Ze doen dat via een opinie die vandaag op de website van Euractiv verscheen. “Een historische doorbraak in het statiegelddossier”, reageert milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux verheugd.

“EFBW and UNESDA believe that well-designed Deposit Return Schemes (DRS) could hold the key – and a growing number of EU member states are coming to the same conclusion and considering their introduction. Coca-Cola European Partners SVP Public Affairs and Government Relations, Hans van Bochove, also agrees that “Well designed DRS would enable the EU to reach its collection targets for beverage bottles faster – and would also secure the food-grade quality rPET that our beverage industries need”, luidt het in de open brief van EFBW en UNESDA Soft Drinks Europe.

EFBW vertegenwoordigt meer dan 500 Europese waterproducenten. UNESDA Soft Drinks Europe vertegenwoordigt de frisdrankproducenten die in Europa actief zijn, waaronder Coca-Cola, Pepsico, Danone, Nestlé Waters en Red Bull.

“Dit is een historische doorbraak”, reageert Recycling Netwerk Benelux. “Vijf jaar terug waren alle drankenproducenten nog traditioneel tegen statiegeld op plastic flessen. Daardoor waren sommige Europese regeringen terughoudend in het invoeren van de milieumaatregel. Nu de betrokken bedrijven zelf voor statiegeld pleiten, is er geen enkele reden meer om nog te wachten. Statiegeld vermindert het aantal plastic flessen in de natuur met 70 tot 90 procent. Voor de regeringen van landen als Frankrijk, Spanje en België moet dit het startsignaal zijn om eindelijk statiegeldwetgeving te maken”, zegt de milieuorganisatie.

“We zeggen al telkens dat de Europese doelstelling van 90% gescheiden inzameling van plastic flessen, vastgelegd in de Single Use Plastic Directive, enkel met statiegeld gehaald kan worden. Maar nu zeggen de drankenproducenten zelf ook dat ze statiegeld nodig hebben hiervoor. Dat is echt een game changer.”

Acht Europese landen hebben al jarenlang statiegeldsystemen op plastic flessen en blikjes. Tien Europese regeringen namen de voorbije vier jaar beslissingen statiegeld in te voeren of uit te breiden. Twee dagen geleden maakte Recycling Netwerk de analyse dat de standpunten van drankenproducenten steeds positiever werden. “Maar nu is de kogel eindelijk door de kerk”, besluit de milieuorganisatie.

Dat blijkt uit de meest recente Eurobarometer over het thema, gepubliceerd in opdracht van de Europese Commissie.

In Nederland steeg de bezorgdheid over de milieu-impact van dagelijkse plastic producten de voorbije twee jaar met acht procentpunten. 90% van de Nederlanders zijn er bezorgd over en 86% van de Belgen (Eurobarometer, QA7.3 op pagina T16).

Een ruime meerderheid is van mening dat een extra toeslag op wegwerpproducten van plastic belangrijk is in de strijd tegen plastic vervuiling: 62 procent van de Belgen en 71 procent van de Nederlanders (Eurobarometer, QA12.3 op pagina T32, en tabel 1 onderaan dit artikel).

Bijna alle Nederlanders (98%) en Belgen (94%) vinden het belangrijk dat de industrie en supermarkten de hoeveelheid plastic verpakkingen verminderen. In 2017 vonden ze dat trouwens ook al. (QA12.4 op pagina T33 van de Eurobarometer).

Bijna iedereen is het er trouwens over eens dat plastic producten zo gedesigned moeten worden zodat ze makkelijk recyclebaar zijn: zeer hoge scores van 95% van de Belgen, en 97 procent van de Nederlanders. Dat is opnieuw een bijna unanieme mening. (QA12.5 op pagina T34 van de Eurobarometer).

92 procent van de Belgen en 89 procent van de Nederlanders vinden dat de gemeenten meer en betere inzamelfaciliteiten moeten voorzien voor plastic afval (QA12.1 op pagina T30 van de Eurobarometer). De Belgen vinden dat de derde belangrijkste maatregel in de strijd tegen vervuiling door plastic afval. Momenteel wordt de Belgische inzameling nog georganiseerd met het systeem van de blauwe zak. Dat is een zak waar plastic, blik en drankverpakkingen in moeten en die wekelijks op de stoep wordt gezet.

De gegevens staan in de meest recente Eurobarometer over het thema gepubliceerd in opdracht van de Europese Commissie. 27.498 mensen in de 28 lidstaten van de EU werden ervoor bevraagd door Kantar.

Conclusie: Europese en nationale actie nodig

Het is opmerkelijk dat dergelijke hoge percentages Belgen en Nederlanders bezorgd zijn over plastic vervuiling – en daar ook flinke beleidsmaatregelen voor willen zien.

De Europese richtlijn tegen wegwerpplastics is een eerste stap om de plastic vervuiling aan te pakken. De richtlijn verbiedt een reeks wegwerpplastics, eist dat producenten gaan betalen voor het opruimen van bepaalde producten uit het zwerfafval, eist 90 procent gescheiden inzameling van petflessen, en een minimum gehalte van gerecyclede pet in nieuwe petflessen. Ook het feit dat 10 Europese regeringen de voorbije vier jaar beslisten om statiegeld in te voeren op plastic flessen, past in deze context.

Om aan de bezorgdheid van de Nederlandse en Belgische burgers tegemoet te komen, zal een ambitieuze omzetting van de Europese richtlijn in nationale wetgeving nodig zijn.

Op dit moment vinden 70 tot 80 procent van de Belgen immers dat de EU, de grote bedrijven en de industrie en de nationale regering “niet genoeg” doen om het milieu te beschermen (zie afbeelding 1 hieronder). Van de Nederlanders vindt meer dan 60 procent dat ook (afbeelding 2).

Tabel 1 – Bron Eurobarometer (PDF)

 

Afbeelding 1 – Bron: Factsheet België Eurobarometer

 

Afbeelding 2 – Bron Factsheet Nederland Eurobarometer

Tabel 2: houding van Nederlanders en Belgen ten opzichte van beleidsmaatregelen wegwerpplastics – Bron Eurobarometer (PDF)

 

Percentage Nederlanders Belgen
bezorgd over milieu-impact plastic 90 86
gemeentelijke inzamelfaciliteiten 89 92
extra toeslag voor wegwerpplastics 71 62
design moet rekening houden met recyclebaarheid 97 95
industrie en retail moeten minder in plastic verpakken 98 94

Dat Coca-Cola Nederland vanaf oktober al zijn flessen in Nederland van 100% gerecycled plastic (rPET) maakt, werd snel wereldnieuws, met artikels in Forbes en de Financial Times.

Coca-Cola Nederland vermeldt in haar persbericht uitdrukkelijk dat de stap er komt dankzij de Nederlandse regeringsbeslissing dat er op 1 juli 2021 statiegeld op alle plastic flesjes zit: “Coca-Cola in Western Europe recognises the vital role that well-designed Deposit Return Schemes will play in its 100% rPET vision”.

De beslissing van Coca-Cola Nederland haalde de Financial Times op 17 september. In het artikel staat ook dat bij wet verplicht statiegeldsystemen nodig zullen zijn als de drankgiganten hun beloftes van gerecyclede flessen willen halen. Ook in Forbes Magazine luidt het: “A key enabler for the switch in the Netherlands and Norway is the rapidly expanding and effective deposit return schemes operational in both countries, guaranteeing a supply to produce rPET”.

Joe Franses, vice-president voor duurzaamheid van Coca-Cola European Partners zegt in een interview met de vakwebsite ICIS: “Crucially, this announcement provides a compelling case for the role that Deposit Return Schemes (DRS) can play in the creation of local circular economies for beverage packaging. Markets with well-designed DRS such as those in Sweden, the Netherlands and Norway not only have high collection rates but also have the capacity to collect a higher grade of material with less contamination”.

De evolutie die frisdrankgigant Coca-Cola in de voorbije jaren heeft doorgemaakt over statiegeld is opmerkelijk. In interne documenten die dateren van voor 2017 was de strategie van Coca-Cola “to fight back” als er voorstellen over statiegeld op tafel kwamen. Coca-Cola sprak zich voor het eerst pro-statiegeld uit in 2017 in Schotland. Zowel The Guardian, Sky News als The Independent spraken van de “U-turn van Coca-Cola over statiegeld”. De volledige Britse drankenindustrie, verenigd in de British Soft Drinks Association, steunt het statiegeldvoorstel.

“De Nederlandse frisdrankenbranche is erg terughoudend over het uitbreiden van statiegeld naar kleine plastic flesjes. Maar achter de schermen is er beweging. Langzaam verbrokkelt in de frisdrankensector de weerstand tegen uitbreiding van statiegeld op kleine plastic flesjes”, analyseerde Trouw-journalist Joop Bouma terecht in juli 2019 toen ook Vrumona, de tweede grootste Nederlandse drankenproducent positiever begon te communiceren over statiegeld.

Spadel Nederland roept sinds 2019 zelfs expliciet het bedrijfsleven en de politiek op om snel een statiegeldsysteem in de voeren voor alle drankverpakkingen, dus ook voor de kleine flesjes en blikjes.

In Frankrijk spraken Coca-Cola, Pepsi, Nestlé Waters en Danone openlijk hun steun uit voor het statiegeldvoorstel van de regering van Emmanuel Macron. Via hun federaties ondertekenden ze vorig jaar een open brief die de minister Brune Poirson aanmoedigde om statiegeld in te voeren. Ook de federatie die supermarkten Aldi, Lidl en Carrefour in Frankrijk vertegenwoordigt, ondertekende mee.

In België is waterproducent Spadel sinds 2019 voorstander van statiegeld in België. De groep die onder meer Spa en Bru verkoopt wil in 2025 immers alle plastic flessen van 100% gerecycled plastic kunnen maken. “Het systeem van Fost Plus garandeert niet dat de gebruikte flessen niet vermengd zijn met andere plastics”, legt Bart Peeters, Country director van Spadel Benelux uit in La Libre. Dat wordt nog moeilijker door de uitbreiding van de blauwe zak met andere plastics. “We hebben ontdekt dat er besmettingsrisico’s kunnen zijn en we willen dat absoluut vermijden want de hygiëne en netheid van de producten die we verkopen zijn absoluut prioritair”, zegt Peeters in het interview.

Ook Ecover, de producent van milieuvriendelijke was- en schoonmaakmiddelen met een vestiging in het Antwerpse Malle, ziet zich geconfronteerd met hetzelfde probleem “‘Tegen 2020 willen we al onze verpakkingen uit gerecycleerd plastic maken’, zegt Tom Domen, innovatiemanager van Ecover aan De Standaard. “Maar dan moet er een voldoende en kwalitatief aanbod van gebruikte pet zijn. Dat lukt alleen in landen met een statiegeldsysteem zoals Duitsland en Denemarken. Daar halen ze 90 procent of meer van de petflessen op. In ons land gaat veel afval verloren en zitten in de blauwe zak nog te veel contaminerende zaken.”

De beslissing van Coca-Cola Nederland heeft een wrange bijsmaak voor Coca-Cola België. Onderaan het persbericht waarschuwt Coca-Cola dat de flessen die in België gemaakt worden, niét van gerecycled plastic zullen zijn.

In Schotland steunen de Schotse bierbrouwers het statiegeld voluit. In Letland schaarden alle drankenproducenten zich vorig jaar achter de invoering van statiegeld. Ze deden dat met een Memorandum of Understanding. “A Deposit system so far is the only proven method to reach the high recovery and recycling targets set by the European Union, that requires for the Member States to collect and recycle 77% of single-use plastic bottles with caps and lids by 2025 and 90% by 2029. Comparing to the alternative proposals, the advantage of the DRS is the monetary incentive for consumers”, verklaarde Ināra Šure, de voorzitster van de Letse federatie van de voedingsindustrie.

 

 

De zoektocht naar kwalitatieve gerecyclede PET

De grote drankenbedrijven veranderen van standpunt om een reeks redenen. Ze vinden het vervelend dat hun merknaam in het zwerfafval ligt, en dat consumenten hen daar prangende vragen over stellen. Ze hebben hun eigen doelstellingen geformuleerd om duurzamer te worden. En op Europees niveau zijn er met de richtlijn wettelijke vereisten over de hoeveelheid gerecyclede PET die plastic flessen moeten bevatten. De richtlijn wordt momenteel omgezet in nationale wetgeving in alle lidstaten.

De Europese Single Use Plastic richtlijn (SUP-richtlijn, gestemd in 2019) bepaalt dat alle plastic flessen minstens 25% recycled content moeten bevatten in 2025. Om aan deze eisen te voldoen zijn grote hoeveelheden ingezameld PET nodig. Bovendien moet deze PET van food-grade kwaliteit zijn om in nieuwe flessen te mogen verwerken. Dit betekent nieuwe flessen maken van oude flessen, bottle-to-bottle recycling in het vakjargon. Met statiegeld wordt aan deze hoge standaard voldaan.

De meeste multinationals beloofden ook om de hoeveelheid gerecycled materiaal in hun verpakkingen op te voeren.

Coca-Cola beloofde om in zijn flessen minimaal 50% van de gerecyclede kunststoffen te gebruiken vóór 2030.

De grootste voedingsproducent ter wereld, Nestlé, wil 1,6 miljard dollar uitgeven om 2 miljoen ton van gerecycled plastic te kopen tussen nu en 2025, verklaarde het aan CNN Business. Nestlé zei dat het boven het markttarief zou betalen voor het gerecyclede materiaal. Zo wil het bedrijf zijn gebruik van nieuwe kunststoffen tegen 2025 met een derde verminderen.

Pepsi heeft zich ertoe verbonden om het gerecyclede gehalte in zijn drankverpakkingen tegen 2025 te verhogen tot 25%. In 2018, het basisjaar voor het huidige doel, zei het bedrijf dat het totale volume ‘virgin’ – of niet-gerecycled – plastic 2,2 miljoen ton bedroeg.

Danone beloofde dat zijn Evian-waterflessen gemaakt zouden zijn van 100% gerecycled materiaal, aldus Bloomberg.

Plastic flessen met sappen, zuivel en alcoholhoudende dranken worden vooralsnog uitgezonderd van statiegeld. Voor blikjes is het definitieve besluit nog niet genomen, al bereidt de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven wel wetgeving voor.

De plastic fles, lange tijd het symbool van de wegwerpcultuur, zal door de invoering van statiegeld veel minder gevonden worden. CE Delft berekende dat het aandeel flessen in het zwerfafval met 70 tot 90% zal dalen door statiegeld. De vraag is: wat zal dit betekenen voor het aandeel van de blikjes in het zwerfafval?

Volgens een studie van KplusV belanden jaarlijks ongeveer 50 tot 100 miljoen, voornamelijk kleine, plastic flessen in het zwerfafval. Volgens dezelfde studie komen ongeveer 100 tot 150 miljoen blikjes in het milieu terecht, significant meer dan de flesjes dus.

Volgens Rijkswaterstaat zijn er 2,5 keer zoveel blikjes als flesjes in het zwerfafval.

Volgens de data van Zwerfinator is het verschil tussen blikjes en flesjes nog groter. Op basis van 62.484 geraapte drankverpakkingen is de conclusie dat blikjes 2,7 keer zo vaak in het zwerfafval terechtkomen als flesjes.

Na de invoering van statiegeld op de flesjes gaat dat verschil nog veel groter worden. Als flesjes met 70% afnemen, dan liggen er gemiddeld 9 blikjes op straat voor ieder flesje dat wordt gevonden. En als het aantal flesjes met 90% afneemt dan liggen er 27 blikjes voor ieder flesje.

 

Red Bull koploper

Op World Cleanup Day in 2019 werden blikjes al vaker geraapt en vastgelegd dan enig ander type zwerfafval. En het aandeel blikjes gaat na de invoering van statiegeld op plastic flessen alleen maar groeien. Absolute ‘koploper’ daarbij is Red Bull. Red Bull weet de afgelopen jaren zijn ‘marktaandeel’ in het zwerfafval steeds verder te vergroten.

Uit onderzoek van Zwerfinator blijkt dat in 2016 er 9,3% van de drankverpakkingen in het zwerfafval van Red Bull waren. In 2020 was dat al meer dan verdubbeld naar 20,9%. Wanneer statiegeld op plastic flessen een feit is, zal dit alleen nog maar verder stijgen.

Zelfs als we alle merken die door verschillende bedrijven op de markt worden gebracht, samenvoegen en optellen, blijft Red Bull soeverein op 1 staan met 20,9%, gevolgd door Coca-Cola met 14,4% en Heineken met 12%.

Hoewel Max Verstappen met de F1-wagen van Red Bull al jaren tevergeefs probeert om Mercedes van de troon te stoten, is er bij het zwerfafval geen enkele twijfel. Het Oostenrijkse bedrijf Red Bull gaat eenzaam aan de leiding. Dat zal enkel veranderen als de regering ook statiegeld op blikjes invoert.

Het is dan ook uitkijken naar de Concept regelgeving statiegeld op blik, het Kostenonderzoek van CE Delft en de Zwerfafvalmonitoring eerste helft 2020 door Rijkswaterstaat. Die 3 documenten worden naar verwachting in oktober naar de Tweede Kamer gestuurd.

Dirk Groot

Zwerfinator

+31 6 81503456

info@zwerfinator.nl

Rob Buurman

Directeur Recycling Netwerk Benelux

rob.buurman@recyclingnetwerk.org

+31 6 16401040

Steeds meer regeringen in Europa beslissen om statiegeld in te voeren op blikjes en plastic flessen. Het tempo versnelt sinds de goedkeuring van Europese richtlijn over wegwerpplastics in 2019.

Die Single Use Plastic richtlijn (SUP-richtlijn) bepaalt immers dat alle plastic flessen minstens 25% recycled content moeten bevatten in 2025, en de lidstaten 90% van de plastic flessen gescheiden moeten inzamelen tegen 2029.

De ene lidstaat na de andere beslist daarom om statiegeld in te voeren. Tegelijk gaan ze zo de strijd met zwerfafval en plastic vervuiling aan. Dankzij statiegeld kunnen de drankenproducenten ook volledig gerecyclede nieuwe petflessen maken. In dit artikel gaan we in op de regeringsbeslissingen binnen de Europese Unie.

Beslissingen in 9 Europese landen sinds 2016

Litouwen voerde in februari 2016 statiegeldwetgeving in voor blikjes en flessen voor eenmalig gebruik. Het statiegeld is voor alle verpakkingen gelijk en bedraagt ​​€ 0,10 per fles of blik. Het statiegeldsysteem wordt beheerd door Užstato Sistemos Administratorius. Het retourpercentage voor plastic flessen voor plastic flessen stijgt spectaculair: het was 34% vóór de statiegeldregeling, 74,3% eind 2016, 91,9% eind 2017 en 93% in 2018. Statiegeld werd ingevoerd tijdens de regering-Butkevičius, bestaande uit socialisten, liberalen, conservatieven en christendemocraten.

