 2003. Maar sappen, wijn en melk waren uitgezonderd. De nieuwe Verpakkingswet kijkt dus enkel nog naar de verpakkingen, en niet naar welke drank er in zit. Vandaag zet de Duitse regering hiermee de stap naar  statiegeld op werkelijk alle flessen en blikjes in Duitsland.

De regering besliste ook dat horecazaken bij meeneemaaltijden steeds een herbruikbare verpakking moet aanbieden en dat voor hetzelfde tarief als de wegwerpverpakking. Een derde maatregel stelt dat de hoeveelheid recyclaat in plastic flessen minstens 25 procent moet bedragen in 2025, en 30 procent in 2030.

Door de  Corona pandemie stijgt de consumptie in open lucht en groeit de afvalberg in Duitse parken. De wet op herbruikbare verpakkingen bij take-away en de uitbreiding van statiegeld zijn daar een antwoord op, aldus de Frankfurter Allgemeine Zeitung.

Met de uitbreiding van haar statiegeldsysteem sluit Duitsland aan bij de reeks van 8 Europese lidstaten die de voorbije vier jaar statiegeld invoerden of uitbreidden. Dat tempo versnelt sinds de goedkeuring van Europese richtlijn over wegwerpplastics in 2019. Die Single Use Plastic Directive (SUPD) bepaalt immers dat alle plastic flessen minstens 25% recyclaat moeten bevatten in 2025. De lidstaten moeten 90% van de plastic flessen gescheiden inzamelen tegen 2029. Dat kan enkel met statiegeld kan gehaald worden. De ene lidstaat na de andere beslist daarom om statiegeld in te voeren of uit te breiden.

Met de uitbreiding van het statiegeld geeft de Duitse regering de mensen wat positief nieuws in deze tijden. De uitbreiding van statiegeld in een belangrijk buurland is mogelijk nog een extra aanmoediging voor het Nederlandse kabinet om ook het ontwerpbesluit voor statiegeld op blikjes dat het kabinet op 9 oktober goedkeurde, nog deze maand te activeren op basis van de recentste telling van Rijkswaterstaat.

 

Gerelateerde artikels:

Bundesregierung, Änderungen im Verpackungsgesetz, 20 januari 2021

ZDF Heute, Weniger Verpackungsmüll: Das ist vorgesehen, 20 januari 2021

NTV, Neues Verpackungsgesetz: Regierung beschließt Ausweitung von Pfand-Pflicht, 20 januari 2021

Welt, Verpackungsgesetz: Neue Pfand- und To-go-Regeln für Verbraucher, 20 januari 2021

Onvista, Regierung beschließt Ausweitung von Pfand-Pflicht – onvista, 20 januari 2021

Unternehmen-Heute, Regierung – Mehrweg-Pflicht in der Gastronomie und Erweiterung des Einwegpfands beschlossen, 20 januari 2021

AfvalOnline, Duitsland verplicht aandeel recyclaat, 20 januari 2021

Der Spiegel, Kabinett beschließt Pfand für To-Go-Bestellungen, 20 januari 2021

 

 

Het tijdschema dat de Duitse regering voorziet voor uitbreiding statiegeld, verplichting herbruikbare take-away verpakkingen en minimum recyclaat in plastic flessen (Bron: https://www.bundesregierung.de/breg-de/suche/mehrweg-fuers-essen-to-go-1840830)

Het tijdschema dat de Duitse regering voorziet voor uitbreiding statiegeld, verplichting herbruikbare take-away verpakkingen en minimum recyclaat in plastic flessen (Bron: https://www.bundesregierung.de/breg-de/suche/mehrweg-fuers-essen-to-go-1840830

De cijfers in het OVAM-rapport zijn dramatisch. 22.641 ton zwerfvuil in 2019. De Vlaamse regering had beloofd om het zwerfvuil tegen 2022 met 20% te verminderen ten opzichte van 2013. Maar er is dus 29,4 procent méér zwerfvuil gemeten in 2019 dan in 2013.

Naar schatting bestaat 40% van het zwerfvuil uit flessen en blikjes. Statiegeld reduceert het aantal flessen en blikjes in het zwerfvuil met 70 tot 90 procent. Acht op de tien Vlamingen vragen dat er statiegeld komt op blikjes en plastic flessen. Sinds 2017 vragen 62% van de Vlaamse gemeenten, honderden organisaties en bedrijven via de Statiegeldalliantie aan de Vlaamse regering om statiegeld in te voeren. In juli 2018 besliste de Vlaamse regering om met een ‘afvalplan’ het oude beleid aan te houden. Daar zien we nu de dramatische gevolgen van.

Intussen besliste de Nederlandse regering van Mark Rutte in april dit jaar dat er met ingang van 1 juli 2021 statiegeld zit op alle plastic flessen. Niet minder dan 10 EU-landen beslisten de voorbije vier jaar om statiegeld in te voeren of uit te breiden om de doelen van de Europese richtlijn over wegwerpplastics te halen. In nog eens acht Europese landen bestaat statiegeld al jarenlang met succes.

Zowel de regering van het Waals gewest als de regering van het Brussels gewest voorzien statiegeld in hun regeerakkoord. De federale regering voorziet de mogelijkheid om deze legislatuur een statiegeldregeling te incorporeren in de verpakkingsheffing. Het immense enthousiasme over de “Statiegeld, Yes We Can!” campagne toont nogmaals dat ook veehouders, consumenten, bedrijven en zelfs banken aandringen dat de ministers snel beslissen om statiegeld in te voeren.

“Terwijl Europa en onze buurlanden steeds sneller stappen zetten naar een natuur die vrij is van flesjes en blikjes, wordt Vlaanderen steeds vuiler. Statiegeld is een bewezen doeltreffende methode om de flesjes en blikjes in het zwerfvuil drastisch te verminderen. Studie na studie heeft dit al aangetoond. Verder studeren is gewoon verder blijven vervuilen. De Vlaamse regering moet nu heel snel beslissen om statiegeld in te voeren”, besluit milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux.

Ondanks kritiek van Recycling Netwerk wijzigde wijzigde OVAM in juni 2020 het referentiejaar van 2013 naar 2015. Ook als we het gewijzigde referentiejaar 2015 hanteren, dan nog is er sprake van een stijging van 9,8% terwijl het zwerfafval in 2022 gedaald moet zijn met 20%. Die doelstelling is zonder statiegeld volstrekt onhaalbaar.

