Steeds meer data geven inzicht in het effect van statiegeld op zwerfafval. In dit artikel geven we een overzicht van de studies en metingen die zijn gedaan en de data die beschikbaar zijn.
Naast oudere metingen uit de Verenigde Staten (jaren ‘70 en ‘80) en Denemarken (2017), tonen de recente monitoringsresultaten uit Nederland (2018 – 2022) nu ook dat de invoering van statiegeld het aantal drankverpakkingen in het zwerfafval sterk terugdringt.
In de jaren ‘70 en ‘80 hebben de staten New York, Iowa, Maine, Michigan, Oregon en Vermont in de Verenigde Staten studies uitgevoerd, of hier opdracht toe gegeven, die de gevolgen van statiegeld op zwerfafval in kaart brengen door op dezelfde locaties het aantal blikjes en flesjes te tellen voor en na het invoeren van statiegeld.
Een federale analyse door het U.S. Government Accountability Office concludeerde dat deze onderzoeken onafhankelijk en grondig zijn uitgevoerd door de verschillende staten en samen bruikbaar zijn voor het beoordelen van het effect van statiegeld op zwerfafval. De methodologieën van de studies zijn niet helemaal hetzelfde, maar vergelijkbaar.
Uit deze studies bleek dat de invoering van statiegeld op drankverpakkingen leidde tot een afname van ongeveer 70-84% (in aantallen) van de desbetreffende drankverpakkingen in het zwerfafval langs de weg. De totale hoeveelheid zwerfvuil nam hierdoor af met 30 tot 45%.
Onderzoeksbureau CE Delft gebruikte deze resultaten in hun studie Kosten en effecten van statiegeld op kleine flesjes en blikjes (2017) om de effecten van statiegeld op de hoeveelheid flesjes en blikjes in het zwerfafval in te schatten. CE Delft heeft de resultaten van de Amerikaanse studies samengevat (zie onderstaande tabel).
Ook in Denemarken is data ingezameld die aantoont dat statiegeld een significant reducerend effect heeft op de aanwezigheid van statiegeldverpakkingen in het zwerfafval.
CE Delft (2017) concludeerde dat in Denemarken statiegeld leidde tot een vermindering van 70-90% van statiegeldblikjes in het zwerfafval. Ze verwijst naar drie verschillende Deense bronnen die inzicht geven in de verhouding blikjes in het zwerfafval met en zonder statiegeld. Deze reductiepercentages liggen in lijn met de Amerikaanse resultaten uit de jaren ‘70 en ‘80.
Verklaring aanwezigheid blikjes zonder statiegeld in DenemarkenOndanks dat er in Denemarken al sinds 2002 statiegeld op blikjes zit, lagen er (vooral) blikjes zonder statiegeld in het zwerfafval. Dit betrof met name blikjes uit winkels net over de grens met Duitsland, die verpakkingen verkopen met speciale etiketten waar geen Duits (of Deens) statiegeld op zit. Volgens data ligt de verhouding tussen blikjes met en zonder statiegeld in Denemarken daardoor 50/50. Het aantal op de markt gebrachte Duitse verpakkingen (zonder statiegeld) bedraagt volgens een persbericht van de Law Office zo’n 600 tot 700 miljoen. Dit aantal is ongeveer gelijk aan het aantal statiegeldblikjes dat Dansk Retursystem rapporteert (650 miljoen stuks). |
In Denemarken verzamelt en telt een grote groep vrijwilligers jaarlijks blikjes uit het zwerfafval. Ze maken hierbij onderscheid tussen blikjes met en zonder statiegeld. CE Delft (2017) verwijst naar de destijds meest recente telling van 2016. Dat jaar werden in totaal meer dan 100.00 blikjes geraapt waarvan het 23% blikjes met statiegeld betrof en 77% blikjes zonder statiegeld. CE Delft (2017) berekende dat bij dezelfde consumptievolumes Deense en Duitse blikjes, de kans dat Deense blikjes in het zwerfafval belanden een factor 3,3 kleiner is dan Duitse blikjes zonder statiegeld (77%/23%). Dit zou overeenkomen met een reductiepercentage van ongeveer 70%.