In Slowakije stemde het parlement in september 2019 de wet die een statiegeldregeling voor PET-flessen en blikjes in 2022 invoert. Het nieuwe systeem betreft alleen winkels met een oppervlakte van meer dan 300 vierkante meter. Het statiegeld is € 0,15. De operator Slovensko zálohuje beheert het systeem. Het toonde meteen indrukwekkende resultaten. De Slowaken leverden al meer dan 100 miljoen plastic flessen en blikjes in in de eerste vier maanden.  

In Letland stemde het parlement in oktober 2019 de verpakkingswet die het statiegeldsysteem invoert. Het begon op 1 februari 2022. Het statiegeldsysteem accepteert glas, plastic (PET) en metalen (blik) verpakkingen gevuld met frisdrank, alle soorten bier en andere alcoholische dranken (tot 6%). 

De Nederlandse regering Rutte III (liberalen van VVD en D66, christen democraten van CDA, CU) besliste in april 2020 dat er vanaf 1 juli 2021 statiegeld zit op alle plastic flessen. Daarmee breidt de Nederlandse regering het huidige statiegeldsysteem op grote plastic flessen uit naar alle plastic flessen.Slechts zes maanden na de invoering van het statiegeld op kleine flesjes telde het ministerie van Rijkswaterstaat al een daling van 41 procent van het aantal kleine flesjes in het milieu tussen december 2021 en 2022. In februari 2021 besloot de Nederlandse regering ook statiegeld op blikjes in te voeren. Het systeem gaat in op 31 december 2022.

In Malta ondertekende de regering in 2020 de statiegeld regelgeving voor drankcontainers. De start van het systeem wordt verwacht in 2022, de datum zal later in het jaar bekend worden gemaakt. 

In Oostenrijk lanceerde milieuminister Leonore Gewessler op 7 september 2020 het  3-puntenplan van de Oostenrijkse regering om plastic afval te stoppen. De wet op verpakkingen voor eenmalig gebruik werd in oktober 2021 aangenomen. Ze voorziet statiegeld op wegwerp drankverpakkingen, PET-flessen en blikjes. Het systeem start op 1 januari 2025. Het statiegeld gaat van 0,25€ et 0,30€.  Verder wil de Oostenrijkse regering van Conservatieven en Groenen eisen dat vanaf 2023 25% van de dranken in hervulbare flessen wordt verkocht, oplopend tot 40% in 2025 en 55% in 2030. Een opiniepeiling van Research Affairs in augustus 2020 toont dat 81% van de Oostenrijkers voorstander zijn van statiegeld op petflessen en 76% voorstander van het invoeren van statiegeld op blikjes. 

In Ierland verklaarde de regering van conservatieven, christendemocraten, liberalen en groenen in september 2020 dat er statiegeld komt in het derde kwartaal van 2022. Het statiegeld komt er via de implementatie van de Europese Single Use Plastics Directive tegen juli 2021. De planning van de Ierse regering is als volgt: de wetgeving is ondertekend op 19 november 2021. De  start van het statiegeld komt er in het derde kwartaal van 2022. 

Het parlement van Luxemburg keurde op 5 mei 2022 de statiegeldwet goed. Er komt één nationaal statiegeldsysteem voor alle “voor menselijke consumptie bestemde drankverpakkingen die op de Luxemburgse markt worden gebracht“. Het statiegeldbedrag varieert van 10 cent tot 1 euro, afhankelijk van het soort verpakking. Sommige elementen zullen in een groothertogelijke verordening worden gespecificeerd: de hoogte van het statiegeld per soort drankverpakking, het gedetailleerde tijdschema voor de invoering en de eisen voor de organisatie van de sector (b.v. aanwezigheid van een centrale administratie, organisatie van producenten). 

De regering van Polen besliste op 2 juni 2022 dat er volgend jaar statiegeld zit op blikjes en flessen. Het statiegeldsysteem geldt voor wegwerp- en herbruikbare glazen flessen tot 1,5 liter, PET-flessen tot 3 liter en aluminium blikjes tot 1 liter. Er komt een terugnameplicht voor winkels van meer dan 100 m². Kleinere verkooppunten zullen zich vrijwillig bij het systeem kunnen aansluiten.

 

Regeringsbeslissingen en debatten in drie Europese landen 

In Frankrijk verklaarde minister Brune Poirson (van de liberale partij En Marche) op 10 juli 2019 dat de Franse regering statiegeld op plastic flessen en blikjes wil invoeren. Ze kreeg de steun van de Franse supermarkten en drankenproducenten, daarbij ook multinationals die eveneens in België en Nederland actief zijn. Door druk van conservatieve burgemeesters in de Franse Senaat is het project uitgesteld tot 2023. 

Op het niveau van het Verenigd Koninkrijk kondigde de regering van Theresa May (Conservatives) in maart 2018 een statiegeldregeling voor drankverpakkingen aan. De Blue Planet II-serie had de dreiging van oceaanvervuiling onder de aandacht gebracht. In juli 2019 verklaarde de Britse regering dat ze mikt op 2023 om een volledig werkend statiegeldsysteem te hebben. Een opiniepeiling door Populus in juni 2020 toont dat 84% van de Britten voorstander is van statiegeld op alle drankverpakkingen. 

De regering van Schotland geleid door Nicola Sturgeon van de Scottish National Party kondigde in mei 2019 het plan aan om statiegeld op plastic flessen, glazen flessen en blikjes in te voeren. Het Schotse parlement stemde de statiegeldregeling in mei 2020. De start is voorzien in augustus 2023. Het systeem behelst alle dranken die worden verkocht in PET-plastic, metaal en glas. Voor alle formaten komt er een vast statiegeld van 20 pence (0,23 euro). 

In Spanje stemde een grote meerderheid in het Lagerhuis voor de Wet die statiegeld invoert. De wet ligt nu op tafel van de Senaat. 

 

Acht Europese landen die al langer statiegeld kennen

Finland introduceerde het statiegeldsysteem voor het eerst in 1952, samen met de Olympische zomerspelen die Coca-Cola naar het land brachten – in glazen flessen. In de jaren tachtig werden enkele herbruikbare en duurzame plastic flessen opgenomen in het statiegeldsysteem. Statiegeld werd in 1996 geïntroduceerd op aluminium blikjes, op PET-flessen in 2008 en op gerecyclede glazen flessen in 2012. Suomen palautuspakkaus Oy (afgekort Palpa), een particulier consortium van drankenimporteurs en -fabrikanten, beheert het systeem

In Zweden hebben de aluminium blikjes sinds 1984 statiegeld en de PET-flessen sinds 1994. Svenska Returpack is verantwoordelijk voor het statiegeldsysteem voor aluminium blikjes en PET-flessen. 

IJsland heeft sinds 1989 een statiegeldsysteem op nationale schaal voor drankverpakkingenvan plastic, aluminium en glas. 

Noorwegen nam in 1999 een statiegeldwet aan. In 2018 verhoogden de tarieven tot 2 NOK voor kleine flesjes en blikjes en 3 NOK voor grote flessen. Infinitum AS (voorheen Norsk Resirk) is verantwoordelijk voor de uitvoering van het nationale recyclingprogramma voor niet-hervulbare plastic flessen en drankblikjes. De non-profitorganisatie is opgericht in 1999. Ze is eigendom van bedrijven en organisaties in de drankenindustrie en de handel in voedingsmiddelen.

Het Noorse systeem werkt zo dat de milieubelasting daalt naarmate het rendement stijgt. Dat betekent dat bijvoorbeeld 90 procent retour voor blikjes zich vertaalt in een korting van 90 procent op de milieubelasting. 

Denemarken introduceerde het eerste nationale statiegeldsysteem in 1922. In 1991 en 1993 breidde het uit met plastic flessen. Dansk Retursystem, een particuliere non-profitorganisatie beheert het systeem. In 2019 behaalde het systeem een ​​totaal rendement van 92%

In Duitsland bestaat het statiegeldsysteem al zeventien jaar, sinds 2003. Er is statiegeld op plastic, blikken en glazen drankverpakkingen. Het standaard statiegeld bedrag is 0,25 euro sinds 2016. Het statiegeld is hoger voor wegwerpverpakkingen dan voor herbruikbare verpakkingen, zoals glazen flessen. 97 tot 99%  van de wegwerpflessen worden teruggebracht. De recyclagegraad van blik is er circa 99%. In januari 2021 keurde de Duitse regering van Angela Merkel (CDU – SPD – CSU) een nieuwe Verpakkingswet, Verpackungsgesetz goed. Statiegeld op verpakkingen van sappen en wijn komt er in 2022, voor melk in 2024. Duitsland kent al heel lang statiegeld (Pfand) op plastic flessen en blikjes, sinds 2003. Maar sappen, wijn en melk waren uitgezonderd. De nieuwe Verpakkingswet kijkt dus enkel nog naar de verpakkingen, en niet naar welke drank er in zit.

In Estland bestaat sinds 2005 een universeel statiegeld- en recyclingsysteem voor eenmalige en hervulbare verpakkingen. Het statiegeld is € 0,10 op de meeste metalen, plastic en glazen drankverpakkingen. Het systeem wordt beheerd door Eesti Pandipakend, een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid die de Estse Vereniging van Brouwers, de Vereniging van Producenten van Frisdranken, de Vereniging van Importeurs van Frisdranken en Bier en de Estse Vereniging van Detailhandelaren vertegenwoordigt. 

In Kroatië is er sinds 2006 statiegeld van 0,5 Kroatische Kuna op niet-hervulbare containers met een minimum volume van 200 ml. Retailers groter dan 200 m² zijn verplicht containers terug te nemen. De overheid beheert de regeling. Er is een inzameldoelstelling van 95%. Sinds 2015 zorgt statiegeld voor terugbrenging van 90% van alle niet-hervulbare verpakkingen op de Kroatische markt. 

De race naar statiegeld 

Samengevat: we kunnen spreken van een echte race naar statiegeld. Het debat over plastic vervuiling is overal bezig. In de lidstaten van de Europese Unie wordt hard gewerkt aan wetgeving om er iets aan te doen. Het tempo verschilt van land tot land, maar de richting is dezelfde. 

Ook aan de grens van de Europese Unie stijgt de populariteit van statiegeld. In januari 2019 besliste Turkije dat er binnen vier jaar statiegeld op alle drankcontainers komt. Met 80 miljoen inwoners wordt Turkije na Duitsland het grootste statiegeldland ter wereld.

 

 

Ongeveer zes jaar geleden groeide de aandacht voor zwerfvuil in Vlaanderen sterk. De regering Bourgeois sprak in het Vlaamse regeerakkoord van 2014 af dat zou worden onderzocht wat de mogelijke impact zou zijn van het invoeren van statiegeld op plastic flessen en blik. Aan het begin van de regeerperiode werd ook de aanzet gegeven voor een nieuw afvalstoffenplan, want het voorgaande plan liep tot 2015.

Terugblikkend op de afgelopen zes jaar, blijkt er zeer weinig terecht te zijn gekomen van een effectief beleid rond zwerfafval. Het beleid wordt in sterke mate bepaald door supermarktenfederatie Comeos (met leden waaronder Colruyt, Delhaize en Carrefour), voedingsfederatie Fevia (met leden waaronder AB Inbev, Nestlé en Coca-Cola) en Fost Plus, de organisatie die namens Comeos en Fevia uitvoering moet geven aan een goede inzameling en verwerking van verpakkingen, maar in de praktijk ook opereert als lobbyclub voor de machtige bedrijvenfederaties. In zes jaar tijd is door de Vlaamse overheid amper beleid geformuleerd dat zwerfafval bij de bron, het product, aanpakt.

In deze longread duiden we de ontwikkelingen van de afgelopen zes jaar en laten we zien hoe Vlaanderen, ooit voorloper met een duurzame omgang met afval, de aansluiting mist bij ontwikkelingen in andere landen.

 

Zwerfafvalbeleid

Tijdens de totstandkoming van het “Uitvoeringsplan Huishoudelijk Afval en Gelijkaardig Bedrijfsafval” in 2016, was de discussie over zwerfafval in volle gang. Voor het Uitvoeringsplan en ook voor de statiegeldstudie Impactanalyse invoering statiegeld op eenmalige drankverpakkingen werden klankbordgroepen opgezet. Directeur Rob Buurman van Recycling Netwerk Benelux, toenmalig beleidsmedewerker Circulaire Economie bij Bond Beter Leefmilieu, nam deel aan allebei de klankbordgroepen.

Er was geen hoofdstuk van het Uitvoeringsplan dat zoveel bediscussieerd werd als het hoofdstuk over zwerfafval. De impactstudie naar statiegeld die onder meer stelde dat flesjes en blikjes ongeveer 40% van het volume uitmaakte en dat statiegeld dit sterk zou kunnen verminderen, was al eerder in 2015 afgerond. Verschillende drafts van het Uitvoeringsplan verwezen naar statiegeld. Er waren varianten waarin de invoering werd aangekondigd en er waren ook varianten waarin de invoering van statiegeld werd aangekondigd indien het zwerfafval niet sterk zou dalen.

Het is daarom opvallend dat in de definitieve versie van het Uitvoeringsplan het woord ‘statiegeld’ niet één keer voorkomt. De ambtenaren van de OVAM werden teruggefloten door de politiek, welke luisterde naar de instructies van het verpakkende bedrijfsleven.

In plaats van statiegeld werd één zeer belangrijke doelstelling geformuleerd, waartegen het beleid van Vlaanderen beoordeeld moet worden. Op pagina 96 van het oorspronkelijke Uitvoeringsplan staat dat tegen 2022 de hoeveelheid zwerfvuil significant af moet zijn genomen:

“de totale hoeveelheid zwerfvuil op de grond daalt met 20 gewichtsprocent t.o.v. 2013. Concreet wil dit zeggen dat de totale hoeveelheid zwerfvuil op de grond in 2022 nog maximaal 14.000 ton mag bedragen (in vergelijking met 17.500 ton in 2013).”

Deze 20% gewichtsreductie-doelstelling komt overigens niet uit de lucht vallen. Uit eerder studiewerk bleek namelijk dat het zwerfafval voor ongeveer 20-33% gewicht en 40% volume uit plastic flessen en blikjes bestaan. De 20%-reductiedoelstelling was dan ook opgenomen als alternatief voor het vermoedelijke minimale effect van statiegeld op plastic flessen en blikjes in het milieu.

Voor de duidelijkheid: de Vlaamse overheid is verplicht dit beleid uit te voeren. Iedere twee jaar wordt de tussenstand opgemaakt. Volgens de rapportage over 2015 blijkt er 20.426 ton zwerfvuil in Vlaanderen te zijn. De rapportage over 2017 spreekt over 19.916 ton zwerfvuil.

Dit jaar (2020) wordt de rapportage over 2019 verwacht. Op dit moment lijkt het onwaarschijnlijk dat de doelstelling gehaald zal worden. In plaats van een duidelijke daling, geeft de laatste meting over 2017 juist een stijging van 13,8% aan ten opzichte van 2013 (17.500 ton). Er lag in 2017 dus bijna 6.000 ton meer zwerfvuil op straat, dan er in 2022 mag liggen.

 

 

Verandering van referentiejaar

Via een schriftelijke vraag op 2 januari 2020 vroeg Vlaams Parlementslid Steve Vandenberghe (sp.a) aan minister Zuhal Demir (N-VA) of “de minister een idee heeft wanneer de nieuwe cijfers/studie van de OVAM beschikbaar zullen zijn?” Vandenberghe vroeg ook “Welke keuze zal de minister maken indien uit de nieuwe cijfers blijkt dat we de zwerfafval doelstelling onmogelijk kunnen halen? Kiest de minister ervoor om statiegeld vroegtijdig te evalueren en/of in te voeren of om de zwerfafval doelstelling bij te sturen?”

Op de eerste vraag antwoordde minister Demir het volgende: “De cijfers over 2019 voor zwerfvuil zijn eind 2020 beschikbaar. Ik beschouw het jaar 2015 als referentiejaar voor de hoeveelheid zwerfvuil. Naar schatting was er in dat jaar 20.426 ton zwerfvuil in Vlaanderen.”

Minister Demir geeft dus aan dat ze het jaar 2015 als referentiejaar beschouwt, terwijl het vastgesteld beleid is dat 2013 het referentiejaar is. Dit is belangrijk omdat de hoeveelheid zwerfafval in 2015 volgens eigen studiewerk van de OVAM, bijna drieduizend ton hoger lag dan in 2013. Hierdoor maken ze het zichzelf gemakkelijker om de doelstelling van 20% minder zwerfafval te behalen. Als je het referentiejaar aanpast, dan verandert je daarmee het beleid en de cijfers over de nodige vermindering.

Op 12 juni 2020 besloot de Vlaamse regering om het beleid daadwerkelijk/officieel aan te passen. De doelstelling van -20% zwerfafval blijft behouden, maar het referentiejaar wordt verplaatst naar 2015. Als resultaat mag er in 2022 nog 16.340 ton zwerfafval zijn – en niet 14.500 ton, zoals eerder was bepaald. Doordat er gekozen wordt voor een referentiejaar waarin het zwerfafval hoog was, zwakte de ambitie sterk af.

De OVAM redeneert dat het nuljaar 2013 onvoldoende betrouwbaar zou zijn als referentiejaar. Maar toen het afvalstoffenplan werd opgesteld, werd in de klankbordgroep al bediscussieerd of 2013 een goed referentiejaar zou zijn. Ondanks vragen die Bond Beter Leefmilieu er bij de totstandkoming van het plan over stelde, was het de OVAM zelf die toen besloot dat 2013 wel degelijk voldoende betrouwbaar was als referentiejaar. Dat de OVAM nu alsnog pleit voor een alternatief referentiejaar, staat haaks op de eerdere positie en geeft sterk de indruk dat het beleid wordt gewijzigd omdat de inspanningen rondom zwerfafval niet toereikend zijn om de doelstellingen te halen, iets wat overigens altijd al in de lijn der verwachtingen lag.

De beslissing van Zuhal Demir betekent dat de Vlaamse overheid gemaakte afspraken niet respecteert en het eigen zwerfafvalbeleid op de helling zet.

 

De statiegeldstudie uit 2015

De statiegeldstudie uit 2015 die volgens het regeerakkoord van de regering Bourgeois werd uitgevoerd, toonde aan dat statiegeld een groot effect zou hebben op het zwerfafval en ook nog eens kostenefficiënt zou kunnen worden ingevoerd.