 

Tabel

 

Cijfers zijn op basis van https://ovam.be/sites/default/files/atoms/files/Zwerfvuil_Sluikstort_Studie_2019.pdf

*gerapporteerd door OVAM volgens studie uit 2018 over het jaar 2017. De nieuwe studie spreekt van een hoger tonnage zwerfvuil over 2017.

 

 

Deposits in Europe - consigne - StatiegeldEurope Map Carte_2022NL-update 08092022

Meer info: De race naar statiegeld in Europa

“Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft 37 reacties ontvangen naar aanleiding van de internetconsultatie. Particulieren zijn in hun reacties overwegend voor het invoeren van statiegeld op blikjes en vinden het een logische stap in het tegengaan van zwerfvuil. Een groot deel van deze reacties pleit ervoor direct tot invoering te besluiten”, luidt het in de brief van de regering aan de Tweede Kamer.

Verschillende gemeenten hebben inbreng geleverd op het besluit, aldus de Kamerbrief. Zij vragen het besluit voor statiegeld op blikjes naar voren te halen zodat het nog binnen deze regeerperiode valt, omdat uit de zwerfafvalmonitor nu al geconcludeerd kan worden dat de benodigde daling niet gehaald gaat worden en dat statiegeld op blikjes daarmee onvermijdelijk is. Ook vragen gemeenten om zuivel en sappen mee te nemen in de voorgenomen statiegeldregeling op blikjes, en pleiten verschillende gemeenten voor een innameverplichting voor verkooppunten.

Ook de Consumentenbond vraagt om het besluit nog binnen deze regeerperiode te nemen. De consumentenorganisatie benadrukt verder dat een innameverplichting voor verkooppunten, en een inclusief systeem met statiegeld op alle drankblikjes, nodig zijn voor het gemak van de consumenten.

De ondernemersorganisatie voor Nederlandse boeren en tuinders LTO Nederland vraagt aandacht voor het dierenleed dat veroorzaakt wordt door zwerfafval van blikjes. Een aantal veehouders heeft ook individueel gereageerd en pleit voor invoering van statiegeld op blikjes om dierenleed te voorkomen.

Recycling Netwerk Benelux heeft samen met Natuur & Milieu, de Plastic Soup Foundation, de Plastic Soup Surfer, Greenpeace en Stichting de Noordzee een reactie ingediend. Zij pleiten er eveneens voor om het beslismoment voor statiegeld op metalen drankverpakkingen naar voren te halen, zodat het besluit nog binnen deze regeerperiode valt. Het aantal blikjes in het zwerfafval daalt immers niet, maar stijgt, zo bleek eerder uit de tellingen van Rijkswaterstaat.

De zes milieuorganisaties vragen dat de 90% gescheiden inzamelingdoelstelling voor blik die in het ontwerpbesluit staat, strikt wordt nageleefd. Ze vragen verder een innameplicht voor verkooppunten, het opnemen van blikjes met sappen en zuivel en knijpzakjes in de regeling, en een statiegeldbedrag van minimum 25 cent. Recycling Netwerk Benelux diende haar reactie samen met de vijf andere milieuorganisaties in op 9 november.

Zowel de gemeenten, de Consumentenbond als de milieuorganisaties pleiten er voor om alternatieve inzameling, zoals inzameling via pmd-afval, niet mee te tellen bij het halen van de 90% gescheiden inzameldoelstelling.

Opvallend: het Afvalfonds, lange tijd een hevige tegenstander van statiegeld, verzet zich niet langer tegen statiegeld op blik op zich, blijkt uit de Kamerbrief, maar gaat nu inhoudelijk de discussie aan over de inzameldoelstelling.

Uit het overzicht van de reacties blijkt dat twee betrokken brancheorganisaties verder willen met statiegeld op blik.

Metalen Verpakkingen Nederland (MVN), de brancheorganisatie van fabrikanten van metalen verpakkingen, stapt mee in het idee en stelt onder meer voor om het besluit voor statiegeld op blikjes te laten gelden voor alle metalen drankenblikjes, inclusief de blikjes met zuiveldranken en sappen, om verwarring te voorkomen voor de burger. De MVN vindt dat een inzamelverplichting voor (bijna) alle verkooppunten passend zou zijn.

Recycling Aluminium Verpakkingen Nederland (RAVN) is voorstander van een snel besluit en is van mening dat al vanaf de start in 2021 het nieuwe Nederlandse statiegeldsysteem voor plastic flesjes geschikt moet zijn voor de inname van drankblikjes.

“Het overzicht van de reacties toont duidelijk dat het draagvlak enorm is om nu meteen te beslissen dat er statiegeld op blikjes komt. Gemeenten, consumenten, milieuverenigingen, belangrijke namen uit de industrie en veehouders pleiten er unisono voor in hun reactie op het ontwerpbesluit statiegeld op blik. Meer dan 150 gemeenten, bedrijven en organisaties vragen ook publiek om statiegeld op blik direct te beslissen, via de “Statiegeld Yes We Can!”-campagne van de Statiegeldalliantie. We hopen dat deze vraag, die uit alle hoeken van de samenleving komt, positief wordt beantwoord door de Tweede Kamer, het kabinet en de staatssecretaris”, besluit milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux.

Morgen/woensdag wordt het statiegeld op blikjes en metalen drankverpakkingen besproken in het Algemeen Overleg Circulaire Economie in de Tweede Kamer. De staatssecretaris wil de voorhang voor het kerstreces afronden, zodat het ontwerpbesluit voor advies naar de Raad van State kan, schrijft ze in haar brief aan de Tweede Kamer.

Alle openbare reacties op de internetconsultatie zijn hier te lezen: https://www.internetconsultatie.nl/besluit_maatregelen_metalen_drankverpakkingen/reacties/datum

Recycling Netwerk Benelux roept de staatssecretaris op om het ontwerp van de circulaire norm te heroverwegen.

Tot 30 november loopt een consultatie betreffende de Voorpublicatie tot wijziging van het Besluit beheer verpakkingen 2014. In een brief van 2 juli 2020 aan de Tweede Kamer informeerde staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) al over de aanstaande veranderingen in het Verpakkingsbeleid. Volgens de brief is het beleid erop gericht, in lijn met het circulaire economie-beleid, om 1) het gebruik van verpakkingen terug te dringen, 2) het meermalig hergebruiken van verpakkingen te stimuleren en 3) de kwaliteit van inzameling en recycling te verbeteren. Het doel van het circulaire economie-beleid is om het gebruik van mineralen, metalen en fossiel te halveren vóór 2030 t.o.v. 2014 en tot het minimum terug te brengen vóór 2050.

