Onafhankelijke monitoring verpakkingsafval ook nodig in Duitsland

3 januari 2011 Rob Buurman

Bij herhaling bereiken ons berichten over klaarblijkelijk moeilijk oplosbare manco’s in het Duitse registratiesysteem van verpakkingen en verpakkingsafval. Het probleem volgens de Duitse inzamelorganisaties en milieu-organisaties is onder andere, dat er geen onafhankelijk toezicht en monitoring is georganiseerd.

Daardoor kunnen freeriders onvoldoende aangesproken worden op hun gedrag. In Duitsland werkt het net als in Nederland zo, dat fabrikanten (en importeurs enz.) van verpakkingen moeten opgeven hoeveel verpakkingen zij op de Duitse markt hebben gebracht. Ook zij dienen hiervoor een bijdrage te storten in een fonds. De afvalinzamelende en verwerkende partijen krijgen vervolgens op basis van hun ingenomen hoeveelheden een bijdrage uit dit fonds. Doordat bedrijven lagere hoeveelheden verpakkingen opgeven dan men in werkelijkheid op de markt brengt, wordt de betalingsverplichting ontdoken. Was oorspronkelijk de DSD-organisatie de enige organisatie die in Duitsland de inzameling en verwerking van leichtverpackungen organiseerde, sinds enkele jaren zijn ook andere bedrijven toegelaten op deze markt. De DSD-organisatie is oorspronkelijk opgericht vanuit het bedrijfsleven (drankenindustrie, verpakkingsindustrie) zelf en oorspronkelijk ook goed vergelijkbaar met de Nedvang-organisatie in Nederland. De kritiek op de registratie en de constatering van de noodzaak van onafhankelijk toezicht en monitoring vanuit het inzamelende bedrijfsleven zelf, ondersteunt de eerdere berichten vanuit onze zusterorganisatie in Duitsland, de Deutsche Umwelthilfe, hierover. Die kwam onder andere in december 2009 met een bericht dat de hoeveelheid van diverse soorten verpakkingen die volgens de registratie op de markt werd gebracht op onverklaarbare wijze vrij fors (tot 35%) was afgenomen, terwijl de daling normaliter beperkt bleef tot hooguit enkele procenten (die dan bijvoorbeeld veroorzaakt kan zijn door het gebruik van lichtere verpakkingen of een verschuiving richting statiegeld).
Ook Nedvang rapporteerde eerder dit jaar een zeer opmerkelijke daling in de hoeveelheid op de markt gebrachte kunststof verpakkingen. Volgens Nedvang was sprake van een daling van 606 kton in 2007 naar 442 kton in 2008.

Deze berichten uit Duitsland versterken onze twijfels met betrekking tot de recyclingpercentages van Nederlandse kunststof verpakkingen, die in Duitsland worden verwerkt. Inzet van kunststof afval als secundaire brandstof wil nog wel eens meer of makkelijker geld opbrengen dan de inzet in recyclingsprocessen (zeker in geval van gemengde kunststoffracties). Nu de inkomsten vanuit de “Duitse verpakkingenbelasting” lager uitvallen, zal de druk voor Duitse sorteerbedrijven nog groter zijn om afvalstromen sneller als brandstof te gelde te maken en de Nederlandse afvalstromen worden zeer waarschijnlijk gezamenlijk verwerkt met de Duitse afvalstromen.

Dossier ‘Duale system neutrale prufung’