Het meest waarschijnlijke scenario uit de impactstudie (scenario 5) wat enkel gaat over statiegeld op plastic flessen en blikjes, schatte de totale kosten voor het bedrijfsleven op 36 miljoen euro en de inkomsten voor datzelfde bedrijfsleven op 78 miljoen euro. Met ander woorden: er werd geraamd dat het bedrijfsleven geld zou verdienen aan de invoering van statiegeld.

Daarnaast zou er in scenario 5 naar schatting 9,3 miljoen euro worden bespaard op het systeem van Fost Plus en zouden ze via dat systeem 12,8 miljoen euro aan materiaalinkomsten mislopen omdat plastic flessen en blikjes voortaan via een statiegeldsysteem worden ingezameld en niet meer via de blauwe zak.

Deze materiaalinkomsten verdwijnen echter niet, maar zitten dan vervat zit in de 78 miljoen euro aan inkomsten van het statiegeldsysteem. Alles bij elkaar opgeteld, werd geschat dat het bedrijfsleven ieder jaar 38,5 miljoen euro zou overhouden aan de invoering van statiegeld ten opzichte van de huidige situatie waarbij ze flesjes en blikjes via de blauwe zak inzamelen.

 

Addendum

Hoewel het bedrijfsleven (Comeos, Fevia en Fost Plus) werd betrokken bij het studiewerk en daar haar input op heeft gegeven, besloten ze desalniettemin om een eigen studie te laten uitvoeren naar de kosten en effecten van statiegeld. Deze studie werd voorgelegd aan de OVAM en de onderzoekers die in opdracht van de OVAM werkten, waarop werd besloten een Addendum toe te voegen aan de originele impactstudie.

In het Addendum werden de extra argumenten en berekeningen vanuit het bedrijfsleven gereviewed en de onderzoekers kwamen tot nieuwe conclusies. Het scenario werd ook enigszins aangepast ten opzichte van de originele statiegeldstudie, maar ook nu kwam statiegeld er voor het bedrijfsleven voordelig uit. De studie raamde de totale kosten voor het bedrijfsleven op 77 miljoen euro tegenover een inkomstenstroom van 82 miljoen euro. De besparing op het inzamelsysteem van Fost Plus en de gemiste materiaalinkomsten via de blauwe zak werden niet opnieuw berekend, waardoor alles bij elkaar opgeteld, het bedrijfsleven naar schatting ieder jaar 1,5 miljoen euro zou overhouden aan de invoering van statiegeld.

De nieuwe berekeningen bevatten ook een nieuwe kostenraming van het zwerfafval. De oorspronkelijke statiegeldstudie becijferde dat jaarlijks ongeveer 20,1 miljoen euro aan opruimkosten en kosten voor het ledigen van openbare afvalbakken bespaard kan worden wanneer statiegeld wordt ingevoerd. Deze besparing werd berekend op basis van de zwerfvuilstudie uit 2013, waarin een totale kost van 61,5 miljoen euro werd geschat. 59,2 miljoen euro daarvan waren voor het opruimen van het zwerfvuil en het ledigen van de afvalbakken. In het Addendum bij de Impactstudie wordt deze besparingen bijgesteld naar 9,4 tot 18,8 miljoen euro.

De laatste zwerfafvalstudie die gaat over het jaar 2017 (publicatiedatum: 21 december 2018) schat de kosten echter op 134,6 miljoen euro, waarvan 125 miljoen euro aan concrete kosten die overheden maken. Dit betekent dat de potentiële besparing voor overheden veel hoger ligt en naar schatting tussen de 19,8 en 39,7 miljoen euro bedraagt (geëxtrapoleerd op basis van de schattingen uit het Addendum).

 

Invloed van het bedrijfsleven

De statiegeldstudie en het Addendum dat erop volgde waren dus positief over de kosten voor het bedrijfsleven en zeer positief over het effect op het zwerfvuil en de kostenbesparing bij lokale overheden.

Maar begin 2016 kondigde toenmalig minister Joke Schauvliege aan dat er een deal was bereikt met het bedrijfsleven. Het akkoord werd op 18 januari 2016 ondertekend door Comeos, Fevia, Fost Plus en Schauvliege. Voor milieuorganisaties en ook voor VVSG, waarvan de leden – de gemeenten – instaan voor het grootste deel van zwerfafvalkosten, kwam het akkoord als een verrassing. De daling van 20% zwerfvuil zou moeten worden bereikt met een bijdrage van 9,6 miljoen euro vanuit het verpakkende bedrijfslevens. Hiervan was 6,6 miljoen euro ‘nieuw geld’, want via een zogenaamde halve euro-bijdrage voor iedere Vlaming betaalde het verpakkende bedrijfsleven al ongeveer 3 miljoen euro per jaar.

Volgens het akkoord wordt de 9,6 miljoen euro aangewend “voor het realiseren van een integraal zwerfvuilbeleid.” Wat dat betekent staat in het Uitvoeringsplan, waar een ‘integrale vijfpijleraanpak’ gaat over “infrastructuur, participatie, handhaving, communicatie en omgeving.” In het akkoord wordt de nadruk gelegd op participatie en handhaving, oftewel: meer mensen proberen te activeren en scherper toezien op overtredingen.

De ‘integrale vijfpijleraanpak’ focust uitsluitend op de rol van burger en hoe die burger gestimuleerd kan worden om geen zwerfafval te creëren. Stappen om zwerfafval te voorkomen op het niveau van de producent, door bijvoorbeeld betere inzamelsystemen zoals statiegeld, op te zetten, of door minder wegwerpproducten en meer herbruikbare producten te creëren, worden in deze zogenaamde ‘integrale’ aanpak volledig genegeerd.

 

De industrie legt graag de verantwoordelijkheid bij de burger

De aanpak sluit hiermee naadloos aan bij het narratief van het verpakkende bedrijfsleven: het verhaal is dat zwerfafval de schuld is van de consument en zwerfafval moet dus worden opgelost door de consument ‘op te voeden’ met communicatiecampagnes en boetes.

Deze strategie is overigens decennia geleden al bedacht in de Verenigde Staten en zien we in heel Europa terug. Met de opkomst van de verpakkingsindustrie in de jaren 50 ontstond er ook steeds meer zwerfvuil. Verschillende Amerikaanse Staten probeerden wetgeving te creëren om wegwerpverpakkingen aan banden te leggen.

Om dit tegen te gaan, werd in 1953 Keep America Beautiful opgericht door de American Can Company, Owens-Illinious Glass company, Coca-Cola en de Dixie Cup Company, grote bedrijven die wegwerpverpakkingen produceerden. Keep America Beautiful hield de bedrijven buiten schot door de schuld voor vervuiling bij de consument te leggen en de belofte zwerfafval te doen afnemen door deze consument op te voeden met bewustwordingscampagnes. De Vlaamse variant Mooimakers volgt exact hetzelfde gedachtegoed.

 

Controle over het afvalbeleid

In het akkoord dat het Vlaamse verpakkende bedrijfsleven sloot met de Vlaamse overheid werd ook vastgelegd dat er een Beslissingsorgaan Openbare Netheid zou worden opgericht, waarin Comeos, Fevia en Fost Plus alle drie een zetel zouden krijgen. Verder waren er zetels gereserveerd voor een vertegenwoordiger van het kabinet van Schauvliege, een vertegenwoordiger van de OVAM en ook een vertegenwoordiger van VVSG mocht aanschuiven.

Met deze overeenkomst kreeg het bedrijfsleven meer controle over het Vlaamse zwerfvuilbeleid. De operationele cel bij de OVAM die tot daarvoor onder de naam ‘Netheidsnetwerk’ of ‘Indevuilbak’ doorging, werd omgedoopt tot ‘Mooimakers’. Die cel werd uitgebreid tot ongeveer 7 medewerkers van de OVAM, 1 van Fost Plus en 1 van VVSG. De 7 ambtenaren van een Vlaams Agentschap zouden voortaan dus worden aangestuurd door een Beslissingsorgaan waarvan 3 van de 6 zitjes in handen zijn van het bedrijfsleven.

Maar de consequenties reikten verder. De 9,6 miljoen euro was niet simpelweg bestemd voor publiekscampagnes, maar beleidsstudies vanuit de overheid naar het zwerfafval en de salarissen van de 7 ambtenaren waren ook begroot binnen die 9,6 miljoen euro. De onafhankelijkheid van de Vlaamse overheid was en is hiermee nog altijd in het geding. In het Vlaams parlement is hierover ook gedebatteerd. Het bedrijfsleven kreeg controle op de overheid en de overheid kreeg daar geld voor terug. De overeenkomst loopt in principe tot 2022.

 

Clean Europe Network

In 2016 en 2018 publiceerde Corporate Europe Observatory, een Brusselse waakhond die toeziet op de lobby van het grote bedrijfsleven, artikelen over hoe het bedrijfsleven zich bemoeit met zwerfafvalbeleid. In deze artikelen werd duidelijk dat Mooimakers onderdeel uitmaakt van een breder Europees netwerk rond zwerfvuil, genaamd Clean Europe Network.

Dat netwerk wordt geleid door Eamonn Bates, een lobbyist die werkt voor de verpakkingsindustrie. Bates leidt meerdere Europese lobbykantoren, waaronder Serving Europe en Pack2Go waar bedrijven zoals McDonald’s, Burger King en Starbucks bij zijn aangesloten. Voor deze bedrijven probeert Bates Europese regelgeving rond onder meer verpakkingen te beïnvloeden, waaronder ook de Single Use Plastics Directive, de Europese richtlijn die is opgezet om plastic vervuiling tegen te gaan. Bij het Clean Europe Network zijn landelijke organisaties aangesloten die (vrijwel) allemaal worden gefinancierd door het bedrijfsleven en zich richten op communicatiecampagnes gericht op burgers.

Volgens het Clean Europe Network zelf is het een netwerk gericht op het uitwisselen van goede praktijken om de aanpak van zwerfafval in de verschillende Europese landen te versterken. Maar een position paper uit 2015 laat een ander beeld zien. Daarin spreek de organisatie zich uit tegen een verschuiving van zwerfafvalkosten van overheden richting producenten, met als argumentatie dat dit het verkeerde signaal uitstuurt richting consumenten. Die zouden volgens het Clean Europe Network dan het idee hebben dat ze het ‘recht’ hebben om zwerfafval te veroorzaken. Ook dit is een argument wat niet matcht met het publieke karakter wat het Clean Europe Network zich aanmeet, maar wel perfect aansluit bij de belangen van de bedrijven waarvoor Directeur van het Clean Europe Network Eamonn Bates lobbyt – en uiteraard ook bij de bedrijven die het Vlaamse lid Mooimakers financieren.

Fragment uit “Prevention is the cure for Europe’s litter challenge”. 2015. Clean Europe Network.

 

Het Verpakkingsplan 2.0

Hoewel het bedrijfsleven begin 2016 een deal sloot met de Vlaamse overheid voor een ‘integrale zwerfvuilaanpak’, verenigden er zich in 2018 185 Vlaamse gemeenten en honderden andere organisatie en bedrijven in de Statiegeldalliantie. Zo vragen ze aan de Vlaamse regering om de invoering van statiegeld op blikjes en plastic flesjes. CD&V-minister Joke Schauvliege was die oproep genegen en agendeerde de invoering van statiegeld bij de Vlaamse regering als onderdeel van een Verpakkingsplan.

De roep om statiegeld werd des te urgenter omdat er in 2018 een evaluatie stond gepland naar de effectieve daling daling van het zwerfafval. Daarnaast zou de erkenning van Fost Plus eind 2018 aflopen, dus hét moment om naar de resultaten van het verpakkingenbeleid te kijken en het bij te stellen. Het doel was destijds nog om in 2022 20% minder zwerfvuil te hebben ten opzichte van 2013. Maar de resultaten over het jaar 2017 lieten juist een toename zien van 13,8% tegen een totale kost van 134,6 miljoen euro.

Vrijdag 11 mei 2018 presenteerde Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V) haar ‘Verpakkingsplan’, waarmee ze de afvalberg in Vlaanderen wilde verminderen. Het plan focust op meer recyclage van verpakkingen, invoeren van een verbod op plastic zakjes (wat feitelijk Europese regelgeving is), strengere straffen voor sluikstorters en de invoering van statiegeld op blikjes en flessen. Het geld voor de maatregelen wordt geclaimd bij de producenten en de multinationals die hun producten in deze verpakkingen verpakken. Milieuminister Schauvliege baseerde zich op het Noorse statiegeldsysteem, waar een handling fee voor innamepunten (supermarkten, kleine ondernemers, tankstations) de investerings- en beheerskosten compenseert. Voor een soortgelijk systeem zou ook in Vlaanderen kunnen worden gekozen.

De weken die erop volgden werd er meerdere malen gedebatteerd over statiegeld in het Vlaams parlement. Vlak voor het zomerreces, op 20 juli 2018, vond de ‘superministerraad’ plaats. Hier stond het Verpakkings- en zwerfvuilplan van Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V), en met name de invoering van statiegeld op plastic flesjes en blikjes, als één van de belangrijkste dossiers geagendeerd. CD&V was voor de invoering van statiegeld, de N-VA en Open Vld niet. Ook de federaties Comeos en Fevia bleven zich verzetten tegen het idee.

Tijdens de superministerraad besliste de Vlaamse regering dat tegen 2022, 90 procent van de drankverpakkingen ingezameld én gerecycleerd moeten worden, en tegen 2025 wordt 95 procent van alle huishoudelijke verpakkingen gerecycleerd. Statiegeld werd echter afgevoerd. Als de doelstellingen uit het zogenaamde Verpakkingsplan 2.0 in 2023 niet zijn gerealiseerd, zal de Vlaamse regering de sector ‘vragen om een statiegeldsysteem te organiseren of een veralgemeend beloningssysteem in te voeren’.

In dit Verpakkingsplan 2.0 staat trouwens ook een korte evaluatie van het zwerfvuilbeleid tot dusverre. De volgende passage vat het goed samen:

Uit de evaluatie van de procesindicatoren blijkt dat de uitvoering van het operationeel plan op koers zit en lokaal zijn vruchten afwerpt. Daarnaast is er zeker ook een verschil vastgesteld in zichtbaarheid van het zwerfvuilbeleid op het terrein en in begeleiding van de gemeenten. Ook naar andere doelgroepen, zoals bedrijven en Vlaamse partners, is een grote stap gezet. Enkel het luik preventie kreeg de voorbije periode te weinig aandacht, maar ook daar is een inhaalbeweging ingezet. Deze inspanningen vertalen zich voorlopig spijtig genoeg nog niet naar zichtbare resultaten op straat.”

Samengevat: er wordt hard gewerkt aan het zogenaamde vijfpijlerbeleid, het beleid dat al decennia door de verpakkingsindustrie wordt gepromoot. De successen die worden beschreven gaan over processen, wat in feite betekent dat ze ‘aan het werk zijn’. Maar zodra het over resultaten gaat, is de conclusie vooralsnog dat die inspanningen nog niets opleveren.

Het regeerakkoord van 2019 nam het Actieplan over, en formuleerde verder geen acties die de Vlaamse regering zal ondernemen in deze bestuursperiode. Van al het geformuleerde beleid van de afgelopen 6 jaar is er één maatregel die eruit springt en een positief effect zal hebben op het zwerfafval. Sinds 1 januari 2020 mogen organisatoren van evenementen geen wegwerpbekers meer gebruiken tenzij ze 90% inzamelen voor recycling en vanaf 2022 stijgt dit naar 95%. Zonder een statiegeldsysteem is dat onmogelijk. Het is een klein lichtpuntje in een door het verpakkende bedrijfsleven gedomineerde beleid.

 

Europese richtlijn biedt hoop

Daar waar de Vlaamse overheid de door het verpakkende bedrijfsleven bedachte methodes overneemt, is Europa een heel stuk doortastender. In 2019 werd de Europese Single Use Plastics Directive door de lidstaten en het Europese Parlement met grote steun goedgekeurd.

De Single Use Plastics directive verbiedt onder meer plastic wegwerpbestek, plastic wegwerpbordjes, plastic roerstaafjes en plastic rietjes. Artikel 4 van de SUPD verplicht lidstaten daarnaast om een significante consumptiereductie te realiseren voor een aantal kunststofproducten voor eenmalig gebruik. Het gaat hier specifiek over drank- en voedselverpakkingen voor producten die bedoeld zijn om onmiddellijk te consumeren, denk bijvoorbeeld aan de plastic bekers waar ijskoffies in geserveerd worden.

De Single Use Plastics Directive schrijft ook voor dat vanaf 2029 maar liefst 90% van de plastic flessen gescheiden moeten worden ingezameld. Zonder statiegeld is dat onmogelijk.

Wij hebben eerder al becijferd dat maximaal 61,2% tot 67,2% van de plastic flessen wordt ingezameld en gerecycled via de blauwe zak. Recover, een samenwerkingsverband van intercommunales en de gemeente Antwerpen, becijferde dat slechts de helft van de plastic flessen met de blauwe zak worden ingezameld. Wereldwijd zijn tot dusver enkel statiegeldsystemen erin geslaagd om meer dan 90% van de plastic flessen terug te krijgen. Het systeem van de blauwe zak zal hier nooit in slagen.

Er wordt verder veel verwacht van artikel 8 van de Single Use Plastics Directive. Dit artikel schrijft voor dat voor peuken, plastic flessen, koffiebekers met plastic aan de binnenzijde, en nog een aantal plastic wegwerpproducten, de kosten voor bewustwordingscampagnes én de opruimkosten van het zwerfafval voortaan betaald moeten worden door de producenten van die producten.

En dat zou best hoog kunnen oplopen. Een studie in opdracht van de Nederlandse overheid schatte dat jaarlijks 150 tot 250 miljoen plastic flessen en blikjes in het milieu terechtkomen. De kosten voor opruiming en inzameling via openbare afvalbakken werden geschat op 83 tot 90 miljoen euro, oftewel 33 tot 60 eurocent per drankverpakking in het milieu.

In Vlaanderen zal het beeld niet anders zijn. Als deze kosten volledig worden doorgerekend, wat de bedoeling is van de Europese richtlijn, dan wordt de kans zeer groot dat drankenproducenten eindelijk gaan kiezen voor inzamelsystemen die daadwerkelijk voorkomen dat drankverpakkingen op straat belanden. De OVAM is belast met het studiewerk achter de doorrekening van de zwerfafvalkosten. Hopelijk leren we snel meer over de concrete voorstellen om artikel 8 doeltreffend en fair te implementeren.