De brief geeft verder aan dat er overeenstemming is bereikt met het verpakkende bedrijfsleven over ‘een pakket van ambitieuze en haalbare doelen voor meer hergebruik en recycling van verpakkingen’ en dat onderzoeken van Wageningen UR en Rebel Group de basis vormen voor het pakket.

In dit artikel betogen we dat het beleid zoals geformuleerd in de brief van 2 juli niet in lijn is met het circulaire economie-beleid. We betogen verder dat de aangekondigde ‘circulaire norm’ voor verpakkingen niet minder gebruik van verpakkingen beoogt (waardoor het geen circulaire norm kan zijn), maar ook hergebruik van verpakkingen niet stimuleert, terwijl dit volgens de brief wél het doel is. De ‘circulaire norm’ heeft eerder een remmend effect op verdere ontwikkelingen richting een circulaire economie. Daarnaast zijn de recyclingdoelstellingen voor verpakkingen slecht onderbouwd, zijn ze niet ambitieus, en wordt er niet gestuurd op betere kwaliteit van recycling.

Tot slot concluderen we dat het verpakkende bedrijfsleven een geprivilegieerde positie heeft om het beleid te beïnvloeden wat de ambitie van het beleid niet ten goede komt.

We vragen om een fundamentele politieke discussie over de toekomst van het verpakkingsbeleid en de manier waarop de overheid dat beleid vormgeeft. Meer specifiek vragen we:

  1. dat een circulaire norm wordt ontwikkeld die aansluit bij de Nederlandse circulaire doelen voor 2030 en 2050 en dus een maatstaf is voor grondstoffenreductie ten opzichte van 2014 (of op een alternatieve manier stuurt waarbij ook preventie als hoogste trede van de afvalstoffenhiërarchie een belangrijke rol krijgt);
  2. dat doelstellingen voor hergebruik van verpakkingen worden opgesteld om de transitie naar hergebruik te bevorderen;
  3. dat de recyclingdoelstellingen van verpakkingen beter worden onderbouwd en worden bijgesteld:
  4. dat er beleid wordt geformuleerd om de kwaliteit van recycling te verbeteren om de afzet te bevorderen en milieuwinst te verhogen;
  5. dat het beleid rond verpakkingen en andere circulaire economie onderwerpen, niet enkel vooraf met het belanghebbende verpakkende bedrijfsleven wordt afgestemd, maar dat de overheid een evenwichtige aanpak ten aanzien van de stakeholders hanteert.

De ‘circulaire norm’

In de brief van 2 juli geeft staatssecretaris Van Veldhoven aan dat het onwenselijk is dat “de bestaande recyclingdoelstellingen slechts sturen op het recyclen van afval en hergebruik buiten beschouwing laten.” Er wordt ook verwezen naar het Europese Afvalpakket dat vereist dat lidstaten moeten inzetten op hergebruik.

Om hergebruik te bevorderen introduceert de staatssecretaris naast de recyclingdoelstellingen een zogenaamde ‘circulaire norm’ waarbij ook hergebruik van verpakkingen meetelt. Volgens de brief zouden met de voorgestelde ‘circulaire norm’ “producenten gestimuleerd systemen op te zetten waarmee verpakkingen opnieuw worden gevuld en hergebruikt.” Voor glas komt er een ‘circulaire norm’ van 86%, voor verpakkingen van kunststof, metaal, hout, papier en karton, komt de ‘circulaire norm’ op hetzelfde niveau als de recyclingnorm te liggen.

We concluderen dat de ‘circulaire norm’ geen circulaire norm is en ook niet zo genoemd zou moeten worden (en we gebruiken daarom consequent aanhalingstekens om deze norm te duiden) omdat de deelnormen voor hergebruik en recycling niet worden uitgedrukt in termen van hun bijdragen aan het verminderen van (abiotische) grondstoffengebruik en een deelnorm voor preventie van grondstoffengebruik (gebruik van verpakkingen) ontbreekt. Maar daarnaast slaagt de ‘circulaire norm’ er ook niet in om hergebruik te stimuleren en denken we dat het een potentieel remmend effect heeft op circulaire ontwikkelingen die in 2030 tot een halvering van het abiotische grondstoffengebruik zouden moeten leiden. We roepen de staatssecretaris dan ook op om de norm te heroverwegen omdat het Nederlandse verpakkingsbeleid en eventueel ook ander circulaire economie-beleid op een volstrekt verkeerde manier dreigt te gaan sturen.

De ‘circulaire norm’ uitgelegd

De ‘circulaire norm’ is een volledig nieuwe norm die recycling en hergebruik in één percentage combineert. Op pagina 2 van de Technische toelichting bij de Kamerbrief van 2 juli, staat het in een schema geduid. Hieronder hebben we dat schema overgenomen. De kern van de ‘circulaire norm’ is dat het recyclingpercentage en het retourpercentage van herbruikbare verpakkingen met elkaar worden gemiddeld relatief ten opzichte van het aandeel van die verpakkingen op de markt.

Kritieken op de ‘circulaire’ norm:

  1. De ‘circulaire norm’ is geen circulaire norm omdat het niet de bijdrage aan minder abiotisch grondstoffengebruik (in principe ten opzichte van 2014) door hergebruik en recycling van verpakkingen probeert te normeren. Het eventueel voorkomen van het gebruik van verpakkingen (preventie) is in zijn geheel niet meegenomen in de norm. Met de huidige invulling van de ‘circulaire norm’ kan het grondstoffengebruik zelfs toenemen.
  2. De voorgestelde ‘circulaire norm’ geeft een veel te rooskleurig beeld van de daadwerkelijke circulariteit van verpakkingen. Circulariteit is een veel hoger doel dan recycling en dus moeilijker te behalen. Het is dan ook vreemd dat de huidige inzameling en verwerking van bijvoorbeeld glazen verpakkingen volgens de methode van de ‘circulaire norm’ juist hoger scoort (86%) dan dat er überhaupt wordt gerecycled (76%). Dat geeft het idee dat de glazen verpakkingen al bijna circulair zijn, terwijl dat nog lang niet het geval is. Dat heeft een remmend effect op verdere stappen richting circulariteit.
  3. De ‘circulaire norm’ zou volgens de toelichting in de brief richting meer hergebruik moeten sturen maar doet dat niet of amper, terwijl een norm die specifiek op hergebruik is gericht, dat wel zou doen.

