Janine Röling: ”We zijn teleurgesteld dat het ambitieniveau is bezweken onder de lobby van de industrie, maar tegelijkertijd moeten we niet onderschatten dat alle verandering ergens begint. Ik zie dit als de start van een nieuwe, duurzamere omgang met verpakkingen.”
Op maandag 4 maart 2024 hebben het Europees Parlement en de Raad een akkoord bereikt over de Europese Verpakkingsverordening (Packaging and Packaging Waste Regulation). De overeenkomst markeert het einde van een lange en intense politieke strijd om maatregelen in te voeren die de alsmaar toenemende hoeveelheid verpakkingsafval een halt toe roepen.
Ondanks de ongekende druk en negatieve lobby zijn de EU-instellingen het uiteindelijk eens geworden over een reeks bepalingen om de productie van verpakkingsafval te voorkomen, hergebruiksystemen te bevorderen en onze afhankelijkheid van wegwerpverpakkingen te verminderen.
Om de ongecontroleerde groei van verpakkingsafval een halt toe te roepen, stelt Europa voor lidstaten bindende doelstellingen vast die het verpakkingsafval moeten verminderen (5% tegen 2030, 10% tegen 2035 en 15% tegen 2040). Daarnaast bevat het akkoord doelstellingen om herbruikbare verpakkingen in de dranken- en transportsector te introduceren. Ook is het einde van plastic wegwerpverpakking voor consumptie ter plaatse in zicht en worden statiegeldsystemen verplicht.
Janine Röling (milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux): “Dit akkoord is een belangrijke stap in de goede richting. Om onze afhankelijkheid van grondstoffen te verminderen, moeten we in Europa inzetten op hergebruik-systemen, het vermijden van onnodige verpakkingen, en hoogwaardige recycling. We zijn teleurgesteld dat het ambitieniveau is bezweken onder de lobby van de industrie, maar tegelijkertijd moeten we niet onderschatten dat alle verandering ergens begint. Ik zie dit als de start van een nieuwe, duurzamere omgang met verpakkingen.”
De coalitie van NGO’s* waarmee RNB dit dossier opvolgt, juicht toe dat er strengere regels komen voor het gebruik van zorgwekkende stoffen en extreem persistente chemicaliën (PFAS) in voedselverpakkingen. De politieke wil om de consument en het milieu te beschermen tegen deze schadelijke stoffen, is hoognodig.
De coalitie betreurt echter dat het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie, dat in november 2022 werd gepubliceerd, zwaar heeft geleden onder de druk van partijen die de wegwerpmaatschappij in stand willen houden. Het is vooral teleurstellend dat de beperkingen voor onnodige verpakkingen alleen betrekking hebben op kunststoffen wegwerpverpakkingen en niet gelden voor alle verpakkingsmaterialen voor eenmalig gebruik (zoals voorzien in het oorspronkelijke voorstel). Hierdoor vrezen we voor een materiaalverschuiving van kunststof naar papier en karton, waardoor de druk op onze bossen verder zal toenemen.
Het vervolg
Na 4 jaar voorbereidend werk en meer dan 15 maanden onderhandelen, roepen we de EU-instituties op om geen tijd te verliezen en deze belangrijke verordening nog voor de Europese verkiezingen aan te nemen. Zo wordt een duidelijk signaal afgegeven dat het tijd is voor verandering: circulaire oplossingen opschalen en het gebruik van wegwerpverpakkingen afbouwen. Het Europees Parlement moet het akkoord ratificeren in de plenaire vergadering van april. Ook verwachten we dat de Europese Commissie de overeenkomst zo snel mogelijk zal ondertekenen.
RNB blijft samen met de andere NGO’s in de coalitie pleiten voor hoge ambities op Europees niveau en een goede implementatie van de nieuwe regels om de ongecontroleerde groei van verpakkingsafval te stoppen. Belangrijke beslissingen over hoe de maatregelen van de verordening moeten worden geïmplementeerd, worden op een later moment genomen. We blijven dit proces dan ook op de voet volgen.
Cijfers
De totale hoeveelheid verpakkingsafval in de EU is gestegen van 66 miljoen ton in 2009 tot 84,3 miljoen ton in 2021 (een groei van 27,7%). De verwachting is dat dit verder zal stijgen tot 92 miljoen ton in 2030, en 107 miljoen ton in 2040. De geschatte jaarlijkse productie van verpakkingsafval bedraagt ongeveer 190 kg per inwoner in de EU. Dit afval heeft een aanzienlijke milieu-impact, aangezien het bijdraagt aan 40% van het plasticgebruik en 50% van het papiergebruik, en resulteert in koolstofemissies die gelijk zijn aan de jaarlijkse emissies van Hongarije. (Bron: Eurostat) Verpakkingen behoren tot de voornaamste gebruikers van nieuwe materialen (40% van het plastic en 50% van het papier dat in de EU wordt gebruikt, is bestemd voor verpakkingen) en dragen bij aan 36% van het huishoudelijk afval. |
Contactgegevens
Janine Röling – Recycling Netwerk Benelux | Europees beleid
janine.roling@recyclingnetwerk.org
+31 6 53595642
*De leden van deze informele coalitie zijn Zero Waste Europe, European Environmental Bureau, ECOS, ClientEarth, Surfrider Foundation Europe, Deutsche Umwelthilfe, Recycling Netwerk Benelux, Fern en het Environmental Paper Network.
“Recycling is niet de oplossing,” zegt Recycling Netwerk Benelux. Na meer dan 20 jaar is onze milieuorganisatie toe aan een nieuwe naam. We maken ons klaar voor een transformatie met ook een nieuwe website en een ambitieus plan voor de toekomst.
Recycling Netwerk Benelux is een milieuorganisatie die werkt aan de vermindering van virgin grondstoffengebruik en het tegengaan van milieuvervuiling. Onze belangrijkste dossiers zijn statiegeld, UPV, hergebruik, sigarettenfilters en textiel. We analyseren beleid, doen aanbevelingen en proberen zo bij te dragen aan een geïnformeerd debat.
Blijf je graag op de hoogte? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief.
De switch van eenmalige naar herbruikbare verpakkingen is een belangrijke stap naar een échte circulaire economie. Zo stoppen we de verspilling van grondstoffen aan verpakkingen die we soms maar een paar minuten nodig hebben. Maar hoe zit het nu precies met de (nieuwe) regelgeving? En waar gaat het mis?
Nederland wil af van onnodig grondstoffengebruik, bergen afval en zwerfafval. Het hergebruiken van verpakkingen is een goede manier om dat te voorkomen. Elke dag gooien we in Nederland 19 miljoen eenmalige plastic bekers en voedselverpakkingen weg. De overheid kwam dan ook met een ambitieuze doelstelling: 40% minder wegwerpbekers- en bakjes in 2026 ten opzichte van 2022. Afgelopen jaar gingen twee stukken wetgeving van kracht om naar dat doel te werken, voor take-away (consumptie on-the-go) and dine-in (consumptie ter plaatse), ook wel de Single Use Plastic of SUP-wetgeving genoemd. De transitie van wegwerp- naar herbruikbare verpakkingen is in gang gezet.
Take-away (consumptie voor onderweg en maaltijdbezorging aan huis)
Vanaf 1 juli 2023 moet er een toeslag gerekend worden voor plastic bevattende wegwerpbekers en eenmalige voedselverpakkingen. Daarnaast is het verplicht een herbruikbaar alternatief aan te bieden. Dat kan zijn: óf zelf een herbruikbare verpakking aanbieden, óf BYO (Bring Your Own) faciliteren, óf beide.
Dine-in (consumptie ter plaatse)
Vanaf 1 januari 2024 is het aanbieden van herbruikbare bekers en voedselverpakkingen verplicht. Je mag enkel nog wegwerpverpakkingen blijven gebruiken als je meer dan 75% (gewichtsvolume) apart kunnen inzamelen en aanbieden voor hoogwaardige recycling. Dit percentage loopt op tot 90% in 2027. Hoogwaardige recycling betekent beker-tot-beker, of bakje-tot-bakje, en geen laagwaardig materiaal zoals toiletpapier of bermpaaltjes.
Eind 2023 was er ineens rumoer rondom de wetgeving voor consumptie ter plaatse: wegwerpfabrikanten lobbyden voor uitstel en verzwakking van de wetgeving. In het sentiment en de onduidelijkheid rond de SUP-wetgeving werden beide moties met een kleine meerderheid aangenomen. Een door 50 partijen ondertekende brief aan politieke partijen mocht niet baten. Demissionair staatssecretaris Heijnen werd voor een lastige keuze gesteld: de wetgeving behouden en zo vasthouden aan haar lijn van de afgelopen jaren of de wetgeving verzwakken en zo tegemoetkomen aan de moties. Ze koos voor een middenweg: de wetgeving bleef staan, maar handhaving werd verzwakt. De Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) werd door Heijnen opgeroepen om niet te handhaven op de SUP-heffing en op wegwerp uitzonderingen voor consumptie ter plaatse. Het besluit om de moties al dan niet uit te voeren, laat ze aan haar opvolger.