Doordat er volgend jaar op alle Nederlandse plastic flessen statiegeld zit maakt Coca-Cola Nederland zijn plastic flessen binnenkort uit 100% gerecycled plastic. Dat verklaart de drankenproducent in een persbericht.

“Wij feliciteren Coca-Cola Nederland want dit is een heel belangrijke stap naar een lagere klimaatvoetafdruk door het gebruik van virgin plastic terug te dringen. Dit toont dat statiegeld werkt. Statiegeld stimuleert de bedrijven om naar een lokale, duurzame en circulaire economie te gaan”, reageert milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux verheugd.

Ook voor de Nederlandse regering is dit een opsteker. Staatssecretaris Stientje van Veldhoven besliste in april 2020 dat dat er op 1 juli 2021 ook statiegeld zit op de kleine plastic flessen. Nauwelijks vijf maanden later kondigt de marktleider al aan dat al zijn plastic flessen in Nederland binnenkort uit 100% plastic recyclaat zullen bestaan.

Blikjes

Voor de drankblikjes loopt momenteel een gelijkaardig traject als eerder voor de kleine plastic flessen. Rijkswaterstaat monitort het aantal blikjes in het zwerfafval. Als de betrokken bedrijven er niet in slagen om de blikjes in de natuur met 70 procent te reduceren én 90% van de blikjes gescheiden in te zamelen, komt er ook voor de blikjes statiegeld, beloofde minister van Veldhoven.

“Drankenproducenten als Coca-Cola hoeven hier niet op te wachten. Wij roepen hen op om zich nu al als voorstander van statiegeld ook op blik uit te spreken. Dat de marktleider nu statiegeld voor plastic flessen omarmt, moet de beleidsmakers ook aansporen om ook van het statiegeld op blik werk te maken”, besluit Recycling Netwerk Benelux.

België

De beslissing van Coca-Cola Nederland heeft wel een wrange bijsmaak voor België. Onderaan het persbericht waarschuwt Coca-Cola dat de flessen die in België gemaakt worden (3 procent van hun flessen op de Nederlandse markt) niét van gerecycled plastic zullen zijn.

In België is nog niet besloten dat er statiegeld op plastic flessen komt. Dit maakt het voor bedrijven moeilijk om kwalitatief plastic recyclaat op de lokale markt te kopen. “De Belgische regeringen moet snel reageren: straks wordt het ontbreken van statiegeld nog een handicap wordt voor de Belgische drankenfabrieken”, waarschuwt Recycling Netwerk.

Het zwerfvuil is een van de grootste ergernissen van de burgers. Jaarlijks slorpt het opruimen van zwerfvuil in Vlaanderen alleen al 134,7 miljoen euro belastinggeld op, en de maatschappelijke kost is nog veel hoger, minstens een half miljard per jaar. Met statiegeld komen er 70 tot 90 procent minder blikjes en flesjes in het zwerfafval terecht. Statiegeld bewijst in 40 landen dat het de meest efficiënte en doeltreffende oplossing voor zwerfvuil is. 8 op 10 Belgen zijn voorstander van de maatregel.

 

Related articles:

FD, Coca-Cola Nederland stapt over op flessen van gerecycled plastic

RTL Nieuws, Statiegeld werkt: Coca-Cola gaat eindelijk alle flesjes recyclen

Het Laatste Nieuws, Binnenkort alle Coca-Cola-flessen in Nederland uit 100% gerecycleerd plastic

Coca-Cola European Partners, Coca-Cola in Western Europe transitions to 100% recycled plastic (rPET) bottles in two more markets

Resource, Coca-Cola to transition to 100 per rPET in Netherlands and Norway

Na de beslissing over plastic flesjes, is het nu de tijd voor statiegeld op blikjes. We roepen de bedrijven daarom op om te stoppen met meestribbelen, en voor statiegeld op blikjes te gaan.

Help ons door het filmpje op je sociale media te delen!

Achtergrond: Drie decennia lobbyen tegen statiegeld

“Gulden statiegeld op plastic flessen” kopte de Telegraaf van 17 mei 1991. Op vrijdag 24 april 2020 is eindelijk de beslissing genomen waardoor het statiegeld op alle plastic flessen realiteit wordt in 2021. Tussen de eerste belofte en de uitvoering van de wet ligt dertig jaar.

Meestribbelen

Hoe kan het dat dit drie decennia lang aansleepte? De oud-minister van milieu Jan Pronk (PvdA) gaf in de Haagse Lobby de verklaring door de truc van het betrokken bedrijfsleven bloot te leggen. In 2002 beloofde het bedrijfsleven hem om flesjes en de blikjes in het milieu tegen 2005 met 80 procent te verminderen. Lukte dat niet, dan zou er statiegeld komen.

De doelstellingen werden niet behaald, maar er kwam toch geen statiegeld. Oftewel: van uitstel kwam afstel. Het was, en is, de standaard-tactiek van het bedrijfsleven: presenteer een alternatief plan, beloof beterschap en ga akkoord met scherpe doelstellingen. Op die manier vertragen ze de zaak totdat er een nieuw kabinet komt met een nieuwe minister waarop ze meer invloed kunnen uitoefenen.

De doelstellingen haalden de bedrijven dan niet, maar ze werden er niet op afgerekend. Met dergelijke lobby-acties slaagden ze erin wettelijke beslissingen decennia uit te stellen. Doen alsof je meewerkt, maar eigenlijk tegenstribbelen en inzetten op afstel: het bedrijfsleven gaf hun tactiek de naam ‘meestribbelen’

Het bedrijfsleven stribbelde mee tegen statiegeld op plastic flesjes

Dit probeerde het bedrijfsleven bij de huidige regering opnieuw toen statiegeld voor plastic flesjes weer op tafel lag. In 2018 sprak staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven (D66) af met de bedrijven en de Tweede Kamer dat statiegeld op flesjes ingevoerd zou worden in 2021 als de bedrijven er niet in slaagden de flesjes in het zwerfafval met minstens 70 procent terug te dringen. Rijkswaterstaat begon de aantallen flessen en blikjes in het zwerfafval systematisch te monitoren.

Toen uit de halfjaarlijkse monitoringsrapportages bleek dat de aantallen flesjes in de natuur niet af maar juist toe waren genomen – met maar liefst 7% – hield staatssecretaris Van Veldhoven de bedrijven aan hun afspraak: per 1 juli 2021 komt er statiegeld op kleine plastic flesjes.

De bedrijven zetten het meestribbelen voort tegen statiegeld op blikjes

In april dit jaar werd eindelijk beslist dat er volgende zomer statiegeld zit op de kleine plastic flesjes. Maar de drankblikjes zitten nog niet in de regeling. En dat terwijl je die blikjes 2,5 keer zoveel aantreft in in het zwerfafval. In elk land van de 40 landen met statiegeld zitten de blikjes ook in het systeem – behalve in Nederland. Dit komt omdat (enkele) bedrijven nog steeds vasthouden aan de meestribbel tactiek.

Ze hebben zo een vergelijkbaar traject afgedwongen voor de blikjes als eerder voor de flesjes. Daarbij zeggen ze zelf zonder statiegeld te proberen om 90% van de blikjes gescheiden inzamelen en de blikjes in het zwerfafval met minstens 70% terug te dringen.

Dit is hen verre van gelukt met de plastic flesjes. Het aantal flesjes in zwerfafval steeg zelfs. Er is dus geen enkele reden om aan te nemen dat het ze wel gaat lukken met de blikjes. Met dit afgedwongen uitstel tekent het bedrijfsleven daarmee voor 1,5 jaar langer onnodige milieuvervuiling door blikjes. En zet ze mogelijk in op nieuwe afspraken met een nieuw kabinet.

Statiegeld is het enige middel waar de doelstelling van 90% gescheiden inzameling en 70% minder blikjes in het zwerfafval mee behaald kan worden. Bovendien drijven de enkele partijen die het nu nog meestribbelen de kosten voor het bedrijfsleven onnodig op. Zij moeten straks meer betalen voor het toevoegen van blikjes dan wanneer zij daar nu al rekening mee houdt. Dit laatste argument werd ook aangehaald door Recycling Aluminium Verpakkingen Nederland (RAVN) toen zij zich vorige week uitsprak voor een snelle invoering statiegeld op blikjes.

Daarom roepen wij alle betrokken bedrijven met deze video op: stop met meestribbelen en ga voor statiegeld op blikjes.

Op 22 juni antwoordde Staatssecretaris Stientje van Veldhoven middels een brief op de vragen die Tweede Kamerleden stelden in het schriftelijk overleg over het Besluit tot invoering statiegeld kleine plastic flessen en uitvoering moties blikjes.

Statiegeld op flesjes

90% gescheiden inzamelingsdoelstelling plastic flessen

Per 1 juli 2021 komt er statiegeld op kleine plastic flesjes. Naast de introductie van statiegeld is ook een 90% norm voor gescheiden inzameling van plastic flessen vastgelegd in de regelgeving. Deze resultaatverplichting voor het bedrijfsleven komt voort uit artikel 9 van de Europese Single Use Plastics Directive. Op Europees niveau moet deze doelstelling in 2029 worden bereikt, maar Nederland heeft wettelijk vastgelegd dat het de 90% al wil halen in 2022.

Uitzondering zuivel en sappen

Het statiegeldbesluit verplicht echter niet dat plastic flessen met zuivel en sappen ook statiegeld dragen. Zowel D66 en Groenlinks hebben hierover vragen over gesteld aan de staatssecretaris. Zuivel en sappen maken samen 17% van het marktaandeel van kleine plastic flesjes uit (het marktaandeel van de grote plastic flessen is onbekend). GroenLinks vraagt: “Als het doel is om 90% van alle flesjes gescheiden in te zamelen, maar voor 17% geldt geen statiegeld, hoe halen we dan die 90%?“.

In haar antwoord zegt Van Veldhoven het volgende:

“De norm van 90% voor gescheiden inzameling geldt voor alle flessen en daarmee ook voor flessen van sappen en zuivel. Indien deze flessen niet middels het statiegeldsysteem worden ingezameld, zullen producenten deze flessen op een andere manier gescheiden moeten inzamelen, bijvoorbeeld middels het PMD. In het implementatiebesluit van de Single-Use-Plastics richtlijn zal ik een bepaling opnemen waarmee het toegestaan wordt via PMD-ingezamelde flessen voor sap en zuivel, mee te tellen bij de 90% gescheiden inzamelingnorm.”

Dit antwoord is in strijd met wat er staat in de toelichting van het besluit welke op 24 april 2020 in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden is gepubliceerd. Deze toelichting is bindend, en hier staat:

Met «gescheiden inzameling» wordt conform de Wet milieubeheer en de Kaderrichtlijn afvalstoffen een inzameling bedoeld waarbij een afvalstoffenstroom gescheiden gehouden wordt naar soort en aard van de afvalstoffen om een specifieke behandeling te vergemakkelijken. De in Nederland veel voorkomende gezamenlijke inzameling van plastic verpakkingsafval, metalen drankverpakkingen (blik) en drankenkartons in de zogenaamde PMD-bak, kan, gelet op de vorengenoemde omschrijving van het begrip «gescheiden inzameling«, niet als zodanig worden gekwalificeerd. Bij de inzameling middels de PMD-bak worden immers meerdere – naar soort en aard van elkaar verschillende – (afval)verpakkingen gezamenlijk ingezameld. Alvorens afzonderlijk te kunnen worden verwerkt is nascheiding van de diverse (afval)verpakkingen afkomstig uit de PMD-bak noodzakelijk.

Bovendien wordt momenteel door de Europese Commissie gewerkt aan een implemented act voor artikel 9 van de Single Use Plastics Directive waarin zij bindende regels voorschrijft hoe de 90% gescheiden inzameling berekend moet en mag worden. Het is mogelijk dat flessen die middels PMD worden ingezameld, niet meegeteld mogen worden als gescheiden ingezameld, of alleen onder zeer strikte kwaliteitseisen. Deze implemented act wordt volgende maand verwacht.

Daarnaast bemoeilijkt inzameling van flessen via PMD een nauwkeurige berekening van de inzameling. Wanneer plastic flessen via een statiegeldsysteem worden ingezameld, kunnen ze per stuk worden geteld en geregistreerd. Het inzamelpercentage is in een statiegeldsysteem daarmee accuraat vast te stellen. Flessen die middels PMD worden ingezameld, worden daarentegen gewogen, niet geteld, wat per definitie veel minder secuur is. Vaak wordt er residu zoals vocht en vuil meegerekend, of zelfs verpakkingen van ander materiaal die niet goed uitgesorteerd zijn. In een reactie laat de Europese milieubeweging overigens weten niet akkoord te gaan met het meetellen van flessen uit PMD.

Verplichting voor het bedrijfsleven, handhaving door de ILT

In reactie op vragen van CDA en D66 over het behalen van de 90% gescheiden inzamelingsnorm, antwoordt Van Veldhoven dat dit een resultaatverplichting is voor het verpakkend bedrijfsleven, waar de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) op zal handhaven. Producenten brengen hier elk jaar verslag over uit en het is aan producenten om maatregelen te nemen om bij te sturen wanneer zij de doelstelling niet halen, aldus Van Veldhoven. Zij geeft wel aan dat de ILT, indien nodig, de mogelijkheid heeft om maatregelen op te leggen. Dit is wat er nu ook gebeurt in relatie tot glasrecycling, waar het bedrijfsleven nog nooit de doelstelling van 90% glasrecycling heeft behaald.

Hervulbare flessen

Naast transparantie over wat en hoeveel wordt ingezameld, faciliteert de infrastructuur van een statiegeldsysteem ook de stap naar hervulbare flessen. De Partij voor de Dieren vraagt daarom aan de staatssecretaris of zij bij het opzetten van het statiegeldsysteem direct rekening houdt met een overgang van wegwerp flessen naar hervulbare flessen, ook om een lock-in op wegwerpflessen te voorkomen.

Dit zou bijvoorbeeld gedaan kunnen worden door direct een quota in te stellen voor een minimum aandeel hervulbare flessen op de markt, waar momenteel in Oostenrijk over na wordt gedacht. Van Veldhoven verwees naar het Plastic Pact en de implementatie van de SUP Directive voor maatregelen om hergebruik te stimuleren. Een precies antwoord op de vraag bleef daarmee uit.

Een hogere norm dan 25% gerecycled PET

De ChristenUnie vraagt aan de staatssecretaris of zij zich ervoor wil inzetten de vanuit Europa ingevoerde verplichting tot gebruik van recyclaat van 25% gerecycled plastic te verhogen. Van Veldhoven antwoordt dat het toepassen van 25% recyclaat vooralsnog

alleen geldt voor plastic drankflessen van PET en dat in Nederland deze norm reeds wordt behaald. “Toepassing van meer plastic recyclaat in PET-flessen is alleen mogelijk als dit veilig kan”, voegt zij toe, “ik ben bereid om hierover met de sector in gesprek te gaan.”

Op dit moment zijn er al meerdere drankenproducenten die flessen van 100% gerecycled PET afzetten op de markt. De deur lijkt hiermee open te staan voor beleid met een hogere doelstelling dan 25% gerecycled PET in flessen voor de Nederlandse en Europese markt.

Alle flessen mogen op alle innamepunten ingeleverd worden

Op de vraag van GroenLinks of er afspraken zijn gemaakt dat de verschillende innamepunten alle soorten flesjes innemen, geeft Van Veldhoven aan dat alle flessen vanaf 1 juli 2021 bij alle innamepunten kunnen worden ingeleverd. Dit kan omdat de producenten voorzien in één landelijk systeem, geeft de staatssecretaris aan. Hier was eerder nog geen duidelijkheid over.

Het antwoord van Van Veldhoven lijkt aan te geven dat deze innameplicht ook gaat gelden voor de grote plastic flessen. Het zou daarbij goed zijn wanneer dit beleid ook wordt doorgetrokken naar de glazen flessen.

Monitoring effecten statiegeld

Partij voor de Dieren vraagt aan de staatssecretaris of zij bereid is om de monitoring van zwerfafval nog een aantal jaar door te laten lopen zodat het effect van de invoering van statiegeld duidelijk in beeld gebracht wordt. Van Veldhoven zegt daarop toe dat Rijkswaterstaat de monitoring van blikjes en flesjes in het zwerfafval voortzet en hier halfjaarlijks over zal rapporteren. Het was al duidelijk dat de blikjes gemonitord zouden worden in uitvoering van de moties van de leden Paternotte c.s. en Dik-Faber c.s. over de aanpak van de blikjes in het zwerfafval.

Dat ook de flesjes nog worden gemonitord terwijl er statiegeld op zit, is zeer interessant om de effectiviteit van statiegeld in beeld te brengen, wat ook voor andere landen interessante informatie is.

Het is niet duidelijk hoelang Van Veldhoven de monitoring door laat lopen na het van start gaan van statiegeld op flesjes. Wij adviseren een periode van zeker twee jaar. In reactie op een vraag van de VVD geeft Van Veldhoven aan dat zij de ervaringen met en effectiviteit van statiegeld op kleine flesjes mee zal nemen wanneer er in 2021 besloten wordt over de invoering van statiegeld op blikjes.

Statiegeld op blikjes

Aanpak blikjes in het zwerfafval

In haar besluit tot invoering statiegeld kleine plastic flessen en uitvoering moties blikjes van 24 april 2020 kondigde Van Veldhoven een vergelijkbaar tweesporenbeleid voor blikjes aan zoals dat voor de flesjes is gevolgd. Er dient een reductie van 70 tot 90% minder blikjes in het zwerfafval en 90% gescheiden inzameling van blikjes gerealiseerd te zijn in het najaar 2021.

Rijkswaterstaat monitort het aantal blikjes in het zwerfafval sinds 2018. Wanneer in het najaar van 2021 blijkt dat deze doelen niet worden gehaald, wordt in 2022 ook statiegeld op blikjes ingevoerd. De staatssecretaris bereidt de noodzakelijke wettelijke maatregelen alvast voor, zodat deze op tijd gereed zijn voor invoering conform het tijdspad als uiteengezet in moties.

In reactie op de vraag van de CDA-fractie welke alternatieven de staatssecretaris voor ogen heeft voor het geval statiegeld op blik niet ingevoerd kan worden, antwoordt Van Veldhoven: “Ik zie geen reden waarom statiegeld op blikjes niet ingevoerd kan worden. Ik heb geen alternatieven voor ogen.”

90% gescheiden inzameling voor blikjes

In haar antwoord op vragen van het CDA, SP en GroenLinks over het besluitvormingstraject voor de blikjes, spreekt Van Veldhoven ineens niet meer over een “prestatiedoel” van 90% gescheiden inzameling, maar over “90% recycling voor de blikjes, dat in het najaar van 2021 gerealiseerd moet worden.”

