Onafhankelijke monitoring (ook) in Duitsland nodig voor verpakkingsafval

4 januari 2011 Rob Buurman

DUITS SYSTEEM BIJNA TEN ONDER DOOR ONTDUIKING AANGIFTE EN GEBREK AAN ONAFHANKELIJK TOEZICHT. OOK IN NEDERLAND AAN DE ORDE?
Bij herhaling bereiken ons berichten over klaarblijkelijk moeilijk oplosbare manco’s in het Duitse registratiesysteem van verpakkingen en verpakkingsafval. Het probleem volgens de Duitse inzamelorganisaties en milieu-organisaties is onder andere, dat er geen onafhankelijk toezicht en monitoring is georganiseerd. Daardoor kunnen freeriders onvoldoende aangesproken worden op hun gedrag.
In Duitsland werkt het net als in Nederland zo, dat fabrikanten (en importeurs enz.) van verpakkingen moeten opgeven hoeveel verpakkingen zij op de Duitse markt hebben gebracht. Ook zij dienen hiervoor een bijdrage te storten in een fonds. De afvalinzamelende en verwerkende partijen krijgen vervolgens op basis van hun ingenomen hoeveelheden een bijdrage uit dit fonds.
Doordat bedrijven lagere hoeveelheden verpakkingen opgeven dan men in werkelijkheid op de markt brengt, wordt de betalingsverplichting ontdoken.
Was oorspronkelijk de DSD-organisatie de enige organisatie die in Duitsland de inzameling en verwerking van leichtverpackungen organiseerde, sinds enkele jaren zijn ook andere bedrijven toegelaten op deze markt.
De DSD-organisatie is oorspronkelijk opgericht vanuit het bedrijfsleven (drankenindustrie, verpakkingsindustrie) zelf en oorspronkelijk ook goed vergelijkbaar met de Nedvang-organisatie in Nederland.
De kritiek op de registratie en de constatering van de noodzaak van onafhankelijk toezicht en monitoring vanuit het inzamelende bedrijfsleven zelf, ondersteunt de eerdere berichten vanuit onze zusterorganisatie in Duitsland, de Deutsche Umwelthilfe, hierover.
Die kwam onder andere in december 2009 met een bericht dat de hoeveelheid van diverse soorten verpakkingen die volgens de registratie op de markt werd gebracht op onverklaarbare wijze vrij fors (tot 35%) was afgenomen, terwijl de daling normaliter beperkt bleef tot hooguit enkele procenten (die dan bijvoorbeeld veroorzaakt kan zijn door het gebruik van lichtere verpakkingen of een verschuiving richting statiegeld).
Wij melden dit onder andere omdat ook Nedvang eerder dit jaar een zeer opmerkelijke daling rapporteerde in de hoeveelheden kunststof verpakkingsafval die op de markt gebracht worden. Volgens Nedvang was sprake van een daling van 606 kton in 2007 naar 442 kton in 2008.
Hieronder een overzicht van enkele berichten uit de Duitse media.


