Kunststof afvalinzameling 2010 zal doelstelling bij lange na niet hebben behaald

3 januari 2011 Recycling Netwerk

De resultaten van de Benchmark kunststof-inzameling laten lang op zich wachten, hetzelfde gold voor de rapportages over de inzamelingsresultaten in 2008 en 2009 en ongetwijfeld zal het zelfde gelden voor de rapportage over de resultaten in 2010. Op basis van de karige gegevens die Nedvang publiekelijk heeft willen delen trekken wij alvast onze voorlopige conclusies, als “buest guess”. Onze conclusie: de totale inzameling in heel Nederland zal over 2010 niet verder komen dan een 80 tot 85 kiloton, waarmee de landelijke doelstelling bij lange na niet zal zijn gehaald. Uitgaande van een recyclingspercentage van 50 à 70, betekent dit immers dat maximaal zo’n 60 kiloton zal worden gerecycled. Dit is minder dan de helft van de te behalen doelstelling voor dit deel van de totale kunststof-afvalstroom.

Tijdens het NVRD congres op 11 november presenteerde PWC resultaten die aangaven dat de gemeenten met Diftar gemiddeld ongeveer 25 kg ophaalden in 2009 en niet-Diftargemeenten bijna 9 kg per huishouden. Dat klinkt op zich als een redelijke opbrengst. Echter in het Benchmark-onderzoek zijn 18 onbekende Diftar-gemeenten opgenomen en 37 eveneens onbekende Niet-Diftar-gemeenten. Wanneer dit representatieve gemeenten zijn dan vertegenwoordigen deze Diftar-gemeenten in totaal circa 210.000 huishoudens en de Niet-Diftar-gemeenten 1.050.000, op basis van de gemiddelde grootte van Diftar- respectievelijk Niet-Diftar-gemeenten [Agentschap NL]. De totale opbrengst van alle huishoudens die in het Benchmark-onderzoek zijn meegenomen over 2009 zou dan namelijk maar liefst 15 kton bedragen en de gemiddelde opbrengst per huishouden 11,8 kg. Nedvang rapporteerde in september, dat over heel 2009 een hoeveelheid van 23 kton is ingezameld. Combineren we deze beide gegevens, dan blijkt dat het onderzoek dus nadrukkelijk níet als representatief kan worden beschouwd voor heel 2009, wanneer 55 van de in totaal 441 (12,5 %) gemeenten (in 2009) tweederde deel (65%) produceren van de totale hoeveelheid landelijk ingezameld kunststof afval.

Wij kunnen dan ook concluderen dat:

  • òf de gemeenten die in het onderzoek hebben deelgenomen zijn veel kleiner dan gemiddeld,
  • òf men heeft voor het onderzoek die gemeenten uitgezocht die de beste resultaten hadden – wat niet onlogisch is gezien de voorwaarde in het onderzoek, dat enkel gemeenten in de steekproef worden betrokken die zijn gestart met inzamelen voor week 37,
  • òf (nog waarschijnlijker:) allebei is aan de orde.

Wat daarnaast met zekerheid ook veelvuldig is gebeurd, is dat de resultaten die in het rapport worden gepresenteerd helemaal niet betrekking hebben op “heel 2009” maar enkel op de laatste maanden van 2009 en dat deze zijn geëxtrapoleerd. PWC merkt in de presentatie van 11 november op (sheet 11), dat in situaties waar gemeenten hun inzamelsysteem lopende het jaar hebben opgeschaald en deze wijziging minstens 3 maanden duurde, is uitgegaan van de situatie na de laatste wijziging…. PWC meldde verder niet, hoe vaak dit aan de orde is geweest, maar het kan niet anders dan dat dit bij een groot aantal gemeenten die in het onderzoek zijn betrokken, het geval is geweest.

Dit alles voedt onze veronderstelling, dat de gepresenteerde inzamelingsresultaten van de benchmark een heel aardige indicatie zullen vormen voor de inzamelingsresultaten van 2010 voor heel Nederland… Het is zeer waarschijnlijk dat de gewogen gemiddelde opbrengst over alle gemeenten waar met “beleidsintensiteit” inzameling plaatsvindt, in 2010 uit zal komen op 12 à 13 kg. In de resterende gemeenten (van in totaal ruim 1,5 mln. Huishoudens), waar nascheiding wordt toegepast of waar inzameling niet (Rotterdam) of nauwelijks (Den Haag, Amsterdam, Utrecht) plaatsvindt zullen de opbrengsten per huishouden nog aanmerkelijk lager liggen. De totale inzameling in heel Nederland zal daardoor over 2010 niet verder komen dan een 80 tot 85 kton, waarmee de landelijke doelstelling bij lange na niet zal zijn gehaald. Uitgaande van een recyclingspercentage van 50 à 70, betekent dit immers dat maximaal zo’n 60 kton zal worden gerecycled.

Recycling Netwerk berekent in de rapportage ‘De kunststofinzameling doorgelicht – Opbrengst en perspectief in de steden’ van maart 2010, dat een doelstelling van 38 % recycling op een totaal van 794 kton kunststof verpakkingsafval van huishoudens en bedrijven, impliceert dat 134 kton kunststof verpakkingsafval uit huishoudens zou moeten worden gerecycleerd (naast 26 kton statiegeldflessen). Wanneer slechts 60 kiloton wordt gerecycled in 2010, betekent dat maar de helft van de doelstelling is gerealiseerd.