Het is onduidelijk of er een fout is gemaakt door te spreken over een prestatiedoel van 90% recycling, maar in de Kamerbrief van 24 april 2020 was duidelijk vastgelegd dat het niet gaat om recycling, maar om gescheiden inzameling van de blikjes. Dit is belangrijk omdat enkel geavanceerde gescheiden inzamelsystemen met statiegeld helpen om blikjes in het zwerfafval te voorkomen. Een recyclingdoel zegt weinig over de preventie van blikjes in het zwerfafval omdat bijvoorbeeld ook blikjes uit het restafval of het veegvuil nog kunnen worden gerecycled.

Vervroeging statiegeldbesluit op flesjes schept precedent vervroeging beslissing blikjes

Er werden door de Partij voor de Dieren meerdere kritische vragen gesteld over de ruime invloed van de sector (de verpakkingsindustrie en levensmiddelenhandel) op de besluitvorming rond statiegeld op plastic flesjes en de vertragende “meestribbel”-strategie die zij hierin hanteert. Deze zijn grotendeels onbeantwoord gebleven. In reactie op de vraag vanuit de SP-fractie waarom genoegen is genomen met onnodige vertraging bij de invoering van statiegeld op kleine plastic flessen, antwoordt Van Veldhoven dat er geen sprake is geweest van vertraging. “Uiteindelijk heb ik het besluitvormingsmoment in goed overleg met de betrokken partijen vervroegd”, vervolgt de staatssecretaris, “toen ik op basis van de monitoringsrapportage tot de conclusie getrokken kon worden dat er te weinig voortgang werd geboekt. Dat was mogelijk omdat het wetgevingsproces tijdig en volgens toegezegde planning was afgerond.”

Met het naar voren halen van dit besluit voor statiegeld op flesjes, toont de staatssecretaris dat het mogelijk is om op basis van eerdere monitoringsresultaten te bepalen of de doelstellingen later datzelfde jaar behaald zullen worden. Dit biedt perspectief voor het besluit voor de blikjes.

De moties van de leden Paternotte c.s. en Dik-Faber c.s. waaraan Van Veldhoven uitvoering geeft, bieden namelijk ruimte om nog in deze regeerperiode een besluit over statiegeld op blikjes te nemen. Dit kan wanneer er in de eerste twee maanden van 2021 een tussentijdse evaluatie wordt ingepland op basis van de meetresultaten over 2020 – en hier een beslismoment aan wordt gekoppeld.

Inzake blikjes in het zwerfafval beschikt Rijkswaterstaat al over uitgebreide en betrouwbare monitoringsresultaten van de jaren 2018 en 2019, omdat Rijkswaterstaat deze mee heeft genomen in de monitoring over de plastic flesjes. De balans kan begin 2021 worden opgemaakt. De tendens in de grafiek zal meteen duidelijk maken of de doelstelling van 70-90% minder blikjes eind 2021, überhaupt nog kan gehaald worden.

Op deze manier valt het beslismoment nog voorafgaand aan de Tweede Kamer verkiezingen op 17 maart 2021. Zo kan de de huidige regering de beslissing nemen en zodoende een antwoord geven op de Kamermoties die deze beleidsperiode zijn gestemd.

Opruimkosten blikjes in het zwerfafval komen mogelijk voor rekening drankenproducenten

De Nederlandse overheid is op dit moment bezig met het omzetten van de Single Use Plastics Directive naar Nederlandse wetgeving. Metalen drankverpakkingen zijn uitgesloten van de richtlijn, maar samengestelde verpakkingen vallen erbinnen. Een blikje is zo’n samengestelde verpakking omdat het een dun laagje plastic aan de binnenkant bevat en zou daarmee onderhevig zijn aan de maatregelen zoals opgesteld in deze richtlijn. De Partij voor de Dieren stelde daarom aan Van Veldhoven de vraag of zij de mening deelt dat blikjes onder de Single Use Plastics Directive vallen en of zij bereidt is om erop aan te dringen dat blikjes onder de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen. De staatssecretaris gaf hierop geen eenduidig antwoord.

Minimumeis recyclaat in blikverpakkingen

Kamerlid Carla Dik-Faber van de ChristenUnie vroeg of de staatssecretaris zich op Europees niveau in wil zetten voor het invoeren van een verplicht percentage recyclaat van blik in blikverpakkingen. Van Veldhoven reageert dat zij “geen maatschappelijk doel” ziet in deze verplichting, mede omdat “gerecycled aluminium dezelfde kwaliteit en eigenschappen kent als nieuw aluminium en breed kan worden toegepast”.

Dat aluminium gerecycled kan worden, betekent echter niet dat het opnieuw wordt toegepast in blikjes. Gerecycled aluminium wordt (nog) niet in nieuwe verpakkingen gebruikt, zegt professor Ernst Worrell in Trouw. Hij werd gevraagd te reageren op de claim van Red Bull dat de productie van gerecycled aluminium 95 procent energie bespaart ten opzichte van nieuw aluminium. “Dat klopt”, zegt Worrell, “maar als Red Bull de eigen blikjes van nieuw materiaal maakt, is verwijzen naar 95 procent energiebesparing misleidend.”

De CO2 uitstoot die erbij komt kijken om nieuw aluminium voor blikjes te maken, ligt met 9,42 kg CO2 -equivalent per kilogram aluminium vele malen hoger dan de CO2 uitstoot die komt kijken bij het produceren van een nieuw PET voor flesjes, 1,01-1,07 kg CO2 -equivalent per kilogram PET. Naarmate producenten meer en meer recycled PET (rPET) gaan gebruiken in nieuwe flesjes, wordt het verschil in duurzaamheid tussen plastic flessen en aluminium blikjes steeds groter, ten nadele van de blikjes. Een onderzoek van CE Delft uit 2011 concludeerde dat de hoeveelheid recyclaat die wordt ingezet in nieuwe producten doorslaggevend is in het verminderen van de CO2-voetafdruk, veel meer dan bijvoorbeeld transport.

Het verplichten van gebruik van gerecycled aluminium in nieuwe blikjes, zou de CO2 uitstoot en daarmee klimaatvoetafdruk van blikjes sterk kunnen verminderen. Dat het aluminium van blikjes deels wordt gerecycled en in andere sectoren zoals de bouw wordt ingezet, betekent overigens dat die sectoren duurzamer worden want zij gebruiken het materiaal. Het is niet de bedoeling dat drankenproducenten dit ook op eigen conto schrijven want dan is er sprake van een dubbeltelling en effectief greenwashing.

“Deze beslissing is een historische overwinning in de strijd tegen plastic vervuiling. Hier hebben we ons jaren voor ingezet. De volgende stap is statiegeld op blikjes”, reageren milieuorganisaties Recycling Netwerk Benelux, Natuur & Milieu, de Plastic Soup Surfer, Plastic Soup Foundation, Greenpeace en Stichting De Noordzee op de brief aan de Tweede Kamer van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven.

Door de uitbreiding naar de kleine flessen van minder dan 1 liter komt er statiegeld op alle plastic drankflessen behalve die met sappen of zuivelproducten. Statiegeld vermindert het aantal flesjes in het zwerfafval met 70 tot 90 procent, toonde de studie van CE Delft.

In februari 2017 steunden de politieke partijen de Plastic Soup Surfer-motie die vraagt om de plastic flesjes in het milieu met 90% terug te dringen. In november 2017 werd de Statiegeldalliantie opgericht. Ze groeide direct razendsnel. Inmiddels vragen al 1055 Statiegeldalliantie-partners aan de Nederlandse en Belgische regeringen statiegeld in te voeren op alle plastic flessen en blikjes. Vrijwel alle Nederlandse gemeenten en honderden andere organisaties, waaronder milieuorganisaties, maar ook Ekoplaza, ASN Bank, de Consumentenbond en LTO, sloten zich aan.

Met het bedrijfsleven, dat zich toen nog grotendeels tegen statiegeld verzette, sprak de regering in maart 2018 af dat statiegeld zou worden ingevoerd, tenzij de bedrijven erin slaagden de hoeveelheid plastic flesjes in het zwerfafval met minimaal 70% terug te dringen en 90% van de plastic flessen te recyclen. Daar kreeg het bedrijfsleven twee jaar de tijd voor.

De laatste monitoringsresultaten laten zien dat er geen enkele sprake is van een afname van plastic flessen in het milieu. Sterker nog: het aantal getelde flesjes nam toe met 7% per meetronde. Alternatieve plannen werken niet, en daarom wordt statiegeld op plastic flesjes ingevoerd.

Blikjes

Van Veldhoven neemt nog niet direct een beslissing over de invoering van statiegeld op blikjes. Op blikjes komt mogelijk een jaar later ook statiegeld. Als het de sector niet lukt om in het najaar van 2021 70 tot 90 procent minder blikjes in het zwerfafval te realiseren, dan wordt ook statiegeld op blikjes ingevoerd. In het najaar van 2021 volgt hierover een besluit en komt er medio 2022 alsnog statiegeld op blik.

De laatste monitoringsrapportage laat zien dat het aantal blikjes op straat nog sterker is gestegen dan het aantal flesjes, met maar liefst 16%. Het bedrijfsleven boekte in de voorbije twee jaar geen enkele vooruitgang met de plastic flesjes. De extra tijd die ze bedongen, was onderdeel van een meestribbeltactiek, hopende dat uitstel uiteindelijk tot afstel zou leiden. Er is dus geen enkele reden om aan te nemen dat ze voor blikjes wél resultaten zouden boeken.

Steeds meer drankenproducenten steunen inmiddels statiegeld, sommige publiek, anderen binnenskamers. We roepen het volledige bedrijfsleven en de politici dan ook op om het probleem van blikjes in het milieu op te lossen door snel te besluiten ook daarvoor statiegeld in te voeren. Die beslissing kan en zou nog in deze kabinetsperiode moeten vallen.

Wij bedanken iedereen die meewerkte aan de uitbreiding van statiegeld. In 2015 gingen nog stemmen op om statiegeld volledig af te schaffen. Door de inzet van vele mensen, zwerfafvalrapers, milieuorganisaties, alle 1055 partners van de Statiegeldalliantie, overheidsambtenaren, kamerleden en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Stientje van Veldhoven, zet Nederland nu een belangrijke stap richting minder plastic flessen in het zwerfafval en een schoner milieu, besluiten Recycling Netwerk, Natuur & Milieu, de Plastic Soup Surfer, Plastic Soup Foundation, Greenpeace en Stichting De Noordzee.

Contactpersonen: Rob Buurman, directeur Recycling Netwerk Benelux – 06 16401040

Dat blijkt uit het rapport van Rijkswaterstaat dat staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven woensdagavond aan de Tweede Kamer bezorgde. De betrokken bedrijven zijn er niet in geslaagd de plastic flessen en blikjes in het zwerfafval te verminderen. Met deze uitslag komt er statiegeld op plastic flesjes. We roepen de Tweede Kamer en de regering op om ook de drankblikjes in de regeling op te nemen.

Plastic flesjes

Dit is de vierde meetronde in de monitoring van plastic flesjes in zwerfafval. De meetrondes kaderen in het traject voor de invoering van statiegeld. Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven stippelde dat traject uit op 10 maart 2018 in een Kamerbrief. De betrokken bedrijven die nog tegenstribbelden kregen een allerlaatste kans van twee jaar om de vervuiling door plastic flessen drastisch te verminderen met minstens 70 procent, en door 90% van de flesjes te recyclen.

Het woensdag gepubliceerde rapport toont duidelijk dat de betrokken bedrijven er niet in geslaagd zijn om zonder statiegeld de gevraagde daling van plastic flesjes in zwerfafval te realiseren. Integendeel, er is zelfs een toename. “Voor heel 2019 is het gemiddelde uitgekomen op 798 kleine flessen per meetronde, ofwel een toename van 7% ten opzichte van het gemiddelde over de jaren 2016/2017”, schrijft Rijkswaterstaat op de eerste pagina van Monitoring kleine plastic flessen in het zwerfafval – Resultaten tweede helft 2019 (PDF).

In de Kamerbrief van 27 september 2019 verklaarde de staatssecretaris “het beslismoment over invoering van statiegeld te vervroegen naar uiterlijk voorjaar 2020. Op basis van de dan voorliggende meetcijfers van het zwerfafval en de rapportage over het 90% recyclingdoel zal ik een besluit nemen. (…) De metingen [van het aantal flesjes in het zwerfafval] over de tweede helft van 2019 zullen hiervoor doorslaggevend zijn. Uitstel van de invoering is voor mij geen optie”.

Milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux: “De cijfers van Rijkswaterstaat tonen nu duidelijk dat de bedrijven er niet in geslaagd zijn om de gevraagde reductie van plastic flessen in het zwerfafval te realiseren. Sterker nog: het aantal flesjes is zelfs gestegen ten opzichte van de referentiejaren 2016-17. De conclusie van deze beslissende meetronde is dus dat de staatssecretaris de reeds klaargezette wetgeving activeert en er begin 2021 statiegeld op de kleine flessen zit in Nederland.”

Blikjes

Inzake de aantallen blikjes in het zwerfafval toont de RWS-monitoring een nog sterkere stijging. “Op basis van de zes metingen in 2019 komt het gemiddeld aantal blikjes per meetronde uit op 2.009. Dit is een toename van 16% ten opzichte van 2016/2017”, schrijft RWS.

De politieke wil om ook statiegeld op blikjes in te voeren, is het afgelopen jaar toegenomen. De Tweede Kamer nam op 17 oktober 2019 twee moties (motie van Paternotte en motie van Dik-Faber) aan. De motie van Paternotte “verzoekt de regering om vergelijkbare doelen voor blik (als in drankverpakkingen) voor het najaar van 2021 in te stellen”. De motie van Dik-Faber “verzoekt de regering eenzelfde traject voor blik in gang te zetten als voor kleine plastic flesjes is gedaan inclusief het voorbereiden van wettelijke maatregelen voor introductie van statiegeld per 2022”.

“Het RWS-rapport toont dat er meer dan dubbel zoveel blikjes dan flesjes in het zwerfafval liggen. 78% van de Nederlanders en bijna alle Nederlandse gemeenten willen statiegeld ook op blikjes. We roepen de regering en de Tweede Kamer op om op korte termijn ook definitief te beslissen statiegeld op blikjes in te voeren. Aan het Nederlandse bedrijfsleven vragen we om de politiek hierin te steunen”, zegt Recycling Netwerk.

In de Tweede Kamer staat vandaag 16 april een schriftelijk overleg van de Commissie Circulaire economie gepland.

 

Gerelateerde artikels:

AD, Kabinet kan er niet meer omheen: statiegeld op plastic flesjes, 16 april 2020

AfvalOnline, Meer flesjes in zwerfafval: uitbreiding statiegeld dichterbij, 16 april 2020

Joop, Nog meer plastic flesjes tussen zwerfaval, statiegeld onvermijdelijk, 16 april 2020

Het Parool, Na analyse van zwerfafval lijkt statiegeld op plastic flesjes onvermijdelijk, 17 april 2020

Distrifood, Statiegeld op kleine flesjes lijkt onvermijdelijk, 20 april 2020

In een artikel van 7 maart 2020 in het Financieele Dagblad wijst de bekende Nederlandse macro-econoom Mathijs Bouman (FD, Nieuwsuur) op de ‘kracht van de kleine bedragen”. Van zodra de plastic tasjes niet langer gratis waren, kelderde het gebruik ervan. Dat toont de kracht van kleine bedragen en de impact die het heeft op ons gedrag. Daarom vindt Bouman dat de regering statiegeld op flesjes en blikjes moet invoeren, omdat ook daar een kleine financiële prikkel zal leiden tot het terugbrengen van de lege drankverpakkingen.

Mathijs Bouman is onder de indruk van de resultaten van het verbod op gratis plastic draagtassen, die de minister voor Milieu en Wonen Stientje van Veldhoven op 2 maart naar de Tweede Kamer stuurde: “de maatregel is absurd effectief gebleken. Het minuscule prijsje heeft ons gedrag enorm bijgestuurd. In 2015 gebruikten we nog bijna drie miljard plastic tasjes. (….) In de jaren na het verbod op gratis tasjes is het gebruik spectaculair gedaald, naar 600 miljoen stuks op jaarbasis. In 2018 deed de gemiddelde Nederlander maar liefst tien dagen met een tasje. Per persoon gebruikten we er dat jaar vijfendertig. Dat is een afname van 80%. Van dit succes had zelfs de grootste plastic-hater niet durven dromen”.

Bouman vervolgt: “Je zou misschien verwachten dat daar een les uit getrokken wordt voor het bredere beleid om het eenmalig gebruik van plastic terug te dringen. Als je met een paar centen al zoveel kunt bereiken, dan moet dat toch naar meer smaken? (…) Als het de verpakkingsindustrie echt menens was, dan zou men zelf pleiten voor de meest effectieve methode om zwerfvuil te bestrijden: een klein bedrag aan statiegeld op ieder flesje (en blikje). Maar daar is men juist mordicus op tegen.”

Bouman besluit: “Alsof er nog onderzoek nodig is. De kracht van kleine bedragen heeft zichzelf al vele malen bewezen. Ga zelf maar eens een uurtje zwerfafval rapen uit de berm. Wedden dat u geen enkele plastic literfles met tien cent statiegeld tegenkomt?”

Het opiniestuk van Bouwman sluit aan bij publicaties van collega’s uit het vakgebied. In “Meer milieuwinst mogelijk uit recycling” schreven de economen van het Nederlandse Centraal Planbureau (CPB) in november 2019 al: “Statiegeld geeft een prikkel om zwerfafval tegen te gaan. Kunststof zwerfafval heeft negatieve gevolgen voor het milieu, omdat het lang blijft bestaan. Daarnaast geeft statiegeld een bruikbaarder grondstof voor ‘hoogwaardige’ recycling dan andere vormen van inzameling”.

Ook de Belgische macro-econoom Geert Noels, auteur van het boek Econoshock, is overtuigd: “Statiegeld is de logica zelve, laat ons die kleine inspanning doen voor een beter milieu”, schreef hij: “statiegeld werkt, Noorwegen bewijst het”, met verwijzing naar een BBC-reportage over het Noorse statiegeldsysteem.

De Financial Times merkte in een opinie over plastics in de oceanen op dat de recyclinggraad veel hoger ligt in landen met statiegeldsystemen: “Policymakers can also do more to change public behaviour. Recycling rates are much higher in countries that make it mandatory to run deposit return schemes”.