Een circulaire norm zou moeten sturen richting duurzaamheid, meer specifiek op minder grondstoffengebruik t.o.v. 2014, maar de voorgestelde norm geeft vooral een rooskleuriger beeld van de huidige omgang met verpakkingen. Het lijkt alsof het bedrijfsleven moet voldoen aan een nieuwe gewichtige norm, maar in feite gaat het om consolidatie van de huidige praktijken.

Volgens de brief van 2 juli is het doel van de ‘circulaire norm’ om hergebruik te stimuleren. Dat doet het niet, maar het is ook veel beter om een hergebruiksdoelstelling te implementeren waarbij vastgelegd wordt welk aandeel van de verpakkingen dat op de markt wordt gebracht, bedoeld is om hergebruikt te worden. Het verpakkende bedrijfsleven moet vervolgens rapporteren hoe ze daaraan voldoen. Dat geeft een duidelijk beeld van de stand van zaken met betrekking tot herbruikbare verpakkingen terwijl de circulaire norm in de huidige vorm vooral mist spuit en een remmend effect heeft.

Een hergebruikdoelstelling staat los van een recyclingdoelstelling. Een recyclingdoelstelling heeft betrekking op afval en het opnieuw inzetten van het materiaal. Een hergebruikdoelstelling heeft betrekking op hergebruik van het product voordat het afval is geworden. Een hergebruikdoelstelling kan daarom onafhankelijk worden ingevoerd zonder dat het een negatief effect heeft op recycling. Door betere inzameling van herbruikbare verpakkingen kan er zelfs een positief effect zijn op het percentage recycling, wanneer de verpakkingen aan het einde van hun leven zijn en niet worden hergebruikt maar worden gerecycled.

Het recyclingbeleid van verpakkingen

Het Nederlandse verpakkingsbeleid moet minimaal aan de Europese verpakkingsrichtlijnen voldoen. Deze stelt dezelfde eisen aan alle lidstaten, maar de brief van de Staatssecretaris zegt dat Nederland “leidend [wil] zijn in de transitie naar een circulaire economie.” De Europese verpakkingsrichtlijn werd op 30 mei 2018 voor de laatste keer aangepast en diende uiterlijk op 5 juli 2020 te zijn omgezet in Nederlands beleid.

De oude Europese doelstellingen waren vastgelegd in 2004 en dienden al op 31 december 2008 te zijn bereikt. Nederland heeft met het Besluit beheer verpakkingen 2014 eerder scherpere doelstellingen vastgelegd. De herziene Europese richtlijn formuleert doelstellingen voor 2025 en 2030.

Buiten nieuwe doelstellingen, is er ook sprake van een nieuwe meetmethode om de mate van recycling te bepalen. De nieuwe rekenregels die zijn vastgelegd in artikel 6 bis van de richtlijn, moeten ervoor zorgen dat verliezen die optreden bij sorteren en voorbereiden tot recyclen niet meer worden meegenomen in het gerapporteerde gewicht van verpakkingen die het recyclingproces worden ingebracht. Deze methode geeft een betere maat van de werkelijke recycling.

Op dit moment wordt nog de oude methode gehanteerd waarbij na het sorteren van het afval, op de weegbrug van de recycler, het afval wordt gewogen en geteld als gerecycled, ook als het bij de recycler nog verder wordt uitgesorteerd in fracties die worden verbrand of geëxporteerd zonder toezicht op wat er vervolgens mee gebeurt. Een recent onderzoek van Lighthouse Reports en NRC liet onlangs nog zien dat Nederlands verpakkingsafval dat wordt geteld als gerecycled nu in onder meer Turkije op stortplaatsen belandt.

Hoewel de Europese recyclingdoelstellingen zijn aangescherpt en er een betere meetmethodologie is, is ook vastgesteld dat verpakkingen die worden hergebruikt (denk aan een hervulbaar bierflesje) voor maximaal 5% mogen meetellen voor het behalen van de recyclingdoelstelling. Dit betekent dat bij systemen waarbij herbruikbare verpakkingen voor een deel al verworven is, zoals bij glazen verpakkingen, de recyclingdoelstelling eenvoudiger te halen worden. Hier zou dan ook rekening gehouden moeten worden bij het vaststellen van de doelstellingen.

In opdracht van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat heeft Wageningen UR in twee studies – een voor kunststof verpakkingen en een voor de overige verpakkingsmaterialen – uitgerekend wat het verwachte effect is van het verschuiven van het meetpunt voor het bepalen van het recyclingpercentage. Deze onderzoeken zijn volgens de brief van staatssecretaris Van Veldhoven mede de basis voor het bepalen van nieuwe Nederlandse recyclingdoelstellingen die als ondergrens de Europese doelstellingen hebben.

Tabel 1: recyclingdoelstellingen en recyclingresultaten van verpakkingen

Misinformatie vanuit Overheid en verpakkende bedrijfsleven over recycling van verpakkingen

Jarenlang hebben de Nederlandse overheid en het Nederlandse verpakkende bedrijfsleven vertegenwoordigd in het Afvalfonds Verpakkingen nagelaten om correcte duiding te geven bij de recyclingcijfers van verpakkingen. Aan de hand van een methodologie die zeker bij de kunststof verpakkingen de recyclingcijfers sterk flatteerde, werd de suggestie gewekt dat Nederland zeer goed presteerde op het vlak van recycling en werd dit ook actief uitgedragen. Daarnaast bleven twee andere belangrijke aspecten buiten beschouwing bij de recyclingcijfers, namelijk de kwaliteit van het recyclaat en het daadwerkelijke gebruik van gerecycled materiaal in hoogwaardige toepassingen.

Recycling Netwerk heeft in 2013 al aangegeven dat de recyclingcijfers overschat zijn en gevraagd om ze te corrigeren. We hebben ook gevraagd dat meer gestuurd moet worden op de kwaliteit van de recycling en hebben gepleit voor betrouwbare monitoring.

De Rijksoverheid en het verpakkende bedrijfsleven verenigd in het Afvalfonds treffen schuld bij de herhaaldelijke onjuiste voorstelling van zaken. Terwijl het recyclingpercentage voor kunststof verpakkingen ‘op papier’ steeg naar 50% en hoger, concludeerde het Centraal Planbureau dat de inzameling van plastic verpakkingsafval weinig milieuwinst oplevert. De onjuiste voorstelling van de daadwerkelijke recycling zal vermoedelijk een remmend effect hebben gehad op het milieubeleid.