Door de moties vindt er geen handhaving plaats op het verbod van plastic bevattende wegwerpbekers en voedselverpakkingen als verpakkingen: maximaal 5% kunststof bevatten, 100% gerecycled kunnen worden, aantoonbaar 75% ingezameld en aangeboden worden voor recycling en melding wordt gedaan bij ILT
Begin 2022 riepen we met Mission Reuse al op om de wetgeving duidelijk en eenvoudig te maken, in te zetten op hergebruik systemen vanuit het bedrijfsleven en de verantwoordelijkheid niet bij de consument te leggen. De Nederlandse overheid kwam met een slecht uitgewerkte SUP-heffing die het probleem met wegwerp niet kon oplossen. Ook na de inwerkingtreding van de wetgeving voor take away gaven we aan waarom de wetgeving het doel mist.
In een aantal decennia zijn we als samenleving gewend geraakt aan wegwerpverpakkingen. Throw away living, een term die voor het eerst genoemd werd in naoorlogs Amerika, zorgde voor ‘gemak en luxe voor iedereen’. Ook Nederland is een wegwerpsamenleving geworden, met een take-away koffiecultuur die sterker is dan in de ons omringende landen. Maar nu worden mensen met eigen herbruikbare beker niet meer raar aangekeken. De weg naar herbruikbaar is ingezet. Terúg naar herbruikbaar, moeten we zeggen. Herbruikbare alternatieven worden langzaam maar zeker weer mainstream.
Exemplarisch is ‘Die Mok’, een vermaking van de hit ‘Dream On’ van de in de jaren ‘90 enorm succesvolle Nederlands Eurohouse groep 2 Brothers on the 4th Floor. Bij tv-programma ‘Even Tot Hier’ brachten zij deze BYO-versie.
Gevraagd naar wat zij merken van het besluit van Heijnen antwoordde een aanbieder van herbruikbare verpakkingen: ‘’We zien alleen maar extra bedrijven die overstappen.’’ Het AD belde met de 20 grootste werkgevers van Nederland: allen gaan zij over op herbruikbaar. Ook bioscoopketen Pathé stapt na een succesvolle pilot met Mission Reuse met alle 30 locaties over op een herbruikbaar bekersysteem. De handhavingsorganisatie ILT adviseert dan ook: stap over op hergebruik, dan hoef je geen melding te doen en geen administratie bij te houden.
Maar bedrijven gaan niet innoveren of investeren (of van businessmodel veranderen) zonder sturende wetgeving of economisch incentive. Daarom is het belangrijk dat de aanbieders van herbruikbare oplossingen zich gesteund voelen door een stabiele overheid.
Koplopers in eigen land:
De transitie van wegwerp- naar herbruikbare verpakkingen is nu echt in gang gezet. Volgens de Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur moet het kabinet ‘beleid gaan voeren dat zich richt op het afbouwen van de wegwerpmaatschappij, die de omslag naar een duurzame en circulaire economie in de weg staat. Dit vraagt om een actieve overheid, die regie voert en het goede voorbeeld geeft.’ Wellicht kijken we over een aantal decennia terug, en vragen we ons af waarom we zoveel materialen verspild hebben al die tijd.
Nieuwsgierig naar meer?
Karl Beerenfenger van Mission Reuse (een gezamenlijk transitieprogramma van Enviu, Natuur & Milieu en Recycling Netwerk Benelux) is beschikbaar voor reacties en interviews.
Contactgegevens
Karl Beerenfenger – karl.beerenfenger@recyclingnetwerk.org – 06-18632023
Overheid, bedrijfsleven, academici, NGO’s en media kwamen op maandag 27 november samen in Utrecht om de transitie naar hergebruik in de praktijk te zien, te vieren en te versnellen. Mission Reuse initieerde en organiseerde deze herbruikbare verpakkingen beurs, in samenwerking met het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken, Stichting Afvalfonds Verpakkingen (nu: Verpact) en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Met ruim 500 aanmeldingen, 40 sprekers, 30 standhouders en 20 deelsessies was de eerste Reusable Packaging Fair in Nederland goed gevuld. Op de fair kwamen reuse solution providers uit allerlei sectoren bij elkaar: bekers en maaltijdverpakkingen, glazen flessen, e-commerce, huishoudproducten, retail en transportverpakkingen. Maar ook de aanbieders van diensten zoals afwas, technologie en communicatie advies.
Bij 30 stands kwamen aanbieders en afnemers van herbruikbare verpakkingsoplossingen samen, in de B2C en B2B sector. In 20 deelsessies kwamen alle aspecten van hergebruik aan bod. Van wetgeving tot wassen, van productie tot consumentengedrag en van businessmodellen tot ketensamenwerking.
Herbruikbare verpakkingen zijn een belangrijke stap op weg naar een circulaire economie in 2050. De doelstelling van 40% minder plastic bevattende wegwerpverpakkingen in 2026 is enkel haalbaar door een stevige switch naar minder én herbruikbare verpakkingen. De eerste Reusable Packaging Fair bracht alle stakeholders samen, en gaf een zetje aan de transitie van wegwerp naar hergebruik.
Heel veel dank aan alle sprekers, standhouders en bezoekers.
Beluister hier het NPO Radio 1 item van de Reusable Packaging Fair.
Verpakkingen, elektronische apparaten, autobanden, batterijen, textiel: er zijn veel producten waar we als consument in het dagelijks leven mee te maken krijgen waar ‘uitgebreide producentenverantwoordelijkheid’ (UPV) voor geldt. En dit worden in de (nabije) toekomst alleen nog maar meer productgroepen, zoals schoenen en luiers. Toch is er veel aan te merken op het systeem. Het zorgt weliswaar vaak voor betere inzameling en het dekken van de kosten hiervan, maar hoe zit het met de verduurzaming van de producten? En wie heeft het eigenlijk voor het zeggen?
Er worden op dit moment meerdere beleidsdossiers behandeld in Europa waar UPV een rol in speelt. Ten eerste de Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR): hierin wordt o.a. gesproken over de investeringen die producentenorganisaties (PRO’s) wel of niet moeten doen in bijvoorbeeld hergebruiksystemen. Ook wordt er gekeken naar de verplichte eco-modulatie (tariefdifferentiatie op basis van duurzaamheidscriteria) voor verpakkingen.
Daarnaast wordt de Waste Framework Directive (WFD) herzien. Deze ‘Kaderrichtlijn Afvalstoffen’ bepaalt onder meer de afvalhiërarchie en de spelregels voor UPV-systemen en de bijbehorende PRO’s. Een invloedrijk dossier dus. Onderdeel van de huidige herziening is de verplichte invoering van UPV-systemen voor textiel. In de geldende versie van de WFD is al opgenomen dat lidstaten textiel vanaf 2025 gescheiden moeten inzamelen. Nu komt er dus producentenverantwoordelijkheid bij voor textiel.
Één ding is duidelijk: UPV is here to stay. Toch hebben we al vaker opgemerkt (zoals hier en hier) dat er veel mis gaat binnen UPV-systemen, waarvan veel terug te leiden is naar de gebrekkige governance. De rol van de overheid is te beperkt, veel stakeholders voelen zich buitenspel gezet, en handhaving is gebrekkig. De boodschap dat UPV niet optimaal functioneert, is ook bij de Nederlandse overheid aangekomen. Nadat Staatssecretaris Heijnen in april 2022 haar visie voor UPV presenteerde aan de Kamer, werden er verschillende moties ingediend en aangenomen. Naar aanleiding hiervan heeft het Ministerie van I&W besloten om te starten met een traject om te komen tot verbetervoorstellen. Deze zijn in oktober dit jaar gepubliceerd.
In samenwerking met Minderoo heeft Recycling Netwerk ook een analyse gemaakt van de werking van UPV-systemen. De resultaten daarvan zijn opgenomen in een position paper dat in november is gepubliceerd.
Maar wat staat er in beide voorstellen? Hieronder kijken we naar de verschillen en overeenkomsten, om zo antwoord te geven op de vraag hoe we UPV in de toekomst kunnen verbeteren.
De verbetervoorstellen UPV richten zich op twee hoofdthema’s: het beter betrekken van gemeenten en het inbouwen van meer circulariteit. Want de huidige UPV-systemen zijn vooral succesvol in het financieren van de inzameling en recycling van producten wanneer ze afval worden. Maar zowel in de opzet als in de uitvoering is er nog veel verbetering mogelijk.
Recycling Netwerk heeft samen met Minderoo een eigen analyse gemaakt van de werking van UPV-systemen. Hoewel de praktijkervaring in Nederland waardevolle informatie biedt, richt de analyse zich breder op wat we zien in Europa. Aan de hand daarvan doen we concrete, ambitieuze beleidsaanbevelingen om het instrument UPV te verbeteren, en daarmee de positieve milieu-impact te verhogen. We gaan hieronder kort in op iedere aanbeveling:
Op veel vlakken lijken de beide analyses eenzelfde doel voor ogen te hebben: het verbeteren van producentenverantwoordelijkheid zodat het een eerlijker instrument wordt dat meer milieuwinst behaalt. We zijn tevreden met het feit dat de Nederlandse overheid erkent dat producentenorganisaties momenteel veel macht hebben, ten koste van andere stakeholders en de effectiviteit van het beleid.