En The Economist, in een analyse van de recyclingsystemen binnen Europa in de editie van 11 januari 2020, is heel lovend over het nieuwe statiegeldsysteem in Litouwen: “The country now recycles at a record level. Almost three-quarters (74%) of plastic packaging waste was recycled there in 2017, the highest proportion in Europe. The EU average was 42%, and the worst performers, including Finland and France, under 30%. Much of Lithuania’s success is due to a deposit refund scheme, introduced in 2016. (….) By the end of 2017, 92% of all bottles and cans sold in Lithuania were being returned, close to triple the amount before the scheme began. The overall plastic packaging recycling rate increased by almost 20%”.

De kracht van de kleine bedragen staat vast voor deze auteurs. Het is empirisch vastgesteld bij de plastic tasjes en ook in de landen met statiegeld. Zowel de prikkel om zwerfafval tegen te gaan, als de sterke recyclingresultaten van statiegeld worden erkend. Voor macro-economen staat met andere woorden vast dat statiegeld werkt. Ze pleiten dan ook voor een bredere invoering ervan.

Red Bull is reeds 5 jaar op rij het meest gevonden blikje in het zwerfafval. Back to Sender is een nieuwe actie gestart om Red Bull te overtuigen zich uit te spreken voor statiegeld.

Jaarlijks belanden er in Nederland ongeveer 100 tot 150 miljoen blikjes in het milieu. Red Bull heeft hier al 5 jaar op rij van alle drankproducenten het grootste aandeel in. Dat toont onder andere onderzoek van ‘Zwerfinator’ Dirk Groot aan.

Ludieke opdrachten

Om de werknemers van Red Bull op een leuke manier aan het denken te zetten over de problematiek rondom zwerfafval en de rol van Red Bull hierin, sturen actievoerders wekelijks een ludieke opdracht naar de werknemers op het Red Bull-kantoor in Amsterdam.

Denk bijvoorbeeld aan een kruiswoordpuzzel met vragen over zwerfafval, een doolhof waarbij een blikje teruggebracht moet worden naar de winkel of een zoek-de-verschillen-plaat tussen de wereld zonder en met statiegeld.

De actie is respectvol en vriendelijk, maar met een duidelijke oproep: steun statiegeld op blikjes. We hopen dat de werknemers van Red Bull de discussie met elkaar aangaan en het bedrijf binnenkort een positieve houding inneemt tegenover statiegeld.

Statiegeld

Statiegeld op blikjes kan hun aanwezigheid in het zwerfafval met 70 tot 90 procent reduceren, concludeerde CE Delft in een studie in opdracht van de Nederlandse regering.

Statiegeld voorkomt zo dat er een aanzienlijke hoeveelheid aluminium verloren gaat in het zwerfafval. Doordat de productie van nieuw aluminium erg veel energie kost, is statiegeld ook interessant in de strijd tegen klimaatverandering. Bovendien is recentelijk aangetoond dat elk blikje een dun plastic laagje aan de binnenkant bevat; statiegeld op blikjes helpt daarom ook plastic vervuiling tegen te gaan.

Back to Sender-campagne

Deze actie kadert in de Back to Sender-campagne, waarmee mensen drankverpakkingen die ze in het zwerfafval hebben gevonden, terugsturen naar drankenproducenten en supermarkten met de oproep zich uit te spreken voor statiegeld.

Doe je mee? Lees er alles over op onze campagnewebpagina.

In haar Kamerbrief van 10 maart 2018 gaf staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven (D66) de betrokken bedrijven een allerlaatste kans van twee jaar om de vervuiling door plastic flessen drastisch te verminderen: “Allereerst heb ik overeenstemming bereikt over een recyclingdoelstelling voor kleine plastic flessen van 90% en een reductiedoelstelling voor kleine plastic flessen in het zwerfafval van 70-90% (…) Daarnaast heb ik met het verpakkende bedrijfsleven afgesproken de introductie voor te bereiden van statiegeld op kleine plastic flessen voor het geval in het najaar van 2020 zou blijken dat deze doelstellingen niet zijn gerealiseerd”.

In de Kamerbrief van 27 september 2019 meldde de staatssecretaris dat ze heeft besloten “het beslismoment over invoering van statiegeld te vervroegen naar uiterlijk voorjaar 2020. Op basis van de dan voorliggende meetcijfers van het zwerfafval en de rapportage over het 90% recyclingdoel zal ik een besluit nemen. (…) De metingen [van het aantal flesjes in het zwerfafval] over de tweede helft van 2019 zullen hiervoor doorslaggevend zijn. Uitstel van de invoering is voor mij geen optie”. De Tweede Kamer ontvangt “in februari 2020 de metingen over de tweede helft van 2019”.

Stientje van Veldhoven was van 2017 tot 2019 staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Sinds 1 november 2019 is zij Minister voor Milieu en Wonen.

Monitoring van plastic flesjes in het zwerfafval

Die metingen zullen dan het vierde monitoringsresultaat zijn van de aantallen plastic flesjes en blikjes in het zwerfafval. De monitoring werd opgezet in 2018.

De eerdere monitoringsresultaten wezen uit dat het bedrijfsleven de reductiedoelstelling van 70% minder plastic flesjes in het zwerfafval bij lange na niet haalt.

Kijkend naar deze drie eerdere monitoringsresultaten schrijft Van Veldhoven in de Kamerbrief van 27 september 2019: “In het bestuurlijk overleg is vastgesteld dat het aantal kleine plastic flessen in het zwerfafval een stijgende lijn in plaats van een dalende lijn laat zien en nog een aanzienlijke afstand tot het beoogde doel resteert”.

Aangezien de eerdere metingen een stijging in het aantal flesjes in het zwerfafval vaststelden, is het onwaarschijnlijk dat het laatste monitoringsresultaat in februari zal uitwijzen dat de 70% reductie nu plots wel zou kunnen gehaald worden.

Omdat de minister voor milieu heeft geschreven dat deze monitoringsresultaten over de tweede helft van 2019 doorslaggevend zullen zijn, verwachten we dat ze bij het uitbrengen van deze monitoringsresultaten in februari direct besluit dat statiegeld op plastic flesjes een realiteit wordt in uiterlijk het voorjaar van 2021.

De wetgeving ligt klaar. Het bedrijfsleven is bovendien gebaat bij een snel besluit: de industrie heeft aangegeven een jaar nodig te hebben voor de implementatie van een statiegeldsysteem, en het is afgesproken dat dit uiterlijk in het voorjaar van 2021 in werking moet zijn. De minister voor Milieu heeft eerder gecommuniceerd dat dit een harde deadline is.

Blikjes in het zwerfafval

De beslissing van de minister voor Milieu om enkel statiegeld te voorzien voor plastic flesjes en niet voor blikjes, kon vanaf het begin op weinig begrip rekenen van de oppositie. Er zijn dan ook grote problemen met blikjes in het zwerfafval.

Flesjes en blikjes maken samen ongeveer 40 procent uit van al het zwerfafval (in volume). Blikjes maken 62,7 procent uit van het aantal drankverpakkingen in het zwerfafval. Het aandeel blikjes in het zwerfafval is dus groter dan het aantal flesjes. Uit het onderzoek Kosten en omvang zwerfafval van KplusV is gebleken dat jaarlijks ongeveer 100 miljoen tot 150 miljoen blikjes in het zwerfafval terechtkomen.

Als de blikjes bij het maaien in het veevoeder belanden, leidt dit tot ziekte en soms tot de dood van runderen. Er is recentelijk aangetoond dat er plastic in blikjes zit, wat na verweren van het blik vrijkomt in de natuur.

Volgens het Rapport kostenonderzoek zwerfafval Nederland van Deloitte zijn de totale zwerfafvalkosten 250 miljoen euro. Gemeenten en overige gebiedsbeheerders (primair overheden) betalen hiervan gezamenlijk 239 miljoen euro, oftewel 95,6 procent.

Deze kosten kunnen worden gedrukt door statiegeld in te voeren op flesjes en blikjes. De statiegeldstudie van CE Delft in opdracht van de Nederlandse overheid becijferde dat jaarlijks 80 miljoen euro bespaard kan worden door de invoering van statiegeld op zowel flesjes als blikjes. Dit verklaart mede dat 95 procent van alle Nederlandse gemeenten, alle 12 provincies en 21 waterschappen de Nederlandse overheid oproepen tot de invoering van statiegeld op fles én blik.

Statiegeld op flesjes en blikjes zal ook voorkomen dat er verschuivingen van wegwerpflesjes naar wegwerpblikjes binnen de markt ontstaan. Voor de drankenproducenten is het overigens belangrijk om duidelijkheid te krijgen over de ontwikkelingen en een level playing field te creëren.

Steeds meer politieke ruimte voor statiegeld op blik

Ook nadat Stientje van Veldhoven had gecommuniceerd dat blikjes niet mee werden genomen in het statiegeldbesluit, hebben verscheidene politici zich er herhaaldelijk voor ingezet dat de blikjes in het zwerfafval toch worden aangepakt.

Dit leidde ertoe dat de Tweede Kamer in april 2018 unaniem voor de motie van Kamerlid Carla Dik-Faber (ChristenUnie) stemde. Die motie vraagt de regering om afspraken te maken met het bedrijfsleven en de gemeenten over een actieplan met een reductiepercentage voor blik in het zwerfafval in 2020.

Anderhalf jaar na de motie van Dik-Faber merkt Rijkswaterstaat op in de monitoringsrapportage over de eerste helft van 2019 dat “het aantal blikjes in 2019 gemiddeld genomen gelijk is aan het gemiddeld aantal blikjes tijdens de metingen in 2016 en 2017.”

In de Kamerbrief van 27 september 2019 bij deze monitoringsresultaten over de eerste helft van 2019 schrijft staatssecretaris Van Veldhoven hierover: “VNG en het verpakkend bedrijfsleven (…) hebben helaas aangegeven geen aparte aanpak voor blik te willen opstellen. De meetcijfers van RWS laten echter zien dat de huidige inzet op blik via de brede aanpak geen neerwaartse trend teweegbrengt van blik in het zwerfafval. Ik vind dat een zorgelijke ontwikkeling gelet op de breed gedeelde wens om blik in het zwerfafval terug te dringen”.

De politieke wil blikjes in het zwerfafval aan te pakken met statiegeld groeit ondertussen steeds meer. Op 10 oktober 2019 verschijnt er een artikel in dagblad Trouw waarin regeringspartijen D66, CDA en ChristenUnie zich uitspreken als voorstanders voor statiegeld op blikjes. Kamerlid Jessica van Eijs (D66) verklaart: “Het probleem is de afgelopen tijd alleen maar groter gebleken. Het geduld is wel een beetje op.” Carla Dik-Faber (CU): “We geven de industrie nog één kans om het zelf voor elkaar te boksen. Maar er is één systeem dat echt werkt en dat is statiegeld.” Maurits von Martels (CDA): “Dit onderwerp was lange tijd onbespreekbaar binnen mijn partij, maar tijden zijn veranderd.” Von Martels, zelf melkveehouder, maakt zich onder andere zorgen over koeien die kleine stukjes metaal of aluminium in hun maag krijgen, soms met fatale gevolgen.

In haar reactie verklaarde staatssecretaris Van Veldhoven op 11 oktober aan Hart van Nederland dat ze ziet “dat de Kamer meer ruimte biedt nu en dat statiegeld op blik nu ook echt als reële optie op tafel ligt. Ik denk dat dat goed is, want we willen allemaal gewoon dat doel bereiken van een schoon milieu.”

De Tweede Kamer nam op 17 oktober 2019 twee moties aan betreffende blikjes in het zwerfafval en de invoering van statiegeld op blikjes.

De motie van Paternotte c.s. (nr. 33) “verzoekt de regering om vergelijkbare doelen voor blik (als in drankverpakkingen) voor het najaar van 2021 in te stellen”, hierbij verwijzend naar de 90% gescheiden inzameling van plastic flessen zoals opgenomen in de wet en de 70-90% reductiedoelstelling van plastic flesjes in het zwerfafval.

De motie van Dik-Faber c.s. (nr. 39) “verzoekt de regering eenzelfde traject voor blik in gang te zetten als voor kleine plastic flesjes is gedaan inclusief het voorbereiden van wettelijke maatregelen voor introductie van statiegeld per 2022 en de Kamer periodiek over de voortgang te informeren.”

Statiegeld op blik beslissen in deze regeerperiode

Als milieuorganisatie steunen wij de moties van Paternotte c.s. en Dik-Faber c.s.. Deze moties bieden goede aanknopingspunten om statiegeld op drankblikjes in te voeren.

Het lijkt ons correct om voor het najaar van 2021 dezelfde doelstellingen te formuleren als eerder voor plastic flessen zijn opgesteld, namelijk 70-90% minder blikjes in aantallen in het zwerfafval en 90% gescheiden inzameling ervan (motie Paternotte). Bovendien is het mogelijk en wenselijk om de wettelijke maatregelen voor te bereiden en uiterlijk eind 2020 af te ronden, zodat statiegeld op blik in 2022 kan worden ingevoerd (motie Dik-Faber).

Daarnaast bieden deze moties de ruimte een traject op te zetten waarbij een besluit om statiegeld op blikjes in te voeren nog in deze regeerperiode valt. Dit kan wanneer de minister voor Milieu besluit om in de eerste twee maanden van 2021 een tussentijdse evaluatie in te plannen op basis van de meetresultaten over 2020 en hier een beslismoment aan koppelt.

Op dat moment zijn er ten opzichte van de unaniem aangenomen motie Dik-Faber c.s. van april 2018, waarin wordt gevraagd om een actieplan en reductiepercentage voor blik in het zwerfafval in 2020, al ruim tweeëneenhalf jaar verstreken.

De overheid beschikt reeds over betrouwbare en uitgebreide monitoringresultaten over blikjes in het zwerfafval in de jaren 2018 en 2019, omdat Rijkswaterstaat deze mee heeft genomen in haar monitoring over de plastic flesjes. De balans kan begin 2021 worden opgemaakt of de doelstelling van 70-90% minder blikjes eind 2021, gehaald kan worden.

Dat het mogelijk is om op basis van eerdere monitoringsresultaten te bepalen of de doelstellingen later datzelfde jaar behaald zullen worden, bewees de minister in oktober met het naar voren halen van het besluit voor statiegeld op plastic flesjes.

Duidelijkheid voor de bedrijven

Het bedrijfsleven heeft nood aan duidelijkheid op korte termijn om de investeringen zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Een gefaseerde invoering van statiegeld op plastic flesjes (2021) en blikjes (2022) is goed mogelijk. De crux zit echter bij het moment waarop het systeem wordt ontworpen en investeringen worden gedaan. Het gaat het bedrijfsleven geld en tijd schelen wanneer bij de uitbreiding naar flesjes meteen rekening gehouden kan worden met de blikjes. De minister voor Milieu kan dit proces in juiste banen leiden door nog binnen deze kabinetsperiode te beslissen.

Tot slot betekent een beslismoment in januari of februari 2021 dat het bedrijfsleven voldoende tijd heeft om de nodige maatregelen te treffen zodat in 2022 statiegeld op blikjes moet kunnen zitten. Dit is in lijn met de moties die door het parlement zijn gestemd.

Geen reden om te wachten

Het huidige beleid doet de blikjes in het milieu niet afnemen. De twee Kamermoties maken het de regering mogelijk om tijdens deze regeringsperiode te beslissen.

Indien uit de voorgestelde tussentijdse evaluatie in januari of februari 2021 voor blikjes blijkt dat de 70-90% reductiedoelstelling niet haalbaar is, verwachten wij dat de minister voor Milieu direct beslist om statiegeld op drankblikjes in te voeren. Dit betekent dat in 2022 statiegeld op blikjes moet kunnen zitten. Dit is in lijn met de moties die door het parlement zijn gestemd.

Samengevat: statiegeld op blikjes heeft de uitdrukkelijke politieke steun van drie regeringspartijen en het parlement, vastgelegd in drie Kamermoties. Een snelle beslissing is ook beter voor de betrokken bedrijven. En boven alles kiest de regering met statiegeld op blikjes voor milieuwinst, omdat ze zo eindelijk een stop zet op de immense stroom blikjes in het zwerfafval.

Wij verwachten dan ook van de minister voor Milieu dat ze, bij de publicatie van de vierde monitoringsresultaten in februari, direct besluit om statiegeld op flesjes in te voeren, en ook een traject beslist om nog tijdens de regeerperiode van het Kabinet Rutte III statiegeld op blikjes in te kunnen voeren.

Deze ontdekking versterkte de vraag om blikjes op te nemen in de statiegeldregeling, en leidde tot een Kamermotie om deze plastic vervuiling door blikjes te onderzoeken.

Plastic soep als beleidsprioriteit

Milieuminister Stientje van Veldhoven heeft de strijd tegen de plastic soep tot een beleidsprioriteit gemaakt. Tijdens het AO Circulaire Economie op 11 april 2019 verklaarde ze dat “via het milieu dat plastic uiteindelijk overal terechtkomt, en dat zelfs een relatie met onze eigen gezondheid heeft”. Dit maakte voor haar de urgentie om eerst plastic flesjes aan te pakken groter dan de urgentie voor blikjes. En daarom sloot ze blikjes uit van de statiegeld wetgeving.

Toen we middels het experiment aantoonden dat er ook plastic in blikjes zit, reageerde de Staatssecretaris dat de hoeveelheid plastic in blikjes ‘verwaarloosbaar is als je dat vergelijkt met plastic flesjes’. Ze ging wel in op de vraag van de Tweede Kamer om het te onderzoeken.

Hoeveelheid blikjes in de natuur

Alleen al in Nederland werden het voorbije jaar 1,58 miljard blikjes verkocht. Dat is 13,3 procent meer dan twee jaar geleden.

Uit een rapport van KPlusV uit 2015 bleek dat er jaarlijks ongeveer 98 tot 156 miljoen blikjes in het zwerfafval belanden.

Blikjes maakten in 2019 62,7 procent uit van het aantal drankverpakkingen in het zwerfafval. Hun aandeel groeit: het afgelopen jaar steeg het aantal rondzwervende blikjes gemiddeld van 22,5 naar 24,3 stuks per kilometer volgens metingen van Dirk Groot, die 1.000 kilometer heeft onderzocht op rondzwervende drankverpakkingen.

Tijdens de World Clean Up Day Nederland 2018 stonden blikjes op nummer twee van de tien meest gevonden items.

Potentiële impact van plastic in blikjes

Met elk blikje dat in het zwerfafval belandt, ligt er een potentiële bron van plastic vervuiling. Het blik verweert door regen en wind waarop het dunne laagje plastic na een tijd vrijkomt. De schade ontstaat door het aantal stuks of deeltjes plastic (microplastic) die uiteindelijk vrijkomen in de leefomgeving.