Er mag dan binnen de grenzen van de Europese regels zijn gehandeld en in andere Europese landen is er eveneens sprake van overschattingen, maar het is aan de Nederlandse overheid zelf om correcte duiding te geven bij de cijfers.

Kunststof

Voor kunststof verpakkingen ligt de doelstelling in 2020 op 50% recycling, volgens de oude meetmethode. Het Afvalfonds rapporteerde in 2017 50% recycling van verpakkingen en voldoet vermoedelijk ook in 2020 aan de norm. Naast de studie van Wageningen UR naar het effect van het verschuiven van het meetpunt, heeft Rebel Group een studie uitgevoerd naar wat een ‘haalbaar’ recyclingpercentage voor het kunststof verpakkingsafval in 2025 zou zijn.

Volgens de studie van Wagening UR daalt het recyclingpercentage van 50% naar 35-39% wanneer de nieuwe meetmethode wordt toegepast. De studie van Rebel Group heeft vervolgens twee scenario’s doorgerekend: een Baseline-scenario waarin “alle zekere en door het Rijk afdwingbare ontwikkelingen” (pagina 5 van het rapport) zijn meegenomen, en een Hoog-scenario waarin daarbij ook nog de niet afdwingbare afspraken met de markt (zoals Plastic Pact en de brancheverduurzamingsplannen) zijn doorgerekend.

Het Baseline-scenario komt in 2025 op 37% tot 44% recycling uit terwijl het Hoog-scenario op 42% tot 50% recycling in 2025 uitkomt. Hierop heeft de Rijksoverheid beslist om de doelstelling voor de recycling van kunststof verpakkingen niet hoger te stellen dan het Europese minimum van 50% in 2025 en 55% in 2030.

Beide scenario’s nemen echter alleen ontwikkelingen mee die nu in gang zijn gezet of waarvan bekend is dat ze in gang worden gezet voor 2025. Zoals bijlage 4 bovenaan pagina 14 ook expliciet meldt, wordt aanvullend beleid niet meegenomen. Daarmee representeren beide Rebel Group-scenario’s feitelijk baseline-scenario’s met als enige verschil dat, ten opzichte van het Baseline-scenario, het Hoog-scenario ook niet afdwingbare afspraken met de verpakkingsketen omvat. Rebel Group had er beter aan gedaan om van een baseline-laag en een baseline-hoog scenario te spreken. Er ontbreekt dus een scenario dat daadwerkelijk verkent wat een ambitieus (en dus een Hoog-scenario) recyclingpercentage is voor kunststof verpakkingsafval in 2025. Dat is mede belangrijk omdat in de opdrachtomschrijving van de studie staat dat “het de ambitie van het ministerie van IenW (het ministerie) is om de koploperspositie binnen de EU te behouden.”

De Rebel Group-studie verkent echter in zijn geheel niet hoe aanvullend beleid vanuit de overheid sturend zou kunnen zijn richting meer recycling. Enkele voorbeelden:

Hiermee vormt de Rebel Group-studie geen goede basis voor een beleid dat zou willen inzetten op méér recycling (verderop in dit artikel gaan we ook in op de kwaliteit van recycling). Dat is geen kritiek op de kwaliteit van het onderzoek (al zijn we van mening dat de duiding van de scenario’s incorrect is), maar we willen hiermee wél aangeven dat de beperkte scope van het onderzoek ook betekent dat het beperkte relevantie heeft als de overheid écht wil inzetten op een koploperspositie in Europa, zoals wordt geclaimd.

Daarnaast werd begin 2019 in het Plastic Pact tussen de Nederlandse overheid en het bedrijfsleven afgesproken dat er “in 2025 […] door Plastic Producerende Bedrijven voldoende sorteer- en recyclingcapaciteit in Nederland gecreëerd [is] zodanig dat minimaal 70% van alle eenmalige plastic producten en verpakkingen die in Nederland in de afvalfase belanden, hoogwaardig gerecycled worden.” Dat is aanzienlijk hoger dan de wettelijke doelstelling van 50% die de Rijksoverheid nu voorstelt, wat niet meer is dan het minimum dat iedere Europese lidstaat dient te halen.Toen die 70% in het Plastic Pact werd vastgelegd, waren de nieuwe rekenregels ook al op Europees niveau vastgelegd, dus dat kan ook geen argument zijn om in te zetten op minder dan 70% recycling van kunststof verpakkingen.

Daarnaast: net zoals Nederland heeft België ook nieuwe plannen gemaakt om de recycling van kunststof verpakkingen te verhogen. In het akkoord dat tussen de Belgische Gewesten is gesloten worden aanzienlijk hogere recyclingcijfers voor kunststoffen afgesproken dan in het Nederlandse voorstel. En in België zijn exact dezelfde Europese rekenregels van kracht.

Tabel 2: recyclingdoelstellingen België en Nederland

Het is ook interessant om op te merken dat België in 2017 nog een significant lagere recycling van plastic verpakkingen had dan Nederland (beiden volgens de oude rekenvoorschriften), namelijk 44,5% tegenover 50,4% in Nederland, volgens de Eurostat database. België gaat dus niet enkel significant meer kunststoffen recyclen, ze maken relatief ook veel grotere stappen om de inzameling en recycling van kunststoffen te verhogen.

Kwaliteit van recycling

De overheid stuurt vooralsnog enkel op kwantiteit van recycling en niet op kwaliteit, waardoor er te weinig milieuwinst wordt geboekt. Als er meer op kwaliteit wordt gestuurd dan zal het gerecyclede plastic meer kunststoffen gemaakt van fossiele grondstoffen vervangen. Op pagina 2 van de brief van 2 juli staat dat de staatssecretaris onderzoek zal laten uitvoeren naar de mogelijkheden voor het verder stimuleren van het toepassen van recyclaat in non-food verpakkingen. Verder merkt de brief op dat goed recyclebare kunststof verpakkingen 40% korting krijgen in de afdracht aan het Afvalfonds, wat een (bescheiden) stap in de goede richting is.

Ondanks dat de brief van 2 juli stelt dat het overheidsbeleid er mede op gericht is om “de kwaliteit van inzameling en recycling te verbeteren,” blijkt dit in de praktijk echter niet het geval te zijn. Er wordt geen regie gevoerd om de kwaliteit van kunststof recycling systematisch te verbeteren om zo ook de eigen doelstellingen om het gebruik van mineralen, metalen en fossiel te halveren vóór 2030 en tot het minimum terug te brengen vóór 2050, te realiseren.