Ook lijkt er het besef te bestaan dat verduurzaming volledig overlaten aan het bedrijfsleven niet per definitie effectief is. Sterker nog, vanwege financiële belangen wordt het drukken van de kosten vaak verkozen boven verduurzaming. We hopen dan ook dat de Nederlandse overheid werk gaat maken van duidelijke sturing op echte circulariteit, waarbij er een einde komt aan incrementele doelstellingen die lastig handhaafbaar zijn.
Helaas blijft de rol van de overheid op het gebied van de governance-structuur beperkt. De governance wordt door de Staatssecretaris vooral bekeken vanuit het oogpunt van geschillen. Daarbij wordt een mogelijke escalatie-rol voor de overheid zelf voorzien. Governance gaat echter niet alleen over een oplossing bij incidenten, maar juist ook over de wijze waarop het beleid wordt opgesteld en uitgevoerd. De governance-problematiek binnen UPV is structureel en zal dan ook niet opgelost worden met het instellen van een escalatieniveau. Wij hopen dat deze integrale wijze van kijken naar governance mee wordt genomen bij de herziening van UPV. Het instellen van een escalatiemogelijkheid is nuttig, maar onvoldoende. De overheid moet niet de verantwoordelijkheid, maar wel de regie terug in handen nemen.
Foto credit: Saskia Risseeuw
Een jaar geleden kreeg de Belgische industrie de opdracht om te bewijzen dat hun digitaal statiegeld een betere oplossing is tegen zwerfvuil dan het klassieke systeem. We delen onze conclusies over het klankbordgroepproces en over wat de pilots ons hebben geleerd (of niet).
Toen de proefprojecten van start gingen om digitaal statiegeld in 2023 te testen, werd een klankbordgroep opgericht, bestaande uit milieu-, consumenten- en armoedeorganisaties.
Wat was het doel? Zoals de Vlaamse minister van Leefmilieu Zuhal Demir zelf zei in januari 2023 “Er komt een klankbordgroep waarin onder meer de milieuorganisaties zitten die ook transparant alle informatie kunnen bevragen, delen, consulteren en analyseren” (Plenairevergadering 18 januari 2023). Transparantie en constructieve feedback van publieke belanghebbenden waren dus de doelstellingen.
Een broodnodige transparantie en betrokkenheid van deze actoren, gezien de oververtegenwoordiging van de industrie in de pilots. Een paar voorbeelden.
Is het niet een beetje alsof je een student vraagt om zijn eigen test te ontwerpen en die dan te beoordelen? Zoals Zuhal Demir zei “de pen wordt vastgehouden door de OVAM en door onze diensten” (18 januari), dus Fost Plus zou hier niets over te zeggen mogen hebben. Het feit dat de stuurgroep het eindverslag van de OVAM heeft kunnen inkijken is op zich al een kwestie van ‘wie houdt de pen vast’.
Je kunt je nu dus afvragen: zijn de leden van de Klankbordgroep gehoord in hun feedback? Moeilijk te zeggen, want we hebben het eindrapport nog niet gezien. Daardoor is het ook moeilijk om te weten of er rekening is gehouden met ons advies.
En ja, we hebben feedback kunnen geven op de pilots. Maar dit is ons niet gemakkelijk gemaakt. Zo hebben we in de laatste fase van de pilot veel moeten aandringen op extra vervolgbijeenkomsten. Voorbereidend materiaal voor de vergaderingen (laatste rapporten van meer dan 150 pagina’s) werd op het laatste moment verstuurd (bv. minder dan 48u op voorhand) ondanks verschillende verzoeken om de agenda tijdig te krijgen. De OVAM publiceerde persberichten over de voortgang van de pilots, zonder de klankbordgroep hierbij te betrekken of te informeren. Het persbericht van 15 november verscheen zelfs enkele uren voor de vergadering met de klankbordgroep en bevatte al voorlopige conclusies over de pilots. Wat had het dan nog voor zin om bijeen te komen, als de conclusies al vaststonden?
Vandaag, woensdag 13 december, vinden hoorzittingen plaats over de definitieve pilots. In het licht van die komende hoorzittingen delen we onze eigen beoordeling van de vijf evaluatiecriteria door de OVAM bepaalde waarop de pilots een antwoord moeten kunnen bieden.
Ondanks de inspanningen van de industrie en al het werk (en geld) dat in die pilots is gestoken, moeten we realistisch zijn. De resultaten zijn onvoldoende om te bevestigen of digitaal statiegeld effectief kan worden opgezet in 2025 en – nog zorgwekkender – of het daadwerkelijk zou bijdragen aan het verminderen van de hoeveelheid verpakkingen in het zwerfafval.
Het ‘scanratio’ (gescande hoeveelheid / verkochte hoeveelheid) is weliswaar interessant om te bekijken, maar zegt niet veel over het ‘retourpercentage’ (verpakkingen die gecertificeerd worden ingezameld). Dat gezegd hebbende, moet men erkennen dat het feit dat hooguit 1 op de 4 potentiële gebruikers het systeem heeft gebruikt, laag blijft.
Dit was het belangrijkste en meest verwachte resultaat. Het hele punt van de pilots was om te kijken of digitaal statiegeld de aanwezigheid van verpakkingen in het zwerfafval vermindert.
Het antwoord is simpel: we weten niet meer hierover, dan dat we een jaar geleden wisten. Dat is een feit.
Zowel de pilots in Bobbejaanland als Center Parks De Haan leverden geen significante resultaten op. Dit werd zelfs vermeld door het voor de gelegenheid ingeschakelde adviesbureau (Normec-OWS). Dit is te wijten aan methodologische fouten zoals het ontbreken van een na-meting (om resultaten te vergelijken) maar ook de onwetendheid van de consumptiepatronen.
Een voorbeeld: Een eenvoudige berekening (zie onze spreadsheet) van de Bobbejaanland resultaten laat dit punt zien (Rapport 1a. p33 over p25). Wanneer we de hoeveelheden die in het park zijn verkocht neutraliseren (voetnoot: we moeten erkennen dat dit alleen een trend in aankoopgedrag weergeeft en niet het volledige spectrum van aankoopgedrag – aangezien drank ook buiten het pretpark kan worden gekocht), zien we dat de verhouding (hoeveelheid zwerfafval / hoeveelheid verkochte drank) gedurende de pilots vergelijkbaar is gebleven. Er kan zelfs een lichte stijging worden waargenomen.
De pilots hebben geen significante impact op zwerfafval gemeten. Elke poging om iets anders te concluderen is misleidend en onwaar.
Het meest bedreigend is het feit dat een ‘gedeactiveerde’ verpakking nog steeds in het zwerfafval terecht kan komen. De aanwezigheid van 32 verpakkingen met unieke code in het zwerfafval in de De Haan pilot toont het beperkte effect van dit systeem. Veel erger is dat 28% van de gevonden verpakkingen in het zwerfafval was gedeactiveerd (9). Gebruikers kunnen hun geld terugkrijgen, terwijl de verpakkingen nog steeds in het zwerfafval belanden.
Van digitaal statiegeld wordt beweerd dat het toegankelijker is omdat iedereen het overal en 24/7 kan gebruiken. Niet iedereen heeft echter toegang tot een smartphone, internet of een bankrekening (bijvoorbeeld vluchtelingen, mensen in een situatie van overmatige schuldenlast of dakloosheid). Thuisscanners werden aangeboden als oplossing voor dit probleem. Hoewel dit thuis interessant is, lost het het probleem onderweg niet op. Het meest ‘kwetsbare’ deel van de bevolking zou uitgesloten blijven van het systeem waar zwerfvuil voorkomt. Meer doen van wat al werkt is geen oplossing. Dit zal ook geen oplossing zijn voor de miljoen toeristen die door België reizen. De drempel voor hen om deel te nemen aan het systeem zal erg hoog zijn (in vergelijking met een ‘klassiek’ systeem).
Tijdens de pilots is het systeem slechts gebruikt door een klein (niet-representatief) deel van de bevolking: werknemers van banken of studenten, bezoekers van een pretpark, gezinnen in een Center Park en slechts enkele bewoners van één winkelstraat. Dit zegt niet veel over de hele bevolking. Methodologisch gezien zijn de uitgevoerde bevragingen van weinig waarde, omdat ze voornamelijk werden gedeeld met gebruikers. Als gebruikers hadden ze al ingestemd met deelname en daarom waren ze waarschijnlijk positiever over het systeem dan de gemiddelde consument (d.w.z. responsbias). Het zou nodig zijn geweest om te onderzoeken waarom niet-gebruikers (3/4 van de potentiële gebruikers) het systeem niet gebruiken.
