Alle drie de gewesten zijn nu unaniem voorstander van de lancering van dit systeem per 2025, maar daarvoor is ook nog het nodige werk te verzetten. In dit artikel maken we de balans op van waar de gewesten staan op weg naar statiegeld in 2025.
14 september 2023 Chloé SchwizgebelOp politiek niveau zijn de oppositiepartijen Groen en Vooruit voorstander van het klassieke statiegeldsysteem. Binnen de coalitie zelf is de CD&V voorstander van statiegeld en is daarbij zeer sceptisch over het digitale voorstel van de industrie. De N-VA, de partij van de minister van Leefmilieu, is ook voorstander van statiegeld, maar heeft geen standpunt over het voorkeursysteem. Open-VLD steunt het digitale statiegeldsysteem.
De meeste Vlamingen, milieu- en landbouworganisaties en 70% van de Vlaamse steden en gemeenten zijn daarentegen voorstander van een klassiek statiegeld. De positie van steden en gemeenten is essentieel, aangezien zij het zwerfafval van flessen en blikjes nu moeten opruimen en ook een belangrijke rol spelen in het scenario van digitaal statiegeld. Ze zouden verantwoordelijk zijn voor het plaatsen van tienduizenden extra “blauwe openbare vuilnisbakken” op hun grondgebied en zouden mogelijk “thuisscanners” moeten uitdelen aan hun burgers (PwC, 2022).
Fotocredit: Saskia Risseeuw
De Belgische producenten- en supermarktfederaties (Fevia, Comeos) zijn al jaren fel gekant tegen statiegeld, evenals Fost Plus die namens deze federaties de inzameling van de verpakkingen organiseert. Pas in september 2022 – toen de Vlaamse minister aankondigde dat het besluit in Vlaanderen op handen was – betuigden deze sectoren hun steun voor statiegeld.
Fost Plus houdt als afvalinzamelorganisatie namens producenten en supermarkten graag vast aan de blauwe zak voor de inzameling van plastic flessen en blikjes en ziet deze waardevolle materialen liever niet op een andere manier worden ingezameld. Daarnaast is vooral de lobbyorganisatie van de supermarkten, Comeos, sterk gekant tegen statiegeld. Een van de leden, Colruyt, is namelijk liever niet verantwoordelijk voor het innemen van de plastic flessen en blikjes en het uitkeren van statiegeld aan hun klanten wegens extra kosten en aanpassingen. Ook in andere landen zoals Nederland en het Verenigd Koninkrijk speelt de lobby van de supermarkten een belangrijke rol in het tegenhoudenvan de invoering van statiegeld.
De betreffende federaties stellen nu voor om een vorm van ‘digitaal statiegeld’ in te voeren waarbij de inzameling nog altijd via de blauwe zak verloopt en via vuilnisbakken in de openbare ruimte voor verpakkingen die onderweg worden geconsumeerd. In tegenstelling tot het klassieke ‘Return-to-retail’ statiegeld – dat in bijna alle Europese landen wordt gebruikt – blijft dit systeem een idee waarvan het succes nog lang niet bewezen is. Het roept veel vragen op bij politici, consumentenverenigingen en milieu-NGO’s.
De federatie van blikjesfabrikanten in de Benelux is (Beverage Can Benelux) is echter een tegenstander van digitaal statiegeld. In haar standpunt geeft de federatie aan dat de unieke codering die nodig is voor digitaal statiegeld, technisch nog niet mogelijk is en ze stelt ook dat hoogwaardige materiaalrecyclage via klassiek statiegeld het beste kan worden gegarandeerd.
Vanwege de grote onzekerheden rond digitaal statiegeld en het belang van het invoeren van een systeem dat in 2025 operationeel is en goed werkt, hebben we adviesbureau Eunomia, gespecialiseerd in circulaire economie en afvalsystemen, gevraagd om het voorstel van digitaal statiegeld te evalueren. Het definitieve rapport is voorzien voor september-oktober.