Glas

Voor glas slaagt het Afvalfonds er namens verpakkende bedrijfsleven al enkele jaren niet in om de verplichte doelstelling van 90% recycling te handhaven. Dat bleef lange tijd zonder consequentie totdat Recycling Netwerk middels een rechtszaak afdwong de regels te handhaven. De doelstelling van 90% was eerder tot stand gekomen na overleg tussen het Afvalfonds en de Rijksoverheid.

In 2017 werd volgens de oude meetmethode 86% van het glas gerecycled. Volgens Wageningen UR daalt dat met de nieuwe methode naar 76% indien glas in IBC bouwstof en het verwerken van verpakkingsglas in bakstenen als recycling wordt geteld (zoals dat nu ook het geval is). Indien gebruik van afvalglas van verpakkingen in deze toepassingen niet als recycling aangemerkt mogen worden (wat ons inziens een goede zaak zou zijn), dan daalt het recyclingpercentage naar 71%.

In de brief van 2 juli 2020 aan de Tweede Kamer wordt echter aangekondigd dat een nieuw recyclingpercentage van 70% voor 2021 gaat gelden en 75% voor 2030, precies in lijn met de minimumeis uit Europa. Dat is aanzienlijk lager dan de oude doelstelling, maar het is ook 6% lager dan wat volgens de studie van Wageningen UR het huidige recyclingpercentage is (86% volgens oude methode / 76% volgens nieuwe methode), wat dus 4% tekortschiet om de 90% volgens de oude rekenmethode te halen. Dat is al een gat van 10% ten opzichte van de huidige recyclingdoelstelling. Tel daarbij op dat volgens nieuwe Europese regels sowieso 5% van de recyclingdoelstellingen voor verpakkingen behaald mogen worden met hergebruiksystemen (dit stipten we eerder in dit artikel aan en voor glas wordt die 5% reeds behaald met bijvoorbeeld hervulbare bierflessen) en de conclusie is dat het bedrijfsleven in 2025, vijf jaar vanaf nu, 15% minder glas hoeft te recyclen dan de huidige norm voorschrijft.

Zelfs als de definitie van recycling wordt aangescherpt en IBC bouwstof en bakstenen niet als recyclingtoepassingen voor glas worden beschouwd, dan wordt de ambitie alsnog met 10% verlaagd.

De Rijksoverheid stelt dus (na overleg met het verpakkende bedrijfsleven maar zonder overleg met Recycling Netwerk) voor om de recyclingdoelstelling van glas significant te verlagen nadat de Raad van State in 2019 de Rijksoverheid op haar vingers tikte omdat het jarenlang niet heeft opgetreden tegen het Afvalfonds die de wettelijk verplichte recyclingdoelstellingen voor glas niet haalde. De ambitie van de huidige recyclingdoelstelling moet minimaal worden gehandhaafd. Correcties vanwege het gebruik van een nieuwe meetmethode zijn logisch, maar het verlagen van de ambitie is niet acceptabel.

Papier en Karton

Voor papier en karton wordt op dit moment 87% gerecycled en de verandering van rekenmethode heeft daar geen invloed op. De huidige recyclingnorm is 75% maar de brief van 2 juli kondigt aan dat die norm wordt verhoogd naar 85% waarmee de huidige praktijk wordt bestendigd.

Metaal (Ferro en Aluminium)

Het oude recyclingdoel van 85% gold voor metalen verpakkingen in brede zin, maar de nieuwe doelstellingen maken onderscheid in Ferro en Aluminium verpakkingen. Op Europees niveau is vastgelegd dat van Ferro in 2025 70% moet worden gerecycled en dat loopt op tot 80% in 2030. Voor aluminium gaat het om 50% in 2025 en 60% in 2030. Nederland rapporteerde tot voor kort 95% recycling en de brief van 2 juli geeft aan dat het momenteel niet duidelijk is hoeveel ferro en hoeveel aluminium precies wordt gerecycled. Hierom wordt gekozen voor behoud van het recyclingdoel van 85% voor alle metalen verpakkingen, aangevuld met de Europese doelen voor ferro en aluminium, totdat er meer duidelijkheid is. We vragen dat de doelstellingen worden aangescherpt wanneer er meer duidelijkheid is gecreëerd betreffende de recyclingpercentages van deze stromen en dat deze doelstellingen sturen naar meer en betere recycling.

Hout

Voor houten verpakkingen is er door Wageningen UR geen analyse gemaakt van het verwachte recyclingpercentage op het moment dat de nieuwe rekenregels van kracht zijn. Wageningen UR merkt wel op het “dat het recyclingpercentage berekend volgens de regels van het nieuwe uitvoeringsbesluit weinig minder zal zijn dan het huidige recyclingpercentage.”

De brief van 2 juli geeft aan dat de markt voor houten verpakkingen vooral bestaat uit pallets. De recyclingnorm voor 2022 was eerder vastgelegd op 45%, de nieuwe Europese doelstelling is 30% voor 2030 en er wordt gekozen voor een nieuwe recyclingnorm van 55%, terwijl in 2017 al 73% van de houten verpakkingen werd gerecycled. Hier is sprake van een gemiste kans.

Pallets zijn goed herbruikbaar en wanneer er statiegeld op zit komen ze netjes terug en kunnen ze goed worden gerecycled. Ongeacht het materiaal waar pallets van worden gemaakt, de overheid zou het hergebruik van deze producten moeten stimuleren met een hergebruikdoelstelling. Het recyclingpercentage van 73% is bovendien onnodig laag voor een stroom die vooral uit pallets bestaat die te recyclen zijn.

Alle verpakkingen

Voor alle verpakkingen samen was er een recyclingdoelstelling van 70% en werd er in 2017 78% gerecycled volgens de oude meetmethode. Volgens Wageningen UR zakt het recyclingpercentage met de nieuwe rekenmethode naar 74-75%. In de brief van 2 juli kondigt staatssecretaris van Veldhoven dat het recyclingdoel voor alle verpakkingen op 70% blijft. Helaas wordt niet verkend of een hogere recyclingdoelstelling nuttig was geweest.

Conclusie aanpassingen recyclingdoelen

Enkel voor kunststoffen wordt beleid gevoerd om meer kunststoffen te gaan inzamelen en recyclen. Maar de inzameling en recycling van kunststoffen blijft ver achter bij andere verpakkingstromen en het doel dat hiervoor is gesteld, sluit aan bij de minimale verplichte Europese doelstellingen terwijl bijvoorbeeld België en de afspraken in het Plastic Pact veel verder gaan. De onderbouwing van de nieuwe recyclingdoelstellingen voor kunststof is onvoldoende.