Ook hier zou veel meer onderzoek nodig zijn om te concluderen dat het systeem toegankelijk is voor alle consumenten van plastic flessen en blikjes.
De sector beweert dat fraude met succes werd voorkomen tijdens de proefprojecten. Problemen met grootschalige fraude zoals cyberaanvallen (d.w.z. het hacken van het systeem om toegang te krijgen tot alle gegenereerde unieke codes) werden echter niet opgelost.
De industrie stelt ook voor om de codes op de productielijnen te activeren, wat, zoals we ongeveer een jaar geleden al vermeldden, steevast tot veel pogingen tot fraude zou leiden.
Mensen kunnen heel creatief zijn als het gaat om het misbruiken van systemen om aan geld te komen. En digitaal statiegeld (vergeleken met klassiek statiegeld) lijkt veel meer mogelijkheden te bieden om dat te doen, omdat mensen hun verpakkingen niet goed hoeven in te leveren om hun geld terug te krijgen.
Een paar voorbeelden: In KBC Leuven probeerden mensen foto’s te maken van de QR-codes in de automaten om hun geld terug te krijgen. In Bobbejaanland probeerde meer dan 1 op 10 gebruikers het systeem te misbruiken. Bakken werden verplaatst. Dat waren pogingen tot fraude die we een jaar geleden niet eens hadden voorzien.
Deze aspecten hebben betrekking op de veiligheid van het gegevensbeheer en de naleving van de GDPR-regels voor digitaal statiegeld. De industrie verzekert dat veilig gegevensbeheer mogelijk is en dat het systeem GDPR compliant is. Maar dat doet niets af aan het risico dat burgers niet willen deelnemen aan het systeem vanwege wantrouwen of angst – zoals te zien was in Bobbejaanland met 1 op de 4 gebruikers die niet konden deelnemen omdat ze hun geolokalisatie hadden gedeactiveerd. Zeker gezien het feit dat toestemming voor het delen van geolokalisatie vereist was in de twee laatste pilots om het systeem te kunnen gebruiken. Kun je mensen eerlijk dwingen om die gegevens te verstrekken om hun geld terug te krijgen?
Bovendien kan het feit dat de gegevens ‘veilig’ werden bewaard tijdens de pilots niet voorspellen dat er op de lange termijn een reëel scenario zoals misbruik van de gegevens voor commerciële doeleinden zal ontstaan. Dit is niet iets nieuws en is in andere contexten gebeurd.
De vraag is of dit systeem wel werkt voor 2025. Hoewel de industrie beweert dat het systeem heeft aangetoond te werken, hebben we nog steeds veel zorgen. Want ‘technisch’ werken is iets anders dan ‘werken voor gebruikers’. Een paar punten bijvoorbeeld:
Zelfs na de pilootprojecten stelt de operationaliteit van een digitaal statiegeld nog heel wat vragen op de schaal van heel België.
Deze pilots alleen hebben nooit alle vragen beantwoord die beantwoord moeten worden om ervoor te zorgen dat het digitale statiegeld klaar is voor invoering in 2025. Bijvoorbeeld met betrekking tot mogelijke handelsbelemmeringen op de Europese interne markt, compatibiliteit van het digitale systeem met hergebruik, wat onzekerheden zijn waarmee rekening moet worden gehouden en die de invoering van een digitaal statiegeld mogelijk kunnen vertragen.
Opmerking: Voor een meer gedetailleerde evaluatie per pilot hebben we ook de evaluatierapporten (van Fost Plus) over de pilots Bobbejaanland en Center Parks in detail bekeken.
Het is nu tijd voor de Vlaamse regering om een beslissing te nemen en op te volgen wat beloofd is. We weten gewoon niet meer over de potentiële voordelen van een digitaal statiegeld dan een jaar geleden. En Vlaams minister van Leefmilieu Zuhal Demir is duidelijk: “Voor mij is die keuze echt wel: gemakkelijk, gebruiksvriendelijk en minder zwerfvuil” (Plenairevergadering 22/11). Op dit moment zou kiezen voor een digitaal systeem dus geen positieve invloed hebben op zwerfvuil, maar eerder toegeven aan de industrielobby.
Chloé Schwizgebel, Projectcoördinator Statiegeld België, Recycling Netwerk Benelux
Tycho Van Hauwaert, beleidsmedewerker industrie Bond Beter Leefmilieu
De end-game voor statiegeld in Vlaanderen is bezig. Gisteren werd er in de plenaire vergadering nog druk gedebatteerd over de invoering van een digitaal dan wel klassiek statiegeldsysteem. De resultaten van twee proefprojecten rond digitaal statiegeld zijn alvast minder positief dan OVAM laat uitschijnen.
Het uitgangspunt is duidelijk: deze Vlaamse Regering heeft zich akkoord verklaard om door middel van statiegeld op blikjes en flesjes de overdaad aan zwerfvuil in onze natuur en straten aan te pakken. In 2021 werd niet minder dan 18.171 ton afval geraapt, waardoor de doelstelling van 20% minder zwerfvuil tov 2015 verre van gehaald werd. En dus zei Minister van Milieu Zuhal Demir zelf dat “statiegeld onvermijdelijk is”. Vervolgens werd, onder druk van de verpakkingsindustrie, een proefperiode van één jaar toegestaan door de minister van Milieu om een digitaal alternatief te testen.
Vorige week vertelde OVAM in een persbericht dat de proefprojecten in Center Parks en Bobbejaanland ‘een impact hadden’ en dat het systeem technisch leek te werken. Toch is het koffiedik kijken over welke ‘impact’ het juist gaat, want de positieve conclusie staat ver van de realiteit van de resultaten, die de klankbordgroep zelf nog niet had kunnen beoordelen.
Nochtans leken kosten noch moeite gespaard: er kwamen speciale blikjes met een QR-code (hoe en aan welke kostprijs, dat weet niemand), er kwam een PMD-vuilnisbak naast de restafvalbak, een nieuwe applicatie en zelfs thuisscanners en tientallen personeelsleden stonden klaar om bezoekers mensen uitleggen hoe het digitale systeem werkt.
Maar al deze investeringen konden de belangrijkste vraag niet beantwoorden: zorgt dit digitale systeem voor minder zwerfafval? Het onafhankelijke bureau dat voor de gelegenheid werd ingeschakeld vond geen significante vermindering. Bovendien zijn er veel hiaten in het rapport en de onderzoekswijze: in Bobbejaanland werd het aantal bezoekers niet meegedeeld, consumptiepatronen werden niet bekeken en de nulmeting vond plaats tijdens een erg warm weekend, wanneer het aantal drankconsumpties – en dus verpakkingsafval – gemiddeld hoger lag. In Center Parks De Haan waren de hoeveelheden te weinig om iets te kunnen concluderen. Bovendien bleef het aantal gebruikers van het systeem, ondanks wat de industrie beweert, zeer beperkt: minder dan 1 op de 4 bezoekers toonde zich bereid om deel te nemen. Hoe kan een systeem succesvol zijn als het mensen al bij aanvang niet motiveert om mee te doen?
Tegen het einde van de maand moet OVAM haar rapport over de proefprojecten indienen. Maar daarmee is de kous van de statiegelddiscussie nog niet af. Ook volksvertegenwoordigers en de klankbordgroep worden gehoord in het finale adviesrapport. Minister Demir had al aangekondigd om tegen het einde van dit jaar een beslissing te nemen in dit dossier. Op woensdag 22 november 2023 benadrukte ze haar keuze in de plenaire vergadering: “Voor mij is die keuze echt wel: gemakkelijk, gebruiksvriendelijk en minder zwerfvuil.”
Het applaus in de plenaire vergadering toen de oproep werd gedaan om eindelijk voor een klassiek systeem te kiezen, toonde de steun van de parlementsleden. Alleen Open Vld lijkt nog steeds achter het door de industrie voorgestelde “innovatieve” systeem te staan. Maar een innovatie die onze straten niet schoonmaakt, wat is daar het nut van?
In Brussel en Wallonië verloopt de zoektocht naar een geschikt statiegeldsysteem gerichter. Wallonië voert een studie om de statiegeldsystemen te vergelijken. Op basis van de voorlopige resultaten gaf Wallonië in juli al zijn voorkeur aan het klassieke systeem, net als Brussel. De definitieve resultaten van deze studie worden ook in de komende weken verwacht. In ieder geval zullen de drie gewesten moeten overeenkomen voor de uitrol van een statiegeldsysteem in 2025. Een belangrijk handvat daarbij is de erkenning van Fost Plus als organisme voor het beheer van huishoudelijk verpakkingsafval, wat ook eind dit jaar wordt beslist door de drie gewesten. Daarin zou een duidelijke visie moeten staan over zwerfvuil en de aanpak via statiegeld.
Momenteel is al heel wat geld gespendeerd om te proberen bewijzen dat een digitaal statiegeldsysteem werkt. Keer op keer vallen de resultaten tegen.