Berekening: stel dat er eerst 77 blikjes in het zwerfafval belanden, dan zijn het er na invoering van statiegeld nog maar 23 blikjes. Dit is een reductie van 54 blikjes. Dit komt overeen met een reductiepercentage van ongeveer 70% (54/77 is 70%). |
Dansk Retursystem, system operator van het Deense statiegeldsysteem, presenteerde aan CE Delft dat in het jaar 2014 80% van het aantal blikjes in het zwerfafval, blikjes zonder statiegeld betrof. CE Delft concludeerde dat volgens deze data de kans 4 maal groter dat een blikje zonder statiegeld zwerfafval wordt. Dit komt overeen met een reductiepercentage van 75%.
Berekening: stel dat er eerst 80 blikjes in het zwerfafval belanden, dan zouden dit bij deze verhouding na invoering 20 zijn. Dit is een reductie met 60 stuks (80 minus 20) ofwel 75% (60/80 is 75%). |
CE Delft ontving meetgegevens over de jaren 2008-2018 van Danmarks Naturfrednings-forening, de organisatie die de jaarlijkse tellingen begeleiden. Gedurende deze periode zijn
er in totaal 1.520.781 blikjes geraapt, waarvan 162.995 met statiegeld (en dus 1.357.786 zonder statiegeld). Dit komt erop neer dat afgerond 90% van de blikjes in het zwerfafval, blikjes zonder statiegeld betreft. Volgens deze data is de kans 9 keer zo groot dat een blikjes zwerfafval wordt wanneer er geen statiegeld op zit. CE Delft berekende dat dit overeenkomt met een reductiepercentage van ongeveer 90%.
Berekening: Voor invoering belanden er 90 blikjes in het zwerfafval, na invoering daalt het naar 10 bij deze verhouding. De afname is 80/90 ofwel (afgerond) 90%. |
Studiebureau CE Delft onderzocht in de studie Kosten en effecten van statiegeld op kleine flesjes en blikjes (2017) het effect van statiegeld op de hoeveelheid flesjes en blikjes in het zwerfafval. Zij onderzochten hiervoor de vermelde data uit de Verenigde Staten en Denemarken. Op basis van deze cijfers (en berekeningen gebaseerd op een eigen enquête door CE Delft uit 2001), baseerde CE Delft hun verwachting dat “door statiegeld het aantal blikjes en flesjes in het zwerfafval met 70 à 90% wordt gereduceerd”.
Op 10 maart 2018 maakte toenmalig staatssecretaris Stientje van Veldhoven bekend dat ze statiegeld in zou voeren op kleine plastic flesjes met water en frisdrank, tenzij het het bedrijfsleven zou lukken om tegen het najaar van 2020 (a) 90% van de kleine plastic flessen te recyclen en (b) het aandeel plastic flessen in het zwerfafval met 70-90% te verminderen. De 70-90% reductie in het zwerfafval was gebaseerd op verwachte resultaten van statiegeld uit de rapportage van CE Delft (2017) en dus de metingen uit de Verenigde Staten en Denemarken.
In het licht van de prestatieafspraak m.b.t. zwerfafvalreductie werd monitoring opgezet. Rijkswaterstaat rapporteert elk half jaar over het aantal plastic flesjes in het zwerfafval. Ze zijn gestart met het eerste half jaar van 2018. Vanaf de tweede meting (over de tweede helft van 2018) telde RWS ook het aantal blikjes in het zwerfafval en nam dit mee in de rapportage. Vanaf het rapport over de eerste helft van het jaar 2019 neemt Rijkswaterstaat ook de metingen van Zwerfinator Dirk Groot mee in hun rapportage. Rijkswaterstaat en Dirk Groot hanteren elk hun eigen methodiek.