Voor glas is er sprake van een duidelijke achteruitgang. Het te behalen recyclingpercentage van glas wordt verlaagd terwijl de rechter eerder heeft uitgesproken dat de ILT moet handhaven omdat het verpakkende bedrijfsleven jaar na jaar de doelstellingen niet haalt. Dat er tegen die achtergrond wordt besloten het recyclingpercentage te verlagen, geeft vooral de indruk dat het bedrijfsleven erin geslaagd is om de overheid te belobbyen.

Bij het verpakkingsmateriaal hout is er sprake van een gemiste kans: er moet meer kunnen worden gerecycled en hergebruikt, maar de overheid onderneemt geen stappen om dit te stimuleren. Voor verpakkingen van metaal, en papier en karton worden geen stappen ondernomen om verdere milieuwinst te boeken.

Samenwerking met het Afvalfonds Verpakkingen

Tegelijkertijd met de brief van 2 juli gericht aan de Tweede Kamer was op de website van de Rijksoverheid ook te lezen dat Van Veldhoven een nieuw offensief start tegen verpakkingsafval. Eerder in dit artikel hebben we duidelijk gemaakt dat het beleid naar ons inzien helemaal niet vooruit gaat en er zelfs een zeer sterke dreiging is van vertraging van het milieubeleid door te lage recyclingdoelstellingen en een volstrekt onlogische ‘circulaire norm’.

Een verklaring voor het zwakke beleid is deels te vinden in de samenwerking met het Afvalfonds. Op de website van de Rijksoverheid wordt directeur Cees de Mol van Otterloo van het Afvalfonds gequote: “In Nederland realiseren we voor verpakkingen al hoge recycleresultaten. Met de nieuwe recycledoelstellingen wordt een nieuwe stip op de horizon gezet op weg naar een circulaire economie voor verpakkingen.” Dat die zogenaamd hoge recyclingresultaten gebaseerd zijn op een rekenmethode die leidt tot grote overschattingen en daardoor nu wordt aangepast, weerhoudt De Mol van Otterloo er klaarblijkelijk niet van om daarmee alsnog goede sier te maken.

In de brief van 2 juli zegt staatssecretaris Van Veldhoven dat ze “overeenstemming [heeft] bereikt met het verpakkend bedrijfsleven over een pakket van ambitieuze en haalbare doelen voor meer hergebruik en recycling van verpakkingen.” Het verpakkingsbeleid is essentieel milieubeleid, maar er wordt voor gekozen om eerst een akkoord te sluiten met het Afvalfonds die namens het verpakkende bedrijfsleven het beleid probeert bij te sturen. Nadat de deal in feite al rond is, mogen Tweede Kamerleden en ook andere stakeholders waaronder milieuorganisaties, pas hun commentaren erop formuleren. Het is alsof een akkoord over het terugdringen van CO2 binnen de industrie buiten het oog van andere stakeholders om, eerst wordt gesloten met Shell en Tata Steel. Er is hier sprake van een achterhaalde bestuurscultuur die huidige bedrijfsbelangen bevoordeelt en daarmee niet stuurt richting effectief milieubeleid.

Onafhankelijkheid studie Rebel Group in het geding

Eerder in dit artikel becommentarieerden we de studie van Rebel Group omdat die naar ons inzien geen goede basis vormt voor het formuleren van een recyclingdoelstelling voor kunststof verpakkingen. Dat is geen kritiek op de kwaliteit van de studie, maar dat heeft te maken met de beperkte scope van het onderzoek. De twee scenario’s die zijn uitgewerkt zijn allebei in feite baseline scenario’s: er wordt niet gekeken naar wat een ambitieuze recycling doelstelling zou zijn, terwijl in de opdrachtomschrijving wel stond dat het de ambitie van de overheid is “om de koploperspositie binnen de EU te behouden.”

Het is daarnaast belangrijk om op te merken dat Rebel Group zowel het Afvalfonds als het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV, gefinancierd door het Afvalfonds) al jarenlang als belangrijke klanten heeft.

Dat het studiewerk van Rebel Group niet onderzoekt wat een ambitieus (en ook haalbaar) scenario zou zijn voor de recycling van kunststoffen, sluit aan bij de belangen van het Afvalfonds en de achterliggende bedrijven voor wie meer en betere recycling betekent dat steeds meer moet worden afgestapt van ‘business as usual.’ Dit betekent overigens niet dat Rebel Group het onderzoek niet naar eer en geweten zou hebben uitgevoerd, maar mogelijk wel dat het onderzoek sterk aanleunt bij de denkkaders van het belanghebbende bedrijfsleven.

We stellen dan ook voor dat er aanvullend onderzoek wordt verricht om te duiden om antwoord te geven op de vraag: ‘wat is een stimulerende en haalbare recyclingdoelstelling voor kunststof verpakkingen gezien het de ambitie is van Nederland om de koploperspositie in Europa te behouden?’

Eindconclusie: ontoereikend verpakkingsbeleid

Uit onze analyse blijkt dat de Nederlandse overheid geen sterk verpakkingsbeleid voert. Daar waar het richting circulariteit wil sturen met een ‘circulaire norm’, is er sprake van een blunder omdat de ‘circulaire norm’ vooral business as usual legitimeert, namelijk conservatief afvalbeleid en geen ambitieus circulaire economie-beleid. Bij het bepalen van nieuwe recyclingdoelstellingen lijkt het er sterk op dat de invloed van het verpakkende bedrijfsleven te groot is geweest. Bovendien stuurt de overheid niet richting kwalitatief betere recycling en rekent het hiervoor te veel op de vrijwilligheid van marktpartijen.

Nergens blijkt uit dat het overheidsbeleid stuurt richting het overkoepelende doel om het gebruik van mineralen, metalen en fossiel te halveren vóór 2030 en tot het minimum terug te brengen vóór 2050.

Dat de Rijksoverheid buiten andere stakeholders om een akkoord sloot met het Afvalfonds over nieuwe recyclingdoelen én het studiewerk dat ten grondslag ligt aan de nieuwe recyclingdoelen voor kunststof verpakkingen, heeft laat uitvoeren door een partij die sterk gelieerd is aan het Afvalfonds waarmee het onderhandelde, is een blamage.