Als er één ding is dat de pilootprojecten wél mogelijk hebben gemaakt, dan is het wel dat belangrijke stakeholders – Vlaamse gemeenten, consumenten- en milieuorganisaties, kleinere producenten en de horecasector – samen hebben nagedacht over het toekomstige Belgische statiegeldsysteem. En deze pool van nieuwe experts is alleen aan het groeien. Net als de zovele Europese landen die ons al lang de weg wijzen naar deze effectiefste vorm van statiegeld: het retourneren van blikjes en flesjes naar de winkel.
Dit alternatief, het klassiek statiegeldsysteem, geniet ook de voorkeur van lokale besturen en burgers. Het is nu tijd om te stoppen met tegenstribbelen. De overheid moet kiezen voor wat mensen willen en wat hen beloofd is: een systeem dat het zwerfvuilprobleem echt aanpakt. Elke andere uitkomst is een serieuze gemiste kans.
Brussel, 22 november 2023
Vandaag stemde het Europees Parlement over het voorstel voor een herziene Verpakkingsverordening, zoals voorgesteld door de Europese Commissie in november 2022. Het voorstel was bedoeld om de recordhoeveelheid verpakkingsafval in Europa terug te dringen. Geïntimideerd door ongekende lobby vanuit het bedrijfsleven, schrapte het Parlement bijna alle bepalingen om onnodige verpakkingen te verminderen, evenals de meeste hergebruik-doelstellingen voor 2040. Sommige doelstellingen voor hergebruik (bijv. voor dranken) werden gehandhaafd, maar zodanig verlaagd en voorzien van uitzonderingen dat ze nog nauwelijks doelmatig zijn. Dit geeft ook een enorm negatief signaal af aan de opkomende hergebruiksector en de koplopers op het gebied van de circulaire economie.
Deze uitkomst laat zien dat het Europees Parlement toegeeft aan valse beweringen, bangmakerij en intensieve lobby vanuit industrieën die zelf enorme hoeveelheden afval produceren. Hierdoor is elke ambitie die nodig is om afval te voorkomen gedecimeerd. Nadat de Milieucommissie, de belangrijkste Parlementaire commissie op dit dossier, de ambitie van het voorstel in oktober al had afgezwakt, heeft de plenaire stemming van vandaag de genadeslag toegediend aan het beleid dat nodig is om de verpakkingscrisis aan te pakken.
Hoewel de steun voor het recyclebaar maken van alle verpakkingen de stagnerende recyclingniveaus in de EU mogelijk zal verbeteren, zal dit niets doen aan de kern van het probleem: de recordniveaus van afvalproductie.
“Wat we vandaag hebben gezien in het Europees Parlement kan alleen maar omschreven worden als extreem teleurstellend. Na ongekende lobby vanuit de industrie, blijken Europarlementariërs liever te kiezen voor het in stand houden van de wegwerpmaatschappij dan geloofwaardige hergebruik-oplossingen. Het besluit van vandaag gaat in tegen de ambitieuze koers die Nederland heeft gekozen voor dit dossier, en laat zien dat het beschermen van financiële belangen blijkbaar zwaarder wegen dan het beschermen van onze planeet”
Janine Röling – onderzoeker bij Recycling Netwerk Benelux
De fastfood-lobby en de wegwerp-verpakkingsindustrie zullen de hypocrisie van de EU – die beweert een wereldleider te zijn in de implementatie van een circulaire economie – vandaag waarschijnlijk vieren. De Europarlementariërs hebben namelijk juist die bepalingen geschrapt die het gebruik van eenmalige verpakkingen moeten beperken wanneer je ter plaatse iets eet of drinkt, net als de bepalingen voor het beperken van onnodige groente- en fruitverpakkingen.
Een klein sprankje troost zijn de overkoepelende afvalpreventiedoelstellingen voor de lidstaten (om de totale hoeveelheid verpakkingsafval te verminderen met 5% tegen 2030 en 15% tegen 2040) die een richting aangeven voor de verpakkingsindustrie. Daarnaast heeft het Parlement een langverwacht verbod op het gebruik van PFAS en BPA – zeer giftige en persistente stoffen – in voedselverpakkingen toegevoegd.
Nu moeten de lidstaten in de Raad een ambitieuze onderhandelingspositie aannemen voor hergebruik en verpakkingspreventie om de koers van dit belangrijke beleidsdossier bij te stellen. Verwacht wordt dat de triloog-onderhandelingen begin 2024 zullen starten en dat er maar weinig tijd zal zijn om de tekst voor de Europese verkiezingen aan te nemen.
Noot voor de redactie:
Over deze coalitie:
Deze coalitie bestaat uit leden van de Rethink Plastic Alliance (Zero Waste Europe, European Environmental Bureau, ECOS, ClientEarth), samen met Deutsche Umwelthilfe, Recycling Netwerk Benelux, Fern en het Environmental Paper Network.
EU neemt belangrijk besluit: er komt een einde aan het verschepen van plastic afval naar niet-OESO landen
Het wordt voor Europese landen moeilijker om plastic afval te verschepen naar landen buiten de Europese Unie. Het nieuw Europees akkoord over de herziening van de Waste Shipment Regulation bevat het baanbrekende besluit om de export van plastic afval naar niet-OESO-landen binnen tweeënhalf jaar te beëindigen. Dit is een overwinning waar Recycling Netwerk, samen met andere NGO’s, jarenlang voor heeft gestreden.
De urgentie is hoog. Meer dan 1 miljoen ton Europees plastic afval werd in 2022 nog geëxporteerd naar landen die niet over de infrastructuur beschikken om het veilig te verwerken. De helft ging naar niet-OESO-landen zoals Maleisië, Vietnam, Indonesië en Thailand. Maar een derde kwam ook terecht in Turkije. Daarom blijven we betreuren dat de EU-instellingen het niet eens zijn geworden om de export van plastic afval naar alle landen te stoppen.
Ook Dr. Sedat Gündoğdu (een onderzoeker naar microplastics aan de Çukurova University in Turkije) maakt zich zorgen: “Ik juich de beslissing toe om de export te stoppen naar niet-OESO-landen, maar ik hoop dat dit niet zorgt voor een toename in het plastic afval dat naar Turkije wordt verscheept.”
Om de bevolking en het milieu in de ontvangende landen te beschermen, roept Recycling Netwerk al jaren op tot het invoeren van een exportverbod. Deze week stuurden we samen met Natuur & Milieu, Plastic Soup Foundation, Searious Business, Zero Waste Nederland en Stichting Go Clean een brief naar de Staatsecretaris met de oproep om de invoering van het exportverbod te steunen. We schreven eerder ook al over de steun voor dit verbod binnen het Europees Parlement.
Janine Röling van Recycling Netwerk Benelux: “Dankzij deze beslissing neemt de EU eindelijk haar verantwoordelijkheid. Het is ons afval, wij moeten het probleem zelf oplossen en niet verschepen naar landen zonder infrastructuur voor veilige afvalverwerking, met verstrekkende gevolgen voor mens en natuur.”
Volgens het nieuwe akkoord moeten procedures en controles kunnen voorkomen dat ons afval elders op de wereld nog gezondheids- of milieuproblemen oplevert. Er zijn ook plannen om het hergebruik van plastics in Europa te verbeteren en alleen onder strikte voorwaarden mag afval nog tussen EU-landen worden verplaatst. Het afval moet zo veel mogelijk ter plaatse worden verwerkt of hergebruikt.
Er wordt een handhavingsgroep opgericht om de samenwerking tussen de EU-lidstaten te verbeteren en om illegale transporten te voorkomen en op te sporen. In samenwerking met de nationale autoriteiten zal de Europese Commissie ook inspecties kunnen uitvoeren wanneer er voldoende vermoeden bestaat dat er illegale afvaltransporten plaatsvinden.
Op 27 november kan iedereen inspiratie komen opdoen in Utrecht. Meer dan 30 aanbieders van herbruikbare verpakkingen (bekers, maaltijdverpakkingen, bulkdispensers voor supermarkten, e-commerce verpakkingen, flessen, B2B oplossingen,…) komen zich voorstellen.
Daarnaast worden 15 sessies aangeboden over allerlei aspecten van hergebruik: van wetgeving tot consumentengedrag en van het wassen van verpakkingen tot technologische innovaties en goed werkende voorbeelden uit andere landen.
Deze Reusable Packaging Fair wordt georganiseerd door Mission Reuse, samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) en Stichting Afvalfonds Verpakkingen.
Zien we je daar?
Aanmelden: klik hier
Meer info: https://missionreuse.com
Uitgebreide Producenten Verantwoordelijk (UPV) wordt in verschillende sectoren opgezet om voor afvalreductie te zorgen. Het idee is goed: we laten de vervuilers betalen voor de milieu-impact van hun producten en dat zal ze motiveren om hun verdienmodel aan te passen en milieuvriendelijker te werk te gaan. Maar in de praktijk zijn de resultaten teleurstellend. “De bedrijven nemen te weinig initiatief om afval te voorkomen en duurzamer producten te maken. Ze betalen gewoon de afvalbijdrage,” zegt Janine Röling van RNB.