Toen uit het rapport van Rijkswaterstaat in april 2020 bleek dat het de industrie niet ging lukken om het aandeel plastic flessen in het zwerfafval voor het najaar van 2020 met minstens 70% terug te dringen (het aantal plastic flesjes in het milieu was met 7% toegenomen), besloot toenmalig staatssecretaris Van Veldhoven op 24 april 2020 vroegtijdig om per 1 juli 2021 statiegeld in te voeren op kleine plastic flesjes met water en frisdrank.
Recycling Netwerk Benelux drong er destijds op aan dat de monitoring door Rijkswaterstaat van het aantal flesjes nog door zou lopen na de invoering van statiegeld op deze drankverpakkingen. Op deze manier zouden er nieuwe cijfers komen die inzicht geven in het effect van statiegeld op het aantal drankverpakkingen in het zwerfafval. Dit werd toegezegd.
De eerste resultaten na de invoering van statiegeld op 1 juli 2021 betrof de monitoring over de tweede helft van het jaar 2021. Op 3 januari 2022 communiceerde Zwerfinator Dirk Groot dat uit zijn onderzoek bleek dat het aandeel kleine plastic flesjes in het zwerfafval was afgenomen sinds de invoering van statiegeld. In het laatste kwartaal van 2021 registreerde hij 70,2% minder plastic flesjes per kilometer dan het gemiddelde van de laatste kwartalen van de jaren 2017, 2018, 2019 en 2020.
De rapportage over de tweede helft van 2021 van Rijkswaterstaat (d.d. 15 februari 2022) werd op 5 april 2022 gecommuniceerd. Uit deze rapportage blijkt dat Rijkswaterstaat in de tweede helft van 2021 41% minder kleine plastic flesjes in het zwerfafval telde dan in de tweede helft van 2020.
Let op: er werd statiegeld ingevoerd op kleine plastic flesjes met frisdrank en water. Hierdoor vallen enkele andere categorieën kleine plastic flesjes buiten de statiegeldregeling, denk bijvoorbeeld aan zuivel en sappen. In beide bovenstaande metingen betreft het het reductiepercentage gemeten over alle kleine plastic flesjes.
De 70,2% vermindering zoals gemeten door Groot betreft het vierde kwartaal en de 41% reductie zoals gemeten door Rijkswaterstaat gaat over het derde en vierde kwartaal van 2021. De marge in de resultaten kan onder andere worden verklaard door het feit dat in het derde kwartaal er nog veel flesjes zonder statiegeld in het zwerfafval lagen en er werden ook nog (oude) flesjes zonder statiegeld verkocht. Producenten krijgen namelijk de tijd om hun oude voorraad zonder statiegeld nog te verkopen. Daarbij ruimt Groot de getelde drankverpakkingen in het zwerfafval ook op tijdens zijn metingen, waarmee hij voorkomt dat deze bij meerdere metingen worden meegeteld. Rijkswaterstaat telt slechts, en laat de drankverpakkingen liggen. Daardoor kunnen ‘oude’ flesjes, nog zonder statiegeld, meerdere malen in tellingen terugkeren. Dit vlakt het reductiepercentage wat uit.
Op 12 september 2022 publiceerde Zwerfinator Dirk Groot zijn rapport met monitoringsresultaten tot en met de eerste helft van het jaar 2022 – één jaar na de invoering van statiegeld. In dit rapport berekent Groot het reductiepercentage over de plastic flesjes binnen de categorie waar statiegeld op wordt geheven: frisdrank en waters. Uit zijn metingen blijkt dat er 76% minder plastic flesjes met water en frisdrank in het zwerfafval terecht waren gekomen.
Dit percentage van Groot is reeds toegespitst op de categorie water en frisdranken. De meting is echter alsnog ‘vervuild’ door flesjes zonder statiegeld. Denk bijvoorbeeld aan:
Het spreekt voor zich dat de statiegeldmaatregel op deze flesjes zonder statiegeld geen impact kan hebben – en dat ze daarom ook niet meegeteld moeten worden om het daadwerkelijke effect van statiegeld te meten.