Om het statiegeld op nationaal niveau te kunnen invoeren moet een akkoord worden gevonden tussen de drie gewesten. Het Belgische beleid voor verpakkingen speelt zich voor een groot deel namelijk af op het interregionale niveau. Er zijn twee typen afspraken die nu belangrijk zijn:
Om de vijf jaar wordt een producentenorganisatie voor verpakkingen (in principe Fost Plus voor huishoudelijke verpakkingen in België) erkend als partij om namens producenten invulling te geven aan de wettelijke verplichtingen rond de inzameling en verduurzaming van verpakkingen. Statiegeld speelt daar natuurlijk een rol in.
De verlenging van de erkenning van Fost Plus eind 2023 – voor een periode van vijf jaar – is een kans om de politieke wil te verankeren om in 2025 een operationeel statiegeld in te voeren. Deze verlenging wordt toegekend door het beslissingsorgaan van de Interregionale Verpakkingscommissie (IVC), samengesteld uit leden aangeduid door de drie gewesten (Hoofdstuk V, art 23, §3 van de ISA).
Fost Plus moest in juni-juli een voorstel doen (volgens de regels van de ISA) over de inhoud van de toekomstige erkenning met betrekking tot zijn verschillende toekomstige doelstellingen op het vlak van preventie, hergebruik en recyclage – bijvoorbeeld met betrekking tot statiegeld op plastic blikjes en flessen. Hierdoor zal de IVC in december 2023 een beslissing kunnen nemen (ISA Verpakkingen, art. 10, §3).
Op dit moment wordt er geen informatie gedeeld over de details van de besprekingen. Dit is problematisch, gezien het belang van deze goedkeuring voor alle Belgische spelers die ermee te maken krijgen: recycleurs, intercommunales, maar ook steden en gemeenten en burgers. Dit gebrek aan transparantie is des te problematischer gezien de twijfels over de transparantie en monopolistische positie van Fost Plus (Apache, 2021). Aangezien de erkenning vijf jaar loopt, moet ze niet alleen in overeenstemming zijn met het nationale beleid, maar ook met de Europese ambities voor een circulaire economie tegen 2030.
Daarom is er nood an meer transparantie en betrokkenheid van de relevante stakeholders bij de vernieuwing van deze erkenning.
Fotocredit: Frimufilm
Het Interregionale samenwerkingsakkoord (ISA) betreffende verpakkingen is de wettelijke basis voor het verpakkingsbeleid tussen de gewesten. Het werd opgesteld in 2008 en voor het laatst gewijzigd in 2020. De IVC ziet toe op naleving van het samenwerkingsakkoord, waaronder goedkeuring, controle en financiering van PRO-verpakkingssystemen (zoals Fost Plus). Het ISA bepaalt ook specifieke doelstellingen voor preventie, inzameling en recycling in België.
Het ISA Verpakkingen moet worden aangepast voor de wettelijke verankering van statiegeld. Maar de aanpassing zal meer tijd in beslag nemen dan het goedkeuringsproces. Alleen vertrouwen op het ISA Verpakkingen om het statiegeld in te voeren brengt het risico met zich mee dat het besluit wordt vertraagd en dat het daardoor moeilijker wordt om de doelstelling van een operationeel statiegeld in 2025 te halen.
Bovendien vullen deze twee paden elkaar aan: terwijl de Fost Plus-erkenning producenten richting geeft voor de komende vijf jaar op het gebied van preventie, hergebruik en recycling, richt het ISA zich meer op de verbintenissen die de drie gewesten zijn aangegaan op het gebied van verpakking en verpakkingsafval beheer. Samen kunnen deze documenten de basis vormen van een solide statiegeldsysteem waarin publieke en private spelers de richting van hun verpakkingsbeleid plannen.
De afgelopen jaren zijn er steeds meer voorbeelden van statiegeldsystemen bij onze buren gekomen. Niet minder dan 14 landen in Europa hebben statiegeld op hun blikjes en flesjes, en in Nederland nam het aantal plastic flessen in het zwerfafval af met 80%. Dit stelt ons in staat om te zien wat werkt – en wat niet werkt.
Vijf cruciale elementen van een succesvolle statiegeldwetgeving