Er bestaat inmiddels ‘uitgebreide producentenverantwoordelijkheid’ voor een heleboel producten. Denk aan autobanden, verpakkingen, elektronische apparaten, en sinds kort in Nederland ook textiel. Het wordt gezien als een effectieve manier om producenten verantwoordelijk te maken voor de producten (en het bijbehorende afval) dat ze produceren. Dankzij een partnerschap tussen bedrijven, gemeenten en afvalbeheerders, maakt UPV – via een producentenorganisatie – de financiering voor afvalbeheer mogelijk, wat vaak ook de efficiëntie verbetert. Daarnaast kunnen bedrijven mogelijk aangemoedigd worden om hun producten te verduurzamen, dankzij instrumenten zoals eco-modulatie.
Klinkt goed, toch? Helaas, niet echt. Vanwege de manier waarop de UPV-wetgeving is opgezet en de vaak gebrekkige uitvoering ervan, is het potentieel van UPV zwaar onderbenut en worden producenten onvoldoende verantwoordelijk gehouden voor de milieuschade die ze veroorzaken. We schreven al eerder hoe het mis gaat bij de governance van UPV en hoe de UPV voor textiel niet dezelfde fouten mag begaan.
In ons nieuwste UPV-position paper, geschreven samen met Minderoo en met steun van een brede coalitie, identificeren we waar het precies fout gaat en hoe ambitieus beleid deze fouten kan rechttrekken.
Waar UPV redelijk succesvol is geweest in het beheer van de eindfasen van producten (betere aparte inzameling en recycling), is het niet effectief geweest in het aanzienlijk veranderen van de volledige levenscyclus van producten, dat wil zeggen het creëren van meer duurzame producten en het voorkomen van afval.
In een context waarin tien lidstaten het risico lopen de recyclingdoelstellingen voor zowel huishoudelijk afval als verpakkingsafval niet te halen en verpakkingsafval enkel toeneemt, is het belangrijk dat we bestaand beleid herevalueren. Beleidsmakers moeten inzien dat de wereldwijde afvalcrisis verder gaat dan alleen de focus op afvalbeheer. Er moet ingezet worden op de juiste beleidskaders die minder productie (preventie) en hergebruik mogelijk maken en stimuleren. In dit perspectief zou de Europese Unie de milieueffectiviteit van UPV moeten maximaliseren door de huidige gebreken aan te pakken en een ambitieuzer beleidskader voor UPV op te zetten.
In het licht van de lopende herzieningen van de Packaging and Packaging Waste Regulation en Waste Framework Directive, is het hoog tijd voor actie.
Om van UPV een effectiever instrument voor de circulaire economie te maken, stellen we een aantal concrete wettelijke maatregelen voor:
Het hele rapport lees je hier.
Heb je vragen over dit onderwerp? Neem contact op met Janine Röling – janine.roling@recyclingnetwerk.org
Een grote coalitie van kleine en grote bedrijven, NGO’s, steden en gemeenten pleit samen met RNB voor een ambitieus beleid.
Met support van meer dan 120 gemeenten, NGO’s en bedrijven, vragen we aan de Europese wetgevers om:
🌱 Ambitieuze doelstellingen voor hergebruik te introduceren
🌱 Strenge en duidelijke criteria voor ‘herbruikbare’ verpakkingen en hergebruikmodellen op te nemen
🌱 In te zetten op transparante rapportagemethoden en oplopende targets voor hergebruik
🌱 Hervulbare verpakkingen als afvalpreventiemethode aan te merken
Het gepubliceerde position paper laat zien waar de opportuniteiten liggen voor Europa. We moeten binnen deze revisie van de Packaging and Packing Waste Regulation de kans grijpen om te pionieren in de ontwikkeling van de materialen, systemen en processen die nodig zijn om de hoeveelheid verpakkingsafval drastisch te verminderen. In plaats van materialen te importeren om producten van te maken met een korte levensloop, zouden we groene banen en diensten in de EU kunnen creëren voor duurzame verpakkingen. De switch naar hergebruik kan maar liefst 600.000 banen opleveren.
Volgens Eurostat wordt 40 % van al het plastic en 50 % van al het papier in Europa verspild aan verpakkingen. De recyclingcijfers stagneren. 20% van ons verpakkingsafval wordt gedumpt op een vuilnisbelt en 16% wordt verbrand.
Om onze ecologische impact te verkleinen, moeten we wegwerpverpakkingen op grote schaal vervangen door herbruikbare alternatieven en systemen. Met recycling alleen gaan we onze veel te grote honger naar materialen – met CO2-uitstoot tot gevolg – niet kunnen stillen. Het heeft ook geen zin om het ene wegwerpmateriaal door een ander wegwerpmateriaal te vervangen. Afval blijft afval. De EU moet streven naar echte circulaire oplossingen.
Het stellen van duidelijke en ambitieuze doelen voor 2030 en 2040 is essentieel om de Europese innovators, ondernemers en investeerders het vertrouwen te geven dat nodig is. Want zij staan klaar om voor de volgende generatie verpakkingsoplossingen te zorgen.
Lees het hele position paper hier.
Contact
Heb je vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Janine Röling: janine.roling@recyclingnetwerk.org
Op 1 juli werd in Nederland een toeslag op plastic (bevattende) verpakkingen voor take-away ingevoerd. Bij Mission Reuse hadden we onze twijfels over de impact en de haalbaarheid. Want een verpakking waarvoor je moet bijbetalen kan nog altijd zwerfvuil worden. En slechts een handjevol mensen is continu op stap met eigen beker en bakje.
Intussen zijn we drie maanden verder en wil de Tweede Kamer de plastic toeslag alweer afschaffen. De toeslag leidt niet tot verduurzaming bij producenten, stelt een meerderheid van de Kamer. Daar zijn wij het volledig mee eens. Maar hopelijk kunnen we de regelgeving gewoon aanpassen, niet schrappen. “We krijgen de afvalbergen niet klein door de consument te straffen met een plastic toeslag zonder een alternatief aan te bieden. We moeten bedrijven aanmoedigen om de switch te maken naar herbruikbare verpakkingen,” zegt Emmy Van Daele van Mission Reuse.
Elke dag gooien we in Nederland 19 miljoen eenmalige plastic bekers en voedselverpakkingen weg. In 2026 moet dat 40% minder zijn dan in 2022. Hoe kunnen we deze regelgeving aanpassen om dat te realiseren?
Vanaf 1 januari 2024 gaat nieuwe wetgeving voor consumptie ter plaatse in. Wie in de bar, sportclub of het restaurant blijft eten, mag dat niet meer in wegwerp doen. Maar opnieuw zijn er uitzonderingen waarbij plastic bevattende wegwerpverpakkingen nog steeds toegelaten zijn. Deze uitzonderingen belemmeren de goede werking. Laten we niet weer de plank misslaan. Maak het makkelijk en duidelijk voor bedrijven en consumenten: verplicht hergebruik voor consumptie ter plaatse. Zo heeft Frankrijk het ook ingevoerd.
Karl Beerenfenger & Emmy Van Daele van Mission Reuse (een gezamenlijk transitieprogramma van Enviu, Natuur & Milieu en Recycling Netwerk Benelux) zijn beschikbaar voor reacties en interviews.
Contactgegevens
Karl Beerenfenger – karl.beerenfenger@recyclingnetwerk.org – 06-18632023
Emmy Van Daele – emmy.vandaele@recyclingnetwerk.org – 06-83903990
Gezondheids- en milieuorganisaties schreven samen een bezorgde brief naar de Commissie Infrastructuur & Waterstaat, in aanloop naar het Commissiedebat Circulaire economie.
Demissionair staatssecretaris Heijnen schrijft voorstander te zijn van een verbod op eenmalige sigarettenfilters. Ook wil ze aan de slag met het rookvrij maken van stranden en andere omgevingen en een locatiespecifieke aanpak om sigarettenpeuken op o.a. festivalterreinen te verminderen. Andere maatregelen, zoals een statiegeldsysteem en informatiecampagnes, laat de staatssecretaris ons inziens terecht links liggen. Als milieu- en gezondheidsorganisaties zijn wij grote pleitbezorgers van een verbod op sigarettenfilters en het rookvrij maken van omgevingen.
Sigarettenfilters zijn in aantal de grootste vorm van plastic vervuiling wereldwijd en een bron van microplastics. Naast plastic bevatten de filters een cocktail van giftige stoffen: arseen (rattengif), lood, nicotine en pesticiden. Die stoffen belanden in het milieu, met negatieve effecten voor mensen, dieren, planten en ecosystemen. Een verbod op sigarettenfilters is de enige effectieve maatregel om dit grote milieuprobleem op te lossen, blijkt uit het rapport van CE Delft en internationale publicaties.