Deze meest recente monitoringsrapportage van Groot is extra waardevol, omdat hij in zijn tellingen binnen de categorie frisdrank en water het aanvullende onderscheid maakt tussen de plastic flesjes mét en zonder statiegeld. Uit zijn metingen blijkt dat het aantal plastic flesjes voor frisdrank en water in het milieu mét statiegeld nu 1 per km is, terwijl het voor diezelfde groep dranken zónder statiegeld eerder 6,9 per km was. Het daadwerkelijke statiegeldeffect in Nederland komt dus neer op 85% minder plastic flesjes in het milieu.
De rapportage van Rijkswaterstaat over de eerste helft van 2022 laat vooralsnog op zich wachten.. De dataset van Groot zal hier wederom in worden meegenomen.
Er zijn twee belangrijke aantekeningen te maken bij de monitoringsresultaten over de eerste helft van 2022. Volgens de statiegeldwetgeving dient er statiegeld geheven te worden op kunststof flessen met water en frisdrank. Daarmee zijn andere dranken, zoals sappen en zuivel, in de praktijk uitgezonderd van de statiegeldwetgeving.
Op 24 januari 2022 oordeelde de Inspectie Leefmilieu en Transport ILT dat plastic flessen met sap waar water en suiker aan toe zijn gevoegd ook onder de statiegeldregeling vallen, omdat deze dranken wettelijk classificeren als een frisdrank. Dit besluit kwam als een reactie op een handhavingsverzoek van Recycling Netwerk, wie in november 2021 opmerkte dat tot die tijd veel van dit soort dranken (zoals nectars, (vruchten)sap, en multivitamines) zonder statiegeld in de schappen stond. Het bedrijfsleven kreeg 3 maanden de tijd om deze fout te corrigeren. Dit betekent feitelijk dat er vanaf april 2022 op meer flesjes statiegeld wordt geheven, omdat de statiegeldwetgeving vanaf dat moment beter werd nageleefd. Dit betekent dat de fractie flesjes die dankzij statiegeld minder in het zwerfafval belandt, is gegroeid.
Op 2 februari 2022 stelde Statiegeld Nederland het statiegeldsysteem open voor plastic flessen met 100% sap. Dranken die voor 100% uit sap bestaan, zijn nog steeds niet onderhevig aan de statiegeldwetgeving, maar wel kunnen producenten van sap vanaf die datum vrijwillig deelnemen aan het statiegeldsysteem (als de flessen voldoen aan de voorwaarden voor recycling zoals vermeld door Statiegeld Nederland). Deze openstelling maakt dat er op meer plastic flesjes statiegeld geheven kan worden. Albert Heijn communiceert op 12 mei 2022 te starten met statiegeldheffing op alle flessen met 100% sap van het Albert Heijn-merk. Het is niet duidelijk hoeveel producenten inmiddels statiegeld heffen op hun dranken en dus hoe groot de fractie van sappen is waar nu wél statiegeld op wordt geheven. Groot geeft in zijn meest recente rapport aan dat er in de eerste helft van 2022 wel een afname is te signaleren in het aantal flesjes met sap in het zwerfafval (-22%) maar dat dit binnen de bandbreedte valt van afwijkingen in voorgaande jaren.
Vanaf de tweede meting (over de tweede helft van 2018), neemt Rijkswaterstaat ook het aantal blikjes in het zwerfafval mee in haar monitoring. Uit de meest recente meting van Rijkswaterstaat over de tweede helft van 2021 blijkt een toename van 21% blikjes in het milieu. Dit staat in scherp contrast met de vastgestelde daling van flesjes met 41% uit hetzelfde Rijkswaterstaat rapport.
Per 31 december 2022 wordt er ook statiegeld geheven op de blikjes. De monitoringsrapportage over de eerste helft van 2023 zal daarmee ook inzicht geven in het effect van statiegeld op het aandeel blikjes in het zwerfafval.