Maar hoeveel plastic zit er nu in zo’n drankblikje? De oppervlakte van het plastic in blikjes is eenvoudig te berekenen. De oppervlakte van het plastic laagje in 1 blikje bedraagt 0,0301 m2 (voor de berekening, zie de bijlage onderaan). Honderd blikjes van 33cl staan voor circa 3 vierkante meter dun plastic. De totale oppervlakte van het plastic, in de 98-156 miljoen blikjes in het zwerfafval, bedraagt dus 2,9 tot 4,7 miljoen vierkante meter. Dit betekent dat er jaarlijks in Nederland via drankblikjes in het minste geval 580 voetbalvelden aan dun plastic in het milieu terechtkomt, en in het ergste geval genoeg plastic om het eiland Nukunonu volledig mee te bedekken.

Het gaat om een beperkte hoeveelheid plastic per blikje. Maar omdat de blikjes in grote getale in het milieu belanden, meer nog dan plastic flesjes, menen we dat het belangrijk is om op deze verborgen vervuiler te wijzen, zegt milieuorganisatie Recycling Netwerk. Juristen kennen dergelijke schade als ‘strooischade’: het gaat in elk apart geval om beperkte schade, maar omdat ze veelvuldig voorkomt, is het daadwerkelijk een probleem.

Statiegeldtraject

Dat er in blikjes ook plastic zit, is dan ook relevant voor de statiegelddiscussie. In 2018 werden blikjes uit het statiegeldtraject gehouden omwille van de focus op de plastic soep. Maar met de wetenschap dat er ook plastic in de blikjes zit, en die blikjes veelvuldig in het milieu belanden, is meteen duidelijk dat ze in de strijd tegen plastic soep moeten meegenomen worden.

Dat was ook de mening van de indieners van een motie in de Tweede Kamer. De motie van de leden Dik-Faber, Van Eijs en Von Martels “verzoekt de regering op basis van gegevens uit het lopende onderzoek (de telling) de hoeveelheid plastic in het milieu als gevolg van blik in het zwerfafval in kaart te brengen en de Kamer daarover te informeren“.

In reactie op die motie in de Tweede Kamer verklaarde staatssecretaris van Veldhoven op 3 juli 2019: “We hebben allemaal de berichtgeving over de blikjes gezien en ik denk kort en goed dat we allemaal willen weten hoe groot dat probleem nu werkelijk is. Dat moeten we in kaart brengen. De motie die mevrouw Dik-Faber daarover heeft ingediend, de motie op stuk nr. 237, gaat daarover. Ze verzoekt de regering om op basis van de gegevens uit het lopende onderzoek de hoeveelheid plastic in het milieu als gevolg van blik in het zwerfafval in kaart te brengen en de Kamer daarover te informeren. Ik denk dat we daar allemaal belang bij hebben”.

Met de berekening in dit artikel geven we een indicatie van de hoeveelheid plastic die samen met de blikjes in het milieu terechtkomt.

De vele problemen met blik

Drankblikjes die in het milieu belanden zijn op verschillende manieren een probleem. Het is een grote ergernis voor de mensen. Ze vergroten het zwerfafval, dat iedereen stoort. Ze doen zo ook de kosten van opruimingsdiensten oplopen.

Als blikjes bij het maaien in het veevoeder terechtkomen, veroorzaken ze ziekte en zelfs dood bij runderen. Blikjes in het zwerfafval betekenen ook verlies van waardevolle recyclebare grondstoffen, zoals aluminium.

De ondermaatse recycling van blikjes heeft ook een impact op het klimaat. Het recyclingpercentage van aluminium blikjes ligt momenteel op 62%. Bij een 90% retour van blikjes, wordt volgens de studie uiteindelijk 96% van het aluminium blik gerecycled, wat leidt tot een CO2-besparing van 34 kton, aldus de studie naar de kosten en effecten van statiegeld die CE Delft in 2017 in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uitvoerde.

De problemen met blikjes zijn dus divers en talrijk. Deze redenen alleen al zouden voldoende moeten zijn voor de regering om de blikjes doeltreffend uit het zwerfafval te willen houden.

Statiegeld bewijst in 39 landen dat het de aanwezigheid van plastic flesjes en blikjes in het zwerfafval reduceert met 70 tot 90 procent. Bovendien heeft de milieumaatregel de steun van 8 op 10 Nederlanders. Het maatschappelijke draagvlak voor statiegeld op blikjes is enorm en nog altijd groeiende.

Deze argumenten lagen ook terecht ten grondslag aan de 2 moties in de Tweede Kamer (motie van Dik-Faber en motie van Paternotte) die de regering vragen om statiegeld op blik voor te bereiden.

Bijlage – Berekening oppervlakte plastic in blik

Berekening van de oppervlakte van het plastic laagje op basis van de afmetingen van een blikje van 33 cl

Hoogte van het blikje: 115 mm

Diameter van het blikje: 65 mm

Straal van het blikje: 32,5 mm

65 x pi x 115 = 23.483,4050 mm = oppervlakte cilinder

32,5 x 32,5 x pi = 3.318,3072 mm = oppervlakte bovenkant

32,5 x 32,5 x pi = 3.318,3072 mm = oppervlakte onderkant

————————————————————————————— +

30.120,0194 mm2 = 0,0301 m2

100 blikjes van 33cl in de natuur staan daarmee gelijk aan 3m2 dun plastic in de natuur.

Woensdag stelde Recycling Netwerk Benelux in de hoorzitting in de Kamer een reeks fiscale en wettelijke instrumenten voor om federaal de strijd met wegwerpafval aan te gaan en de Europese doelstellingen te bereiken.

De Europese richtlijn (EU) 2019 /904 is vooral bekend om haar verbod op een reeks plastic producten, maar bevat een reeks andere eisen en instrumenten met een nog groter potentieel om de vervuiling van plastic zwerfafval te bestrijden.

Het federale niveau kan en moet een voortrekkersrol spelen in het uitvoeren ervan. De Kamercommissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat buigt zich over het wetsvoorstel 55K0160001 van PS-Kamerleden. Dat wetsvoorstel zet alvast de verbodsbepalingen over plastic bestek, rietjes en andere plastic wegwerpproducten om in nationaal recht.

“Zo kan het parlement er voor zorgen dat België de Europese deadline van 3 juli 2021 voor omzetting van die verbodsbepalingen haalt, los van het feit of er snel een regering met volle bevoegdheid komt of niet”, zegt milieuorganisatie Recycling Netwerk.

Plastic zakjes

Het wetsvoorstel voert ook een federaal verbod op plastic zakjes in, hiermee voortbouwend op de Plastic Bags Directive van 2015. “Plastic zakjes zijn heel vervuilend, een federaal verbod erop is dus een goede zaak voor het milieu. Wij bevelen wel aan om precies te definiëren over welke dikte van tasjes het precies gaat. Zo wordt het objectief meetbaar en worden achterpoortjes gesloten”, zegt milieuorganisatie Recycling Netwerk. “Daarnaast raden wij een accijns op wegwerpzakjes van andere materialen aan. Zo voorkomt de overheid een verschuiving van plastic wegwerpzakjes naar wegwerpzakjes van bijvoorbeeld papier. “

Richtlijn mooie kans voor federaal niveau

De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft ook een mooie opportuniteit om werk te maken van de andere bepalingen in de Europese richtlijn 2019/904. De richtlijn bevat een hele reeks zaken die federaal moeten uitgevoerd worden: de consumptie van enkele wegwerpverpakkingen moet verminderen, dopjes moeten vastgehecht worden aan plastic flessen, PET-flessen moeten minimumwaarden recycled content bevatten en er zijn bepalingen over etikettering en sensibilisering. De Europese richtlijn zegt ook dat de lidstaten “alle nodige maatregelen” moeten nemen om de bepalingen uit te voeren.

Minder consumptie van wegwerp

Om werk te maken van consumptievermindering van plastic drinkbekers en voedselcontainers voor eenmalig gebruik (artikel 4 van de richtlijn) adviseren wij om naast monitoring en doelstellingen een federale taks op wegwerpplastic in te stellen: een hogere belasting op eenmalige drinkbekers en eenmalige voedselverpakkingen in plastic en andere materialen, in combinatie met een verlaagde belasting op herbruikbare bekers en voedselverpakkingen.

Inzameling van PET-flessen

Artikel 9 van de richtlijn eist 90 procent gescheiden inzameling van PET-flessen tegen 2029. Om dat doel te bereiken, kijken wij naar het Noorse model. De Noorse regering voerde in de jaren negentig een milieuheffing in op alle producenten van plastic flessen. Hoe meer ze inzamelen en recyclen, hoe lager de heffing. Deze milieuheffing heeft het bedrijfsleven in Noorwegen ertoe gezet om een zeer goed presterend inzamel- en recyclagesysteem op te zetten. De betrokken bedrijven, waaronder Coca-Cola, organiseerden zich in 1999 dan in een statiegeldsysteem via Norsk Resirk, sinds 2014 Infinitum. Sinds 2011 haalt Noorwegen inzamelpercentages boven de 95%.

In België hebben de Brusselse en Waalse regering hebben met het opnemen van statiegeld in hun regeerakkoorden al de eerste stap gezet om het doel van 90% inzameling te bereiken. Het is zeer goed voor het milieu dat gewesten hiermee vooruit gaan. Als Vlaanderen achterblijft zal Vlaanderen verschillen binnen België veroorzaken. Omdat België als lidstaat aan de doelstelling moet voldoen, moet het federale niveau ook met dit artikel aan de slag. Daarom adviseert milieuorganisatie Recycling Netwerk dat de federale Kamer en regering een belasting op eenmalige plastic flessen en drankverpakkingen naar Noors model invoert in België. Samen met statiegeld in de gewesten zal dit België in staat stellen om de Europese doelstellingen te halen.

Groot draagvlak

Een indrukwekkende meerderheid van 94% van de Belgen zegt in de Eurobarometer dat “industrie en retail een inspanning moeten doen om plastic verpakking te verminderen”. 72 procent van de Belgen vindt een “meerprijs voor wegwerpproducten” een belangrijk instrument om plastic afval en plastic vervuiling te verminderen.

“Een taks op plastic wegwerp verpakkingen is dus een van de weinige belastingen die een meerderheid van de Belgen belangrijk vinden. Een taks op wegwerpplastic is ook interessant in de actuele situatie waarbij de komende Belgische regering nieuwe inkomstenbronnen nodig heeft om het begrotingsdeficit op te lossen”, besluit milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux.

Video: de hoorzitting in de Kamer van volksvertegenwoordigers, woensdag 4 december 2019

Eurobarometer, Attitude of European Citizens towards the Environment, november 2017, p. 83

“Met statiegeld op kleine flesjes zal Nederland snel de nieuwe Europese norm van 90% gescheiden inzameling van plastic flessen halen”. Dat verklaart de Statiegeldalliantie in een reactie op de brief aan de Tweede Kamer die staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) vrijdagochtend stuurde.

Stientje van Veldhoven was van plan om najaar 2020 een besluit te nemen over statiegeld op kleine flesjes. Ze schrijft aan de Tweede Kamer dat zij komend voorjaar al duidelijkheid wil verschaffen. Het aantal kleine plastic flessen in het zwerfafval laat immers een stijgende lijn in plaats van een dalende lijn zien.

Blikjes

De Statiegeldalliantie verenigt meer dan 900 gemeenten, organisaties en bedrijven in hun vraag om statiegeld in te voeren op alle plastic flessen en blikjes. “Nu het wetgevingstraject voor plastic flesjes versneld wordt”, moedigt de Statiegeldalliantie de regeringscoalitie van VVD, CDA, D66 en CU “aan om op de ingeslagen weg verder te gaan en ook het statiegeld op blikjes te realiseren”.

Er worden immers nog meer blikjes dan flesjes in het zwerfafval gevonden. De veehouders vragen er naar omdat ze geconfronteerd worden met schade van blikscherven bij koeien. Er wordt ook gevreesd voor verschuivingen naar blikjes als die buiten de statiegeldwetgeving zouden vallen. Van alle landen die statiegeld hebben op plastic flessen is Nederland vooralsnog het enige land zonder statiegeld op blikjes.

De reportage van Pano op de VRT doorprikt het hoera-verhaal waarmee Fost Plus in naam van drankenproducenten en supermarkten de klanten en politici sust. ‘Alles gaat goed, verandering is niet nodig’. De realiteit blijkt echter schrijnend.

Moeten we nu radeloos worden en denken dat sorteren niks helpt? Neen. Ons afvalsysteem hoeft helemaal geen lekken te vertonen. Het is een kwestie van beleid.

Elk type afval vereist een eigen aanpak. Maar voor 40% van het zwerfafval, de plastic flessen en blikjes, is er een oplossing voorhanden: statiegeld. Al jaren de normaalste zaak in 39 landen en regio’s. In Duitsland bijvoorbeeld liggen er geen blikjes in de bermen. Ook wij kennen het, op glazen bierflesjes, en dat werkt heel goed. De lege verpakkingen hebben nog waarde. Mensen gooien ze niet weg.

 

Statiegelddecreet

Dit jaar maakten de Franse, Slowaakse en Schotse regeringen statiegeldwetten voor plastic en blik. Zo willen ze 90% van de plastic flessen apart inzamelen, de nieuwe Europese norm. Het Brussels en Waals gewest schreven statiegeld deze zomer in hun regeerakkoorden. Wat zullen de onderhandelaars van N-VA, CD&V en Open VLD beslissen in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord en in de Septemberverklaring?

Want er zal wel een echt Vlaams statiegelddecreet nodig zijn. De ‘vrijwillige engagementen’ van de verpakkingssector leidden alleen maar tot de wantoestanden die Pano toont. Jaarlijks verkopen drankenproducenten en supermarkten meer dan 2 miljard flesjes en blikjes in ons land. Zonder decreet ligt er in 2024, op het einde van de regeerperiode, nog steeds evenveel zwerfafval.

 

Belastingen en burgemeesters

In afvalbeleid is statiegeld het laaghangend fruit. Het is goed nieuws voor de begroting. Noorwegen financiert zijn systeem met een kleine producentenbijdrage en de opbrengsten van het recyclaat. Daarmee vergoedt het winkeliers voor de kosten. De regering steekt er geen belastinggeld in. Sterker nog: de opruimkosten voor zwerfvuil dalen. Die kosten de Vlamingen nu elke dag 367.000 euro belastinggeld.

Bart De Wever klaagde vorig jaar in het verkiezingsdebat dat hij “Antwerpen nog niet netjes had gekregen”. Vele andere burgemeesters delen die frustratie. Meer dan 60 procent van de Vlaamse gemeenten zijn daarom lid van de Statiegeldalliantie. Scandinavië is het voorbeeld voor Vlaams beleid, schreef informateur De Wever in zijn Startnota. Welnu, alle Scandinavische landen kennen statiegeld sinds jaren. Burgemeesters krijgen er hun steden en gemeenten proper mee, een belangrijke toeristische troef.

 

Populaire milieumaatregel

Het zwerfvuil dat de Vlamingen zo erg stoort, bestaat voor 40 procent uit plastic flessen en blikjes. Statiegeld is een populaire milieumaatregel. 8 op 10 Vlamingen zijn voor, 80 procent van de N-VA-kiezers en 75% van de Open VLD-kiezers. Ook de veehouders, het Algemeen Boerensyndicaat ABS en KVLV zullen applaudisseren. De blikscherven maken hun koeien ziek. De Vlaamse regering kan met statiegeld ook haar palmares inzake dierenwelzijn versterken.

De Pano-reportage toont een Vlaamse afvalsector die nu vooral veel sorteert en exporteert. Door beter in te zamelen, onder meer via statiegeld, krijg je een meer hoogwaardige en waardevolle afvalstroom. Die kan lokaal worden gebruikt door drankenproducenten die meer ‘recycled content’ in hun producten willen opnemen.

Snelle en grondige veranderingen in het Vlaamse en Belgische afvalbeleid worden dus dringend. De mensen zijn het zwerfvuil beu. De lekken in de afvalstroom moeten dicht. Met statiegeld in het Vlaams regeerakkoord, speelt België opnieuw mee in de race naar de circulaire economie.

Het draagvlak voor statiegeld bij gemeenten en kiezers is immens. N-VA, CD&V en Open VLD hebben een gouden kans om het afvalbeleid terug op de sporen te zetten. Zo worden de Pano-beelden van zwerfvuil een verre herinnering. En kunnen de mensen fier worden op een proper Vlaanderen.

 

Deze opinie werd ook gepubliceerd op VRT NWS, Door statiegeld maken we Vlaanderen weer proper, en het kost de belastingbetaler niets, 20 september 2019

VRT, Pano, “Hoera recyclage!”, 18 september 2019

RTBF, Questions à la Une, “Où finissent vraiment nos déchets plastiques?”, 18 september 2019

De telling gebeurde op de World Cleanup Day die de Plastic Soup Foundation zaterdag in Nederland organiseerde. Red Bull is zo al voor het zesde jaar op rij het meest gevonden drankmerk in zwerfafval. “Deze Oostenrijkse drankgigant zou zich beter uitspreken als voorstander van statiegeld”, zegt milieuorganisatie Recycling Netwerk: “elk blikje in de berm besmeurt Red Bull’s uitgekiende marketing”.

Tijdens de World Cleanup Day 2019 zaterdag postten zwerfafvalrapers gevonden Red Bull-blikjes met de hashtag #RedBullChallenge op social media. Ook vorig jaar voerde Red Bull al de ranking aan. Dit bedrijf is daarmee een van de meest vervuilende drankverkopers.

“Red Bull is een bedrijf dat zorgvuldig een stoer imago creëert. Maar blikjes in de natuur zijn helemaal niet stoer. Een bedrijf als Red Bull moet ook de ballen hebben om zijn eigen troep aan te pakken’”, zegt milieuorganisatie Recycling Netwerk.

Statiegeld bewijst in Duitsland, Scandinavië en meer dan 35 andere landen dat het de blikjes uit de berm houdt.

Begin oktober houdt de Tweede Kamer een Algemeen Overleg Circulaire Economie. Steeds meer stemmen vragen aan de staatssecretaris om ook blikjes op te nemen in de statiegeldwet over plastic flesjes. De blikjes zijn immers een gevaar voor koeien en bevatten trouwens ook plastic. Ze worden zelfs nog meer dan plastic flesjes gevonden in het zwerfafval.

Vorige week spraken Tweede Kamerleden Maurits von Martels en Jessica Van Eijs van regeringspartijen CDA en D66 zich uit om statiegeld ook op blikjes in te voeren.