Een fundamentele politieke discussie over de toekomst van het verpakkingsbeleid en de manier waarop de overheid dat beleid vormgeeft, is noodzakelijk.

 

 

Download hier de PDF-versie van de neutrale analyse Evaluatie van beleidsmaatregelen voor een circulaire verpakkingsketen in brief 136, 2 juli 2020, van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, December 2020

 

 

Het enthousiasme in de media en op sociale media is vandaag heel groot. Van veehouders tot milieuorganisaties, van surfclubs tot banken, van provincie Groningen tot aan de Franse grens klonk de vraag naar statiegeld, om zo onze natuur schoon te houden.

Milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux doet van harte mee met deze nieuwe aanmoedigende campagne van de Statiegeldalliantie.

De Statiegeldalliantie boekte reeds mooie successen. Op 1 juli volgend jaar zit er op alle plastic flessen in Nederland statiegeld, dankzij de beslissing van het kabinet in april. Voor de blikjes loopt eenzelfde beslissingstraject. De Statiegeldalliantie moedigt de Nederlandse regering aan om nog deze regeerperiode de beslissing voor de blikjes te nemen.

In België namen zowel de Waalse, Brusselse als federale regering statiegeld op blikjes en plastic flessen op in hun regeerakkoord. De Statiegeldalliantie moedigt hen aan om dit snel concreet te maken in wetten en decreten.

Op Europees niveau verklaarden de federaties van de drankenproducenten inmiddels dat ze hun jarenlange verzet tegen statiegeld stoppen, en nu voorstander zijn van goed uitgewerkte statiegeldsystemen. Zowaar 10 Europese landen beslisten de voorbije vier jaar om statiegeld in te voeren of uit te breiden. Meerdere opiniepeilingen bevestigen steeds weer dat 8 op de 10 Nederlanders en 8 op de 10 Belgen voorstander zijn van statiegeld op blik en plastic flessen.

“De mensen willen statiegeld. Bedrijven en gemeenten willen het. De drankenproducenten gaan akkoord. En in de politieke wereld is er heel veel goede wil om van statiegeld een realiteit te maken. Precies daarom is het zo interessant dat al die gemeenten, organisaties en bedrijven de politici nu aanmoedigen om het laatste stapje te zetten: statiegeld op blikjes en alle plastic flessen in de wet zetten. Statiegeld, Yes We Can!”, besluit Recycling Netwerk Benelux.

EenVandaag over de Statiegeld Yes We Can-campagne:


RTV Dordrecht over statiegeld:

Even tot hier over de Yes We Can! campagne:

 

Gerelateerde artikelen

Trouw, Campagne voor statiegeld op blikjes van start in Nederland en België, 24 november 2020

NOS Radio 1, Journaal 06:00 – 09:30 uur, 24 november 2020

VRT Nieuws, Betalen we binnenkort dan toch statiegeld op plastic flessen en blikjes?, 24 november 2020

NPO Radio 1, https://www.nporadio1.nl/stax-toine/uitzendingen/1298413-2020-11-24, 24 november 2020

EenVandaag, Zwerfafval aanpakken? Statiegeldalliantie wil sneller statiegeld op blikjes, maar dat duurt nog even, 24 november 2020

RTL Nieuws, Yes We Can!-campagne moet zorgen voor sneller besluit over statiegeld blikjes, 24 november 2020

RTV Dordrecht, Statiegeldalliantie start met campagne voor statiegeld op blikjes, 24 november 2020

RTV Purmerend, Statiegeld op blikjes! Ook Zwerfinator zegt: #YesWeCan, 24 november 2020

Even tot hier, https://www.bnnvara.nl/eventothier/videos/554464, 28 november 2020

Belang van Limburg, Er moet dringend statiegeld komen, 28 november 2020

Wegwerpproducten worden in grote getalen gebruikt. Per jaar gaat het in Nederland alleen al om 3 miljard wegwerpbekers en 876 miljoen afhaal- en bezorgmaaltijden in een wegwerpverpakking. Al die wegwerpproducten samen zorgen voor onnodig veel grondstoffengebruik, CO2-uitstoot, afval en zwerfafval.

Van innovatie tot realisatie

Met Mission Reuse willen we er voor zorgen dat wegwerp-opties verleden tijd worden. Met hergebruiksystemen koop je zonder moeite je koffie in een beker die je weer terug inlevert. Online bestellingen kunnen in een herbruikbare tas. Maaltijden kunnen bezorgd in bakjes die, na reiniging, gebruikt worden voor een volgende maaltijdlevering door je favoriete restaurant. Het is mogelijk, het is handig en het is beter voor het milieu.

 

Pilot in Utrecht

Mission Reuse test innovatieve hergebruik-concepten uit in de praktijk. De eerste pilot is inmiddels gestart in Utrecht. Horecaondernemers en hun klanten testen daar het gebruik van herbruikbare bekers. We deden ook onderzoek naar het potentieel om over te stappen naar herbruikbare bekers. Wat blijkt? Consumenten roepen om meer duurzaamheid. Het bedrijfsleven is nieuwsgierig naar nieuwe hergebruik-concepten. En Europese wetgeving stimuleert lidstaten om werk te maken van een transitie van wegwerp naar hergebruik. Het momentum voor de transitie naar herbruikbare bekers is nu.

 

De weg van wegwerp naar herbruikbaar

De komende tijd gaan we meer pilots met andere producten en verpakkingen doen. Als de nieuwe ontwerpen succesvol blijken in de praktijk, koppelt Mission Reuse de ondernemers aan grotere marktpartijen. Tegelijkertijd stapt Mission Reuse ook naar de lokale en nationale overheden, om te pleiten voor beleid dat wegwerp ontmoedigt, en tegelijk hergebruik ondersteunt. Via aansprekende publieks- en beleidscampagnes brengen we hergebruik onder de aandacht van producenten, beleidsmakers én consumenten. We hopen dat velen meestappen op de weg van wegwerp naar hergebruik.

 

Mission Reuse

Mission Reuse is een meerjarig transitieprogramma van drie initiatiefnemers: Enviu, Recycling Netwerk Benelux en Natuur & Milieu. Enviu ontwikkelt circulaire business modellen en zet samen met bedrijven en start-ups innovaties in de markt. Recycling Netwerk Benelux richt zich op een afvalbeleid dat beter is voor het milieu. Natuur & Milieu richt zich op een duurzamer gebruik van grondstoffen, door zowel bedrijven als consumenten.