Elk jaar overlijden ongeveer 20.000 Nederlanders aan de gevolgen van roken. Het sigarettenfilter is een misleidende uitvinding van de tabaksindustrie om roken minder schadelijk te laten lijken. Sinds de introductie van het filter komt een bepaald type longkanker, het adenocarcinoom, echter veel vaker voor. Tegelijkertijd is er geen enkele aanwijzing dat gefilterde sigaretten minder ongezond zijn dan ongefilterde sigaretten.
Net als de Belgische Hoge Gezondheidsraad verwachten wij dat een verbod op sigarettenfilters helpt om het aantal tabaksdoden terug te dringen. Een filterverbod maakt beginnen met roken namelijk minder aantrekkelijk. Daarnaast zet het rokers mogelijk aan tot stoppen met roken, want bij ongefilterde sigaretten komt er tabak in de mond en de rook is harder en onprettiger. Tevens maakt dit een einde aan de mogelijkheden voor de tabaksindustrie om middels gaatjes in het filter de gemeten emissiewaarden van teer, nicotine en koolmonoxide te manipuleren (‘sjoemelsigaret’).
Het uitbreiden van het aantal rookvrije stranden en andere omgevingen zien we als een goede aanvullende maatregel vanuit zowel milieu- als gezondheidsoogpunt. Het is een echte win-win-maatregel. Hoe meer rookvrije omgevingen, hoe minder peuken in het milieu belanden. De maatregel zorgt er ook voor dat kinderen minder in aanraking komen met roken en helpt om te stoppen met roken of gestopt te blijven. Als minder mensen roken, leidt dat weer tot minder schadelijke resten in zwerfafval.
We zouden graag zien dat de staatssecretaris nader concretiseert welke omgevingen ze naast stranden nog meer meeneemt in haar gesprekken met het IPO en de VNG over dit onderwerp. De omgevingen waarvoor de staatssecretaris een locatiespecifieke aanpak in gedachte heeft om peukenafval te verminderen, zoals festivals, zijn wat ons betreft ook omgevingen die geheel rookvrij kunnen worden gemaakt.
Het instellen van een verbod op sigarettenfilters in Europees verband wordt beschouwd als het meest kansrijk. De herziening van de Single Use Plastics-richtlijn in 2026 biedt daartoe de eerste logische mogelijkheid. Maar dat duurt nog te lang. De gevraagde reductie van 70% uit de motie van Bouchallikh wordt dan niet gehaald. Gelukkig worden ook de mogelijkheden verkend voor een nationaal verbod op sigarettenfilters.
Wij voeren deze campagne met de steun van:
Het inzamelcijfer van plastic flessen over het jaar 2022 ligt met 68% ver beneden de wettelijk verplichte doelstelling van 90%. Statiegeld is een geweldig instrument om de inzameling te verbeteren, maar daarvoor moet de politiek de wetgeving beter opstellen. Zo zijn er veel te weinig plekken waar de consument zijn of haar geld terugkrijgt en is het statiegeldbedrag te laag. Het bedrijfsleven werkt zelf niet mee, want die verdiende in 2022 84 miljoen euro juist door te weinig in te zamelen.
Op 1 juli 2021 werd statiegeld ook op kleine plastic flessen ingevoerd. Na decennia van meestribbelen was een deel van het bedrijfsleven inmiddels ook overtuigd van het belang van statiegeld op kleine plastic flessen, maar de introductie verliep allesbehalve goed.
Directeur Rob Buurman van Recycling Netwerk: “De lobby van het bedrijfsleven wist een laag statiegeldbedrag van 15 eurocent binnen te halen, en wist daarnaast te bedingen dat verkooppunten niet verplicht zijn om consumenten weer hun betaalde statiegeld terug te geven, terwijl dat eerder juist wel verplicht was. Daardoor zijn er nu slechts 5.000 plekken waar je je statiegeld terugkrijgt. Bij de bioscoop of in het pretpark krijg je niets terug.”
Ook kwam er in 2021 nog geen statiegeld op sappen of zuivel, waardoor het voor de consument niet altijd duidelijk is waar wel of geen statiegeld op zit. Van de kleine plastic flessen werd volgens het zojuist gepubliceerde publieksverslag van Stichting Afvalfonds Verpakkingen over 2022 slechts 58% ingezameld, terwijl in Duitsland zo’n 95% van alle plastic flessen wordt ingezameld. Het kan dus wél.
Ondanks de ondermaatse inzamelcijfers is het effect van statiegeld op het zwerfafval al wel zeer groot. Volgens cijfers van Zwerfinator Dirk Groot nam het aantal plastic flessen in het zwerfafval af met 70%. Als je enkel naar de statiegeldflessen kijkt, dan is het effect zelfs 80% minder plastic flessen in het milieu.
Het bedrijfsleven is wettelijk verplicht om 90% in te zamelen, maar voor iedere fles die ze niet inzamelt, verdient ze geld en dat loopt in totaal flink op. Van de 700 miljoen grote flessen wordt 12% niet ingezameld en dat levert in totaal 21 miljoen euro op. Van de 1 miljard kleine plastic flessen wordt maar liefst 42% niet ingezameld en daardoor hoeft het bedrijfsleven maar liefst 63 miljoen euro niet uit te betalen. In 2022 heeft het bedrijfsleven dus in totaal 84 miljoen euro niet teruggegeven aan de consument.
Al dat geld leidt niet tot een beter statiegeldsysteem. Rob Buurman: “Het is precies andersom: deze inkomstenbron is juist het gevolg van het gebrek aan investeringen in een statiegeldsysteem. Bij een goed werkend systeem zoals in Duitsland of Noorwegen, Zweden, Finland of Letland, wordt hooguit 5-10% niet ingezameld, maar juist in Nederland gaat het mis. Dat heeft niets met de bereidwillendheid van de Nederlandse consument te maken, maar alles met de wil van de Nederlandse politiek om goede wetgeving te maken”
De afgelopen jaren hebben we de politiek en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat herhaaldelijk op de fouten in de wetgeving gewezen, zonder enig resultaat. Nu de innamecijfers sterk teleurstellen, roepen we demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen dan ook op om te starten met het verbeteren van de wetgeving.
Allereerst dient de Inspectie voor Leefomgeving en Transport de wetgeving te handhaven. Met een innamecijfer van 68% voor plastic flessen (publieksverslag Afvalfonds) blijft het bedrijfsleven ver achter bij de wettelijke doelstelling van 90% en we kijken dus uit naar de reactie van de ILT.
Ten tweede dient de wetgeving rond statiegeld te worden aangescherpt, waarbij in ieder geval het volgende moet worden verankerd:
Einde persbericht
Contact: Rob Buurman – 06 16401040 – Directeur Recycling Netwerk Benelux
De nieuwe wet op de verpakkingen van take-away drankjes en maaltijden laat zich in deze eerste week vooral voelen aan de kassa. Voor diverse wegwerpverpakkingen komt er 5 tot 50 cent bij. Op de meeste plaatsen is er geen of slechts één alternatief: een eigen bakje of beker meebrengen. Moeten we vanaf nu allemaal op stap met ons eigen servies? De overheid wil graag van ‘’hergebruik de norm’’ maken. Ook wij roepen op om te investeren in een herbruikbaar systeem. Dat betaalt zich uit, zowel financieel als qua milieu-impact. Maar wat is een herbruikbaar systeem? En waar gaat het dan mis?
De nieuwe wetgeving heeft een belangrijk doel voor ogen: afval en zwerfafval reduceren en de transitie van wegwerp naar hergebruik aanmoedigen. Elke dag gooien we in Nederland ontelbaar veel plastic wegwerpbekers en -bakjes weg die eenmalig worden gebruikt. Rijkswaterstaat schat het aantal op 19 miljoen. Veel van die bekers en bakjes komen bovendien als zwerfafval terecht in het milieu. In 2026 wil de Nederlandse overheid 40% minder wegwerp ten opzichte van 2022, want: ‘’Hergebruik is onze nieuwe norm’’. De wetgeving bevat drie onderdelen: bepaalde wegwerpverpakkingen mogen niet meer gratis aangeboden worden, en daarnaast zijn bedrijven verplicht óf een herbruikbaar alternatief aan te bieden (denk aan de statiegeldbeker) óf de consument toe te staan eigen verpakkingen mee te nemen (het zogeheten Bring-Your-Own, of BYO). Of beide. Het aanbieden van een herbruikbaar alternatief is niet verplicht voor voorverpakte items (denk aan een wrap uit de supermarkt), terwijl dat wel een gratis alternatief voor wegwerp kan zijn. Helaas ligt de focus deze weken veelal op de consument: die moet bijbetalen voor wegwerp of zijn eigen bakjes meebrengen. Er is te weinig aandacht voor herbruikbare oplossingen. Zo wordt voorbijgegaan aan een cruciaal onderdeel van de wetgeving om de doelstelling (40% minder wegwerpverpakkingen in 2026) te halen. Bovendien worden de verantwoordelijkheid en kosten bijna volledig in de schoenen van de consument geschoven. En dat kan niet de bedoeling zijn.