Ondanks herhaaldelijke vragen, heeft het bedrijf ons niet laten weten welke duurzaamheidsstrategie ze hebben om zijn probleem aan te pakken.

“Met de hashtag #RedBullChallenge wijzen we Red Bull op hun grote aandeel in het zwerfafval. We roepen iedereen op om elk gevonden Red Bull-blikje te fotograferen en op sociale media te posten met de tag #RedBullChallenge. Zo dagen we Red Bull uit om zich als voorstander van statiegeld uit te spreken”, zegt milieuorganisatie Recycling Netwerk.

De blikjes van Red Bull staan erom bekend veel in het zwerfafval te belanden. Onderzoeken, bijvoorbeeld van zwerfafvalraper Dirk Groot (De Zwerfinator), leren dat Red Bull doorgaans bovenaan de lijstjes van vervuilende drankmerken staat.

Red Bull heeft zich nog niet uitgesproken als voorstander van statiegeld op blikjes. En dat terwijl statiegeld in Duitsland, Scandinavië en meer dan 35 andere landen bewijst dat het de blikjes uit de berm houdt.

Veehoudster Eline Vedder verloor in één week tijd 3 jonge, hoogdrachtige koeien doordat zij scherven van drankblikjes hadden binnengekregen. Dit probleem treft duizenden koeien in Nederland. Daarom vragen wij aan de regering om de statiegeldwetgeving ook toe te passen op drankblikjes.

Veehoudster Eline Vedder toonde vrijdagochtend aan Tweede-Kamerleden Maurits von Martels (CDA), Carla-Dik Faber (ChristenUnie) en journalisten hoe moeilijk het is om haar koeien te vrijwaren van schade door blikjes. De blikjes zijn moeilijk te zien in het hoge gras. Bij het maaien met een maaimachine versplinteren ze in talloze kleine scherpe stukjes in het veevoer. Daarom is zij voorstander van statiegeld.

Tweede Kamerlid Maurits von Martels (CDA) woonde vrijdag ook de demonstratie van de boeren bij. Von Martels is zelf ook melkveehouder. Hij verklaarde aan het AD: “De problemen en vooral de gevolgen zijn bij mij ook bekend. We hebben bij het CDA lang gedacht dat we mensen wel op zouden kunnen voeden in het kader van fatsoen en dat mensen begrijpen dat blikjes niet in de natuur thuishoren, maar het werkt niet. Inmiddels zijn we van mening dat ook op blikjes statiegeld moet worden ingevoerd. We hopen dat in 2021 het statiegeld op PET-flessen is ingevoerd en ik zal ook een motie indienen dat er uiterlijk in 2022 ook statiegeld voor blikjes moet worden betaald.’’

Ook aan Trouw zegt het CDA-Kamerlid dat hij denkt dat statiegeld op blik uitkomst kan bieden: “Je ziet nu de noodzaak tot verandering. Ik heb er hoop in dat we met het invoeren van statiegeld op blik eindelijk zoden aan de dijk kunnen ­zetten.”

 

Duizenden getroffen runderen

Runderen worden regelmatig het slachtoffer van blikjes. De kleine stukjes verwonden de magen van koeien, legde veearts Leen Stam uit. Deze interne verwondingen leiden tot ziekte of zelfs dood van het dier. Het is voor boeren vrijwel onmogelijk om koeien te vrijwaren van schade door blikjes. Metaaldetectoren op de maaimachine en magneten in de koeienmagen bieden geen oplossing. Meer en meer blikjes, bijvoorbeeld van Red Bull, zijn immers gemaakt uit aluminium, dat niet aangetrokken wordt door magneten.

In Nederland lopen naar schatting jaarlijks circa 12.000 koeien scherp-in letsel op als gevolg van zwerfafval. Daarvan overlijden jaarlijks circa 4.000 runderen.

 

Statiegeld ook op blikjes

Naar aanleiding van deze onderzoeksresultaten sloot de organisatie voor agrarische ondernemers LTO Nederland zich eerder aan bij de Statiegeldalliantie. LTO, dat bijna 50.000 agrarische ondernemers vertegenwoordigt, roept zo mee op om statiegeld op flesjes én blikjes in te voeren.

Voorkomen is beter dan genezen. Enkel door te vermijden dat blikjes worden weggegooid, worden de veehouders geholpen in hun strijd tegen deze stille koeiendoder. Het meest doeltreffende preventieve middel tegen blikjes in de natuur is statiegeld. Dat zie je bijvoorbeeld in Duitsland, waar er geen blikjes in de berm belanden.

Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) heeft een statiegeldregeling voorzien voor statiegeld op de kleine plastic flesjes; maar vooralsnog niet voor de drankblikjes.

In alle overige 40 landen met statiegeld op plastic flessen, zitten ook de blikjes in het systeem. Daar bewijst het een heel effectief middel te zijn: het vermindert het aantal blikjes en flesjes dat in het milieu terechtkomt met 70 tot 90 procent, volgens het rapport van CE Delft.

Zowel de Schotse als Franse regering beslisten de voorbije maanden om statiegeld op flesjes en op blikjes in te voeren. In Slowakije stemde het parlement woensdag een wet voor statiegeld op flesjes en blikjes. In België besloten het Brussels en het Waals gewest in hun regeerakkoorden om werk te maken van statiegeld op flesjes en blikjes.

Begin oktober houdt de Nederlandse Tweede Kamer opnieuw een Algemeen Overleg Circulaire Economie.

 

AD, Koeien bloeden dood door scherven in weiland: ‘Voer statiegeld op blikjes in’, 14 september 2019

Trouw, Statiegeld op blik kan het leven van de koe redden, 14 september 2019

RTL Nieuws, Jaarlijks 4000 koeien dood door blikjes in de wei, 13 september 2019

RTV Utrecht, Blikjes in weiland dodelijk voor koeien: “Je slaapt niet meer van de stress”, 13 september 2019

“Daarmee zet de Waalse coalitie van PS, MR en Ecolo een heel positieve stap vooruit naar een properder leefmilieu. Dat is heel goed nieuws”, verklaart de Statiegeldalliantie maandagavond in een reactie op het Waals regeerakkoord.

“Na evaluatie van de huidige pilootprojecten, zal de Regering de progressieve uitvoering, op het niveau van België, van een statiegeldsysteem of een retourpremiesysteem voor de blikjes en PET-flessen, dat economisch leefbaar en doeltreffend is en toestaat om milieuwinst en openbare netheidswinst te halen, verdedigen”, schrijft de regeringscoalitie van PS, MR en Ecolo op pagina 29 van het regeerakkoord.

Daarmee zit de Waalse regering op dezelfde golflengte als de Brusselse gewestregering, die in juli besliste om statiegeld in te voeren, op pagina 105 van het Brussels regeerakkoord. Twee van de drie Belgische gewesten zetten dus al de stap naar de circulaire economie.

 

Quid Vlaanderen?

Alle ogen zijn nu gericht op de onderhandelaars voor de Vlaamse regering. Meer dan de helft van de Vlaamse gemeenten is reeds lid van de Statiegeldalliantie. 80 procent van de Vlamingen is voorstander.

De Statiegeldalliantie vraagt de Vlaamse regeringsonderhandelaars om de invoering van statiegeld ook in het Vlaams regeerakkoord te schrijven.

De alliantie roept alle betrokken bedrijven op om zich achter de plannen van Brussel en Wallonië te scharen.

 

Ook Europa, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk in actie

Europa vraagt dat in de nabije toekomst 90% van de plastic flessen selectief wordt opgehaald. Ook de Franse en de Britse regeringen plannen de invoering van statiegeld. De vrees voor eventuele grensaankopen vervalt dus. Meer zelfs, als Vlaanderen achterblijft, wordt het mogelijk de enige regio in West-Europa zonder statiegeld op plastic en blik.

De voordelen van statiegeld zijn legio: een mooie, properder natuur, minder verspilling van belastinggeld aan het opruimen van zwerfafval, properder wijken die aantrekkelijk zijn voor toeristen en consumenten, en de eerste stappen naar een circulaire economie van plastic en aluminium grondstoffen.

“De bedrijven van regio’s die statiegeld snel invoeren kunnen alvast de knowhow ontwikkelen in een technologie die in de nabije toekomst in de volledige Europese Unie, met circa een half miljard consumenten, de norm zal zijn”, besluit de Statiegeldalliantie in een persbericht.

Over statiegeld is het Brusselse regeerakkoord heel duidelijk: “De Regering zal een systeem van statiegeld voor blikjes en plastic flessen invoeren.” (pagina 105 van de tekst). De Brusselse regering van PS, Ecolo, Défi, Groen, Open VLD en one.brussels (SP.A) is de eerste nieuwe gewestregering en gaat dus meteen voor statiegeld op plastic en blik.

Plastic flessen en blikjes maken 40% uit van het zwerfafval. De stadsreinigingsdiensten dweilen met de kraan open tegen de eindeloze stroom drankverpakkingen die op straat belanden. Statiegeld reduceert het aantal flesjes en blikjes in het zwerfafval met 70 tot 90 procent.

“De beslissing van de Brusselse regering is dus heel sterk en belangrijk. Statiegeld maakt een stad meteen veel properder. Nu is het aan de drankenproducenten en supermarkten om de uitgestoken hand aan te nemen”, zegt milieuorganisatie Recycling Netwerk.

Ook de plannen met het biologische afval en de versterking van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid op de andere afvalstromen (bouwmaterialen, textiel, meubels, gevaarlijk huishoudelijk afval), zijn goede beslissingen van de nieuwe Brusselse regering. Het is belangrijk om dat goed uit te werken zodat het leidt tot betere inzameling, maar vooral ook tot duurzamere producten, aldus Recycling Netwerk.

 

Drankgiganten en supermarkten

Eerder deze maand verklaarde de Franse regering dat ze statiegeld gaat invoeren op plastic flessen en blikjes. In Frankrijk verklaarden drankgiganten Coca-Cola, Pepsi, Nestlé en Danone en supermarkten Carrefour, Aldi en Lidl zich meteen akkoord met statiegeld in een open brief in Le Journal du Dimanche.

“We nodigen het Belgische bedrijfsleven uit om dit ook te doen en de plannen van het Brussels gewest te steunen. Wie economie zegt, zegt bedrijven. Om tot een circulaire economie te komen is het nodig dat de bedrijven meewerken aan de transitie in overleg met de overheid en de milieubeweging. We nodigen de Belgische drankenproducenten én supermarkten dan ook uit om zich net als hun Franse sectorgenoten duidelijk uit te spreken voor statiegeld”, besluit Recycling Netwerk.

 

Lees ook: 

Bruzz, Het Brusselse regeerakkoord volgens het middenveld: ‘Invoering statiegeld is mijlpaal’, 17 juli 2019

De Standaard, Brussel voert als eerste gewest statiegeld in voor blikjes en plastic flessen, 18 juli 2019

VRT Nieuws, Van gratis openbaar vervoer tot statiegeld op blikjes: 10 verborgen plannen die het leven in Brussel moeten veranderen, 18 juli 2019

De Standaard, En toch zal statiegeld er komen, 7 augustus 2019

ANALYSE

De Franse afdelingen van Coca Cola Europe, Pepsi, Red Bull, Danone, Evian, Nestlé met waters Vittel en Perrier publiceerden zondag via hun federaties een open brief in de krant Le Journal du Dimanche. Ook de supermarktenfederatie, la Fédération du commerce et de la distribution, tekent mee. Daarbij zijn supermarktketens aangesloten die in België of Nederland actief zijn: Aldi, Lidl, Carrefour, Spar en Colruyt.

Onder de titel “Statiegeld om drankverpakkingen te recyclen is noodzakelijk voor een echte circulaire economie”, schrijven de drankenproducenten en supermarkten dat statiegeld noodzakelijk is om de Europese en nationale doelstelling van 90% selectieve inzameling snel genoeg te halen.

Omwenteling

“We hebben gedurende maanden de resultaten van de verschillende Europese systemen geanalyseerd en verschillende scenario’s gemodeliseerd. Daardoor werd duidelijk dat enkel de landen die een statiegeldsysteem aannamen, de doelstelling van 90% inzameling bereiken, en zelfs overschrijden. In Finland worden 91% van de PET-flessen geretourneerd; 90% in Denemarken en 97% in Duitsland. Die realiteit verplicht Frankrijk ertoe om die oplossing ernstig te bekijken”, schrijven de Franse drankenproducenten en supermarkten in de Journal du Dimanche.

De brief is ondertekend door de voorzitters van de verschillende federaties en brancheorganisaties. Die tellen de grote merknamen van de drankindustrie en de supermarkten onder hun leden.

Dat de Franse drankgiganten en supermarktketens tot het inzicht komen dat ze enkel met statiegeld de doelstelling kunnen halen, is een omwenteling in de Europese sector van drankenproducenten en supermarkten. Tot dusver beweerden de meeste drankenconcerns en supermarkten dat ze “niet geloofden” in statiegeld als oplossing. Dat is ook het geluid dat Afvalfonds en Fost Plus, de Nederlandse en Belgische organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, tot in den treure herhaalden.

Nu is de analyse die de Franse multinationals maken van de verschillende systemen in de Europese landen dus ook keihard voor het Nederlandse en Belgische inzamelsysteem (de “blauwe zak”), dat door respectievelijk het Afvalfonds en Fost Plus wordt gepromoot. De Franse branchegenoten concluderen immers uit maandenlang onderzoek dat “enkel de landen die een statiegeldsysteem aannamen de doelstelling van 90% inzameling bereiken en zelfs overschrijden”. Niet Nederland, niet België.

Voorbeeld voor Nederland en België

Met de brief betuigen de Franse bedrijven hun steun aan de Loi Anti-Gaspillage, de anti-verspillingswet, die de Franse staatssecretaris voor Milieu Brune Poirson woensdag indiende op de Franse ministerraad. Poirson is minister voor En Marche, de partij van de president van Frankrijk Emmanuel Macron. “De steun van de Franse drankenproducenten en supermarkten is een grote doorbraak in de strijd tegen plastic soep en zwerfafval”, reageert milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux.

“We hopen dat de Franse topmanagers van Coca-Cola, Danone, Nestlé, Carrefour, Colruyt en de andere multinationals hun analyse die tot statiegeld leidt, delen met hun collega’s in Nederland en België. Er zijn immers geen significante verschillen tussen de Franse, Belgische of Nederlandse drankenmarkt. Ook België en Nederland moeten de Europese doelstellingen halen. Nu de Franse drankproducenten en supermarkten de stap naar statiegeld willen zetten, is het logisch dat hun collega’s in Nederland en België zich ook engageren voor deze milieumaatregel”, aldus de milieuorganisatie.

Het wordt uitkijken of de drankenproducenten en supermarkten in Nederland en België zich eveneens pro statiegeld zullen uitspreken. Hun drankverpakkingen worden immers veel in de natuur aangetroffen als zwerfafval.

Fost Plus, de Belgische vzw van de verpakkende bedrijven, schat de recyclage van plastic flessen en flacons in België op 82,9%. Maar onderzoek van Recycling Netwerk toont aan dat in België in realiteit maximaal 61,2% tot 67,2% van de plastic flesjes wordt gerecycleerd. Onderzoek van Recover bevestigde dit, en kwam tot het besluit dat de recyclage van PET-flessen slechts 51 procent bedraagt.

Duurzame consumenten

De Franse multinationals onderstrepen in hun open brief ook dat 91% van de Fransen voorstander is van statiegeld. “Meer en meer consumenten willen duurzaam consumeren. Ze verwachten van de drankenproducenten en supermarkten dat die meewerken aan statiegeld om de milieuschade van hun producten binnen de perken te houden”, reageert Recycling Netwerk: ”Het is zeker dat de steun voor statiegeld een flinke boost geeft aan het duurzaamheidsimago van de Franse drankproducenten en supermarkten Als de Belgische en Nederlandse drankgiganten en supermarkten achterblijven kan dit nadelig zijn voor hen in de concurrentiële markt van bieren, frisdranken en waters”, analyseert de milieuorganisatie.

Ook in België en Nederland is er immers een grote vraag van de consumenten naar statiegeld. 8 op 10 mensen verklaren zich voorstander van statiegeld op flesjes en blikjes.

De Statiegeldalliantie, de coalitie van gemeenten, steden, bedrijven en organisaties die de invoering van statiegeld vragen aan de Nederlandse en Belgische regeringen, telt anderhalf jaar na haar oprichting reeds meer dan 900 partners.

België geraakt geïsoleerd

In Nederland is het dadelijk mogelijk beter met statiegeld op alle plastic flessen, maar vooral België raakt steeds meer geïsoleerd. Er is een beweging in het Verenigd Koninkrijk en in Frankrijk richting statiegeld en in België houdt de sector en de overheid vast aan het gedateerd systeem van de “blauwe zak”. Dat betekent minder goede recyclage, terwijl in andere landen investeringen in recyclage op gang komen die leiden tot hoogwaardige bottle-to-bottle recycling.

“De Franse bedrijven hebben begrepen dat ze tot actie moeten overgaan om uit het verdomhoekje van de plastic soep te komen. Nu zijn alle ogen gericht op de Belgische en Nederlandse drankbedrijven en supermarkten”, besluit Recycling Netwerk.

 

Meer info:

Ondertekenaars van de open brief in Le Journal du Dimanche

– Boissons énergisantes France (BEF) groepeert de bedrijven die de merken Crazy Tiger, Dark Dog, Red Bull et Truc de fou produceren

Boissons rafraîchissantes de France (BRF) groepeert L’Abeille, Coca-Cola European Partners France, Coca-Cola France, Danone Eaux France, Lorina, Nestlé Waters France, Orangina Suntory France, Paris Cola, PepsiCo France, Refresco France, SNEMBG, Teisseire

– La Maison des Eaux Minérales Naturelles (anciennement CSEM) vertegenwoordigt het geheel van de Franse bedrijven actief in water: Neptune (producteur de Thonon, Vernière, Vals, Saint-Yorre, Vichy-Célestins, Rozana, Châteldon), Mont-Roucous, Nestlé Waters France (Vittel, Hépar, Contrex, Perrier), la Société des Eaux Minérales d’Ogeu (Ogeu, Plancoët, Chevreuse, Quézac), Société Anonyme des Eaux Minérales d’Evian (SAEME, Evian La Salvetat, Badoit), Société des Eaux de Volvic (SEV, producteur de Volvic, Refresco France (Saint-Alban), Wattwiller.

– La Fédération du commerce et de la distribution (FCD), met als bekendste supermarkten Aldi, Lidl, Carrefour, Spar en Colruyt.

Fédération nationale des boissons, de federatie van de leveranciers van dranken aan de horeca.