Eind 2009 meldde de Duitse Umwelthilfe dat vrijwel 2 miljoen ton gemengd verpakkingsafval op wonderbaarlijke wijze was “verdwenen”. Terwijl er ongeveer 6 miljoen ton op de markt moet zijn gebracht van de betreffende verpakkingen, wordt slechts 4 miljoen ton opgegeven door de verschillende bedrijven.
Volgens de Deutsche Umwelthilfe hebben de bedrijven op deze wijze ongeveer 700 miljoen euro ontdoken, waarvan het merendeel betrekking heeft op kunststof verpakkingen. Ook verwacht de organisatie dat het recyclingpercentage daardoor negatief wordt beïnvloed.
De Deutsche Umwelthilfe is een Duitse milieu-organisatie die o.a. aan het thema afval veel aandacht besteedt, net als Recycling Netwerk.
Vele berichten vanuit andere organisaties en bedrijven sinds eind 2009, onder andere vanuit het bureau van het Duitse Duale System (DSD) zelf (oorspronkelijk de Duitse pendant van het Nederlandse Nedvang, opgericht in 1991) en vanuit het collectief van verwerkers van het Duitse verpakkingenafval van het afgelopen jaar, onderstrepen de manco’s van het aangifte- en registratiesysteem. We behandelen hier een aantal van deze berichten.
Eind 2009 meldde Stefan Schreiter, topman van het DSD, dat over het 1e kwartaal van 2010 sprake was van een daling ten opzichte van een jaar eerder van ongeveer 75.000 ton in de in totaliteit ingenomen hoeveelheden verpakkingsafval.
Hij weet dit o.a. aan de ontstane concurrentie op de inzamelmarkt voor verpakkingen, waar DSD niet langer het monopolie op mocht hebben (zie ook hier).
Begin 2010 kwam ook Axel Schweitzer, de topman van Interseroh (één van de concurrenten van DSD), met een bericht naar buiten. Volgens hem was uiteindelijk slechts sprake van een daling van ongeveer 30 kton in de aangiften voor het 1e kwartaal van 2010 in vergelijking met een jaar eerder, die niet verklaarbaar is. In het betreffende bericht wordt de verklaring gezocht in ontduiking.
Gemengde lichte verpakkingen worden in Duitsland veelal met een gele zak ingezameld. Het betreft drankenkartons, kunststof verpakkingen en blik.
Ontduiking kan volgens de berichten, doordat bedrijven die verpakkingen op de markt brengen lagere hoeveelheden melden dan ze in werkelijkheid op de markt brengen. Of omdat men in het geheel niet meldt terwijl men dat wel behoort te doen.
Het bericht over het tekort in het eerste kwartaal van 2010 werd overigens enkele dagen later weer ontkracht.
Ook met betrekking tot de gegevens van het 4e kwartaal 2010 deed zich weer hetzelfde probleem voor. Dit keer blijkt er bij Interseroh 50.000 ton LVP (lichte verpakkingen, zie hierboven) en PPK (papier en karton) minder te zijn aangemeld, en weer kan de teruggang niet worden verklaard. Zie hier voor de bron.
Het Duitse systeem van inzameling en verwerking dreigt aan deze situatie inmiddels bijna ten onder te gaan, zoals vele betrokkenen zelf aangeven. Alle partijen verklaarden dan ook op 5 oktober 2010, dat er behoefte is aan onafhankelijk toezicht. “Wanneer hoeveelheden uit de kwartaalmeldingen zonder plausibele verklaring verdwijnen, brengt dat de markt voor alle partijen in gevaar”.
Op 7 december verscheen een bericht in de Frankfurter Rundschau, dat ook over het jaar 2010 maar liefst 1,6 miljoen ton verpakkingen minder worden aangemeld door het bedrijfsleven, dan daadwerkelijk is ingezameld (5,6 miljoen ton).
De prognose voor 2011 is, dat nog eens 20% minder zal worden aangemeld, dan in 2010 het geval was.
Ook voor ons land is deze problematiek van groot belang. Immers, wanneer in Duitsland na bijna 20 jaar historie met de inzameling van kunststof verpakkingen (en andere verpakkingen) nog steeds problemen voordoen aan de zijde van het betrokken bedrijfsleven (de producenten van de verpakkingen, met ieder hun producentenverantwoordelijkheid), betekent dit iets.
De financiële basis onder een dergelijk systeem van inzameling blijkt bovendien wankel, waardoor de hele inzameling en verwerking wankel wordt.
Inzameling via statiegeldsystemen kent deze nadelen niet. Ook in Duitsland wordt een deel van het verpakkingsafval succesvol ingezameld via statiegeldsystemen.
Deze herhaalde berichten uit Duitsland over de problematiek van onbetrouwbare cijfers over de gemelde hoeveelheden verpakkingen, versterken onze twijfels met betrekking tot de hoeveelheden verpakkingen die in Nederland op de markt gebracht worden, zoals deze door Nedvang en de betrokken bedrijven worden gemeld. Immers, ook in Nederland geldt eenzelfde “beloning” voor freeriders in de vorm van een lagere aanslag voor de Verpakkingenbelasting.
Maar ook versterken deze berichten onze twijfels met betrekking tot de recyclingpercentages van Nederlandse kunststof verpakkingen, die in Duitsland worden verwerkt. Inzet van kunststof afval als secundaire brandstof wil nog wel eens meer of makkelijker geld opbrengen dan de inzet in recyclingsprocessen (zeker in geval van gemengde kunststoffracties). Nu de inkomsten vanuit de “Duitse verpakkingenbelasting” lager uitvallen, zal de druk voor Duitse sorteerbedrijven nog groter zijn om afvalstromen sneller als brandstof te gelde te maken en de Nederlandse afvalstromen worden zeer waarschijnlijk gezamenlijk verwerkt met de Duitse afvalstromen.