Bepaalde wegwerpverpakkingen mogen niet meer gratis verstrekt worden. Een financiële prikkel die moet leiden tot minder wegwerpverpakkingen en een transitie naar herbruikbare alternatieven. De overheid heeft slechts richtlijnen opgesteld voor de bedragen. Je vraagt je af: waarom moeten wij 5 cent extra betalen voor een voorverpakte lunchwrap? Dat laat ons geen keuze. En maakt een wegwerpbakje van 10 cent minder kans om zwerfafval te worden? Daarvoor moet je als consument om te beginnen al doorhebben dat je de toeslag betaalt. Mogelijk heeft de media aandacht afgelopen weken voor wat bewustwording gezorgd, maar bij het bestellen merk je het niet of nauwelijks. Het is ook enkel verplicht op de bon aan te duiden maar wie vraagt er nu een bonnetje bij de friet? Aangezien het ook geen statiegeld is dat je kunt terugkrijgen, heeft de verpakking geen waarde en is het risico op zwerfafval net zo groot als vóór de wetgeving.
Bovendien kan een horecazaak of supermarkt de toeslag vrij besteden: het is gewoon extra winst. Staatssecretaris Heijnen zei daarover: “We gaan niet controleren of ze al dat geld investeren in alternatieven, maar dat is wel het idee.” In de praktijk vermoeden wij dat veel bedrijven precies genoeg vragen voor een wegwerpverpakking om geen klanten te verliezen én om een mooie extra marge te pakken. Ze worden niet aangemoedigd om te investeren in de nodige herbruikbare alternatieven. Een voorbeeld van waar dat wel gebeurt is de Duitse stad Tübingen. De gemeente heft belasting op wegwerpverpakkingen om afval van wegwerpverpakkingen tegen te gaan en de verwerking ervan deels te bekostigen en als ‘’een stimulans zijn om herbruikbare systemen te gebruiken’’. De gemeente promoot daarbij herbruikbare systemen. Een rechtszaak van de lokale McDonalds mocht overigens niet baten: een federale rechter stelde de gemeente in het gelijk.
Wat betreft herbruikbare alternatieven ligt de focus deze weken op Bring Your Own (BYO). Mede door de campagne van Nederland Schoon samen met staatssecretaris Heijnen, waarbij je in Den Haag gratis friet kon halen als je je eigen bakje meebracht. Is het wel realistisch en werkbaar om te vragen dat iedereen zijn eigen verpakkingen meebrengt? De snackbars staan niet te springen om hun snacks in de pannetjes van hun klanten te wringen. En ook de pizzeria’s vragen zich af hoe ze hun pizza’s in een bakje gaan plooien. BYO kan bijdragen aan minder wegwerpverpakkingen, maar gaat hooguit enkele procenten verschil maken.
De enige manier om 40% minder wegwerpverpakkingen te realiseren zijn herbruikbare systemen. Laat dit nou ook net zijn wat klanten nodig hebben: toegankelijke, gratis herbruikbare alternatieven. Bekers en bakjes die je kunt uitlenen en terugbrengen, het liefst op zoveel mogelijk plaatsen, en die door de horeca zelf of door externe partijen gewassen worden en herverdeeld indien nodig. Denk bijvoorbeeld maar aan ons systeem voor bierflesjes. Ook voor de horecazaken is het interessant om aan te sluiten bij een overkoepelend systeem, want naast herkenbaarheid voor de consument kan het ook ontzorgen en bovendien de kosten drukken. Een recente studie toont aan dat hergebruik op schaal minder kost dan wegwerp. We willen de horecasector en supermarkten aanmoedigen om zo snel mogelijk op de kar te springen, ook in hun eigen belang. De consument verwacht een betere oplossing dan duurdere wegwerp. De Europese en Nederlandse wetgeving rond wegwerpverpakkingen wordt de komende jaren alleen maar strenger. Vanaf 1 januari 2024 bijvoorbeeld mag er ook geen wegwerp meer gebruikt worden voor consumptie ter plaatse. Wanneer je overstapt op een goed werkend hergebruik systeem vermijdt je het herhaaldelijk aanpassen van je operationele systeem én breng je een eenduidig en begrijpbaar verhaal naar je klant.
Dankzij de nieuwe wetgeving moet de klant bijbetalen voor wegwerp, maar herbruikbare verpakkingen kunnen gratis aangeboden worden, bijvoorbeeld via een statiegeldsysteem of een app die de inlevering van de verpakking registreert. Bovendien zorgen de stevigere verpakkingen – ze moeten vaker mee kunnen dan wegwerp – ook voor betere eetervaringen. Vorige zomer hebben we herbruikbare bakjes getest op verschillende festivals. Ze werden enthousiast onthaald door de bezoekers. Het is toch prettiger eten als je pannenkoek niet van je wegwerpbordje afglijdt.
Om het inleveren van de bekers en bakjes zo gemakkelijk mogelijk te maken voor de klant, helpt het als horeca met een gedeeld systeem werkt. Een gedeeld systeem – ook wel overkoepelend, uniform of poolsysteem genoemd – betekent dat bedrijven gebruik maken van dezelfde verpakkingen. Het wereldwijde Euro pallet systeem is een goed werkend voorbeeld. Hiervoor zijn neutrale verpakkingen nodig, niet gelinkt aan een specifieke keten. En daar gaat het helaas nog weleens mis vanwege branding en marketing. Om een gedeeld systeem te bereiken is afstemming binnen een regio erg waardevol. Zo werd zo’n systeem voor bekers gelanceerd in Wageningen, Haarlem en Leiden. Ook voor maaltijden worden er al netwerken opgezet, Wageningen test momenteel een gedeeld systeem voor maaltijd verpakkingen. Ketens zoals SLA en Burger King Duitsland hebben zich aangesloten bij een gedeeld internationaal hergebruiksysteem.
De toeslag op wegwerpverpakkingen van of met plastic zorgt voor een verschuiving naar andere materialen. Er wordt steeds driftiger gezocht naar plasticvrije alternatieven. Dat leidt tot in ieder geval twee problemen. Steeds vaker zien we ‘’plasticvrije’’ verpakkingen opduiken, die toch niet plasticvrij blijken te zijn. Recent voorbeeld zijn de ‘’papieren bekers’’ op festival Dauwpop. Daarnaast blijven wegwerpverpakkingen zorgen voor veel afval en zwerfafval, ongeacht het materiaal, en zijn wegwerpverpakkingen (van bijvoorbeeld papier) niet duurzaam, noch circulair. Voor vloeibare stoffen en warme producten heb je plastic nodig. Volgens woordvoerder Willemijn Weinands van de NS is daar ‘’nog geen goed duurzaam alternatief voor.’’ Laten we de energie van de zoektocht naar een plasticvrije wegwerpverpakking kanaliseren naar goede hergebruik systemen. Daar is de wetgeving tenslotte voor opgesteld.
Dat is de oplossing. McDonalds en KFC die een herbruikbare beker aanbieden die je enkel bij hen kunt inleveren, slaan de plank mis. Zo creëer je collectors items die bij mensen thuis op de plank stof gaan vergaren. Dit blijkt uit Duitsland, waar hergebruik sinds januari verplicht is en waar McDonalds, volgens eigen zeggen, 70% van de herbruikbare bekers niet terugkrijgt. Uit onze bevragingen blijkt dat de merkbekers een drempel zijn voor de consument, die veel inleverpunten wil en zich maximaal vijf minuten extra wil verplaatsen voor het inleveren van een verpakking. Zo wijdverspreid zijn die fastfoodketens toch net niet.
Er is op z’n zachtst gezegd terughoudendheid onder het bedrijfsleven over het zelf aanbieden van herbruikbare bekers en maaltijdverpakkingen. En dat is begrijpelijk: de algemeen heersende opvatting is nog steeds dat hergebruik duurder en meer gedoe is dan wegwerp. Zelfs dat het minder duurzaam is. Dat is ondertussen allemaal ontkracht. Ja, hergebruik vergt initiële investeringen, maar is op termijn goedkoper. De overheid ziet graag dat het bedrijfsleven investeert in herbruikbare systemen. Helaas schiet de huidige wetgeving tekort om dat op grote schaal te bereiken. Waren de tekortkomingen van de wetgeving dan helemaal niet te voorzien? Onze input op de zogeheten openbare internetconsultatie voor deze wetgeving haalde deze pijnpunten aan in december 2021. Nu is het aan onze overheid om het bedrijfsleven alsnog de goede kant op te duwen. Het bedrijfsleven nodigen we hierbij uit: maak uw bedrijf toekomstproof, begin met herbruikbare bekers en maaltijdverpakkingen. Velen gingen u voor. Voor de portemonnee, uw klanten en het milieu.
Door: Karl Beerenfenger & Emmy Van Daele van Mission Reuse (een gezamenlijk transitieprogramma van Enviu, Natuur & Milieu en Recycling Netwerk Benelux)
Contactgegevens
Karl Beerenfenger – karl.beerenfenger@recyclingnetwerk.org – 06-18632023
Emmy Van Daele – emmy.vandaele@recyclingnetwerk.org – 06-83903990