De Environmental Protection Agency (EPA), de Amerikaanse rijksmilieudienst, heeft in 2010 een flink lager percentage recycling van PET-flessen en flacons gerapporteerd ten opzichte van eerdere jaren. Waar in 2009 het getal 28% werd genoemd, rapporteert de EPA 21% in 2010. De reden van deze afname is het voortschrijdend inzicht dat met flesjes geassocieerde materialen zoals dopjes en etiketten niet moeten worden meegerekend in de recyclingpercentages.
In reactie op de ‘2009 Facts and Figures‘ over huishoudelijk afval stelde het Container Recycling Institute (mirror) dat er ten onrechte niet voor dergelijke materialen, die ongeveer 13% van het gewicht uitmaken, was gecompenseerd. Ook foutief ingeleverde flessen van andere soorten plastic zorgen voor vervuiling van de PET-stroom. Met aftrek van de doppen, die ook recyclebaar zijn, bleek PET ingezameld met een statiegeldsysteem in 2009 gemiddeld voor 4% vervuild met waardeloze materialen, terwijl dat bij PET uitgesorteerd uit de reguliere afvalinzameling 13% is.
Onder de vervuilingen bevinden zich polypropeen doppen, die in 2009 dus nog werden meegeteld in het gewicht van het gerecyclede PET. Deze doppen zijn echter zelf recyclebaar, en werden, na scheiding van de PET-stroom, nog eens meegeteld in de recyclingcijfers voor polypropeen. Ook deze fout is er in 2010 op aangeven van het Container Recycling Institute uitgehaald.
Overigens bleef PET in 2010 hekkensluiter wat betreft percentage recycling (